Zelfreinigende overheid

Zelfreinigende overheid Het heeft even geduurd, maar nu gaat ook de overheid een code goed bestuur ontwikkelen. Een code voor professioneel en betrouwbaar handelen van de overheid.
Tot nu toe werden zulke gedragscodes verlangd van organisaties die van subsidies afhankelijk zijn en aan de overheid leverende bedrijven. Minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken) heeft een illuster gezelschap bij elkaar gezocht, die een conceptje in elkaar mogen draaien.

De werkgroep krijgt alvast een paar uitgangspunten mee. Daar vallen voor de hand liggende criteria onder als openheid en integriteit, goede dienstverlening, doelgerichtheid en doelmatigheid en verantwoording.

Eén dingetje valt echter op. In de code moet beschreven worden hoe de overheid haar zelfreinigend en lerend vermogen hanteert. Mooie formulering, vooral dat “zelfreinigend”.

Van je fouten kun je leren, maar dat garandeert nog niet dat de bezem door de stal wordt gehaald. Eerder vervalt men in excuses en beloftes vol goede bedoelingen. Maar er wordt nu toch echt expliciet de term “zelfreinigend” gebruikt. We krijgen niet alleen een transparante overheid, maar ook nog eentje die vanachter zelfreinigend glas werkt.

Opmerkelijk detail: Klara Peijs, die als minister het besluit tot invoering van de OV-chipkaart mocht lanceren, zit nu in deze werkgroep. Daar heeft de werkgroep toch een mooie case om lessen uit te trekken.

Wat zal men onder zelfreinigend verstaan?
Wordt een falende ambtenaar of minister de oren gewassen en vervolgens de functie voortzetten?
Of mag een overheidsdienaar die informatie onder de pet heeft gehouden na excuses met een zogenaamde schone lei verder gaan?

Natuurlijk, niemand hoeft na een foutje meteen uit het overheidsbestand te worden weg gepoetst. Van fouten valt wel degelijk te leren. En als men bereid is in alle openheid heel integer zich te verantwoorden en helder uit te leggen wat men precies heeft geleerd, dan moet dat wel tot de schoonste overheid leiden die we ooit hebben gekend.

De werkgroep gaat ook burgers consulteren. Tot eind november heeft men de tijd. Kunnen wij snel even alle vlekjes verzamelen, die weggewerkt zouden moeten.

Doet u eens wat suggesties…

Geld en je leven!

Geld en je leven

Vandaag opent onze Nationale Glimlach de tentoonstelling “Geld en je leven!” Te zien in De Nederlandsche Bank.
Mooier kan het niet. In het kantoor van financieel orakel
Nout Wellink wordt de jeugd voorgehouden bewust om te gaan met geldzaken.

“Financiële educatie van jongeren”, zo orakelt men, “is van groot maatschappelijk belang. Immers, steeds meer jongeren hebben schulden”.
De tentoonstelling laat de jeugd alles zien waar ze in het leven mee te maken krijgt: “gokken, sparen, lenen, uitgeven, werken en studeren”.

Opmerkelijke volgorde. Begint het leven met gokken? Dan is er weinig kans om nog te sparen. Laat staan dat je kan lenen om geld uit te geven aan solliciteren of studeren.

Nu het bankwezen op meer dan gemiddelde belangstelling kan rekenen, is het extraatje dat De Nederlandsche Bank biedt wel interessant. De jeugd mag een kijkje nemen in 'De Geldkuis'. Daarin worden “op zeer toegankelijke wijze de drie kerntaken van de Nederlandsche Bank uitgelicht: betalingsverkeer, monetair beleid en toezicht”. Aldus de staatsbank.

Da's mooi. Krijgt de schoolgaande jeugd dus te horen hoe, ondanks het toezicht van Wellink's bank, Fortis in de problemen kwam.

In 2004 riep DNB-directeur Wellink, in het televisieprogramma Buitenhof, het nederlandse volk op hun spaargeld flink te laten rollen. Om de economie een zet in de goede richting te geven. Zou dat ook de boodschap zijn die hij de jeugd meegeeft als hij met de Geldkoffer de scholen langs gaat en spaaradviezen geeft?

Nu gaat onze Nationale Glimlach ook met die Geldkoffer de scholen langs. En ze vindt dat er meer aandacht voor sparen moet zijn. Verschil van mening met Nout Wellink? Nee hoor.
Ze bedoelt dat ook mensen in arme landen spaargeld op de bank moeten kunnen zetten. Want, zo stelt ze, als er in een land meer wordt gespaard, dan ontwikkelt de financiële sector zich beter en kunnen er meer kredieten worden verstrekt voor de nodige investeringen.

Ah! Helemaal goed, denkt Nout Wellink. Wat een verstandige prinses hebben we toch. Tuurlijk, het orakel van de Nederlandsche Bank had zich vergist. Fortis zou niet vallen. Maar nu dat wel gebeurde, is het goed zo'n financiële instelling overeind te houden. Kan men het spaargeld van de burgers investeren in de volgende aankoop?

De tentoonstelling “Geld en je leven!” is vorm gegeven als een soapserie. Dat lijkt me nu weer wel een juiste keuze. Alleen met de keuze van de hoofdrolspelers slaat men de plan volledig mis. Dat zijn niet de jonge Moes, Emily en Joshua, maar Nout Wellink, Fortis en natuurlijk Woutertje Bos.

Wat zullen de scholieren van deze tentoonstelling leren? Dat je als bank kan gokken en een te dure overname kan doen? Lopot dat fout dan word je toch gered door vadertje Staat.
Of dat je maar beter kan studeren voor bankier? Het enige beroep waarbij je geld over de balk kan smijten, zonder dat het met je eigen spaargeld wordt verrekend. Sterker nog: je houdt er een leuke som aan over.

Staatsdeelneming en sponsoring

Bos Feyenoord

De werkelijke redenen voor de het kabinet om Fortis en ABN Amro op te kopen, bleken al snel aan het eind van de Algemene Financiële Beschouwingen. Wouter Bos deelde mee dat de Staat, na de overname van Fortis, al het eerste klinkende resultaat binnen had: Feyenoord was een ronde verder in het toernooi om de UEFA-cup (Fortis is sponsor van Feyenoord). De 2e Kamer schoot opgelucht in een schaterlach. Pfff, de vrije markt principes, daar is het de regering niet om te doen. Men wil slechts invloed op het verloop van de voetbalcompetitie.

Het is wel te hopen het credo van Rinus Michels, voetbal is oorlog, tot de verleden tijd behoort, want de Staat heeft ABN Amro ook opgekocht. Sponsor van Ajax. Straks is dit kabinet nog verantwoordelijk voor een heuse burgeroorlog.

Maar weinigen hebben stil gestaan bij de relatie tussen staatsdeelneming en sponsoring. Daar hoefde niemand zich de laatste jaren ook druk over te maken, omdat de regering al vanaf kabinet Lubbers II, het ene staatsbedrijf na het ander in de uitverkoop deed.

Tot Wouter Bos minister werd. Die gaat de geschiedenis even herschrijven. Blijkbaar de schrik nog stevig in de benen over de “puinhopen van paars”, gaat-ie de marktwerking voor de publieke sector reorganiseren. Dat fenomeen werd ingezet onder Lubbers II (privatisering PTT), uitgewerkt onder de kabinetten van zijn voorganger Kok (o.a. privatisering NS) en stevig doorgezet onder Balk I t/m III, waar Zalm de uitverkoop met verve leidde.

De sociaal-democratische inbreng in die geschiedenis wordt gerepareerd door de Nota Staatsdeelnemingen, die Bos eind 2007 aan de Kamer presenteerde. Wouter Bos wil het publieke belang weer dienen en Balkenende kan, verlost van de VVD-visie in dat soort zaken, zijn sociale gezicht opzetten.

Enkele kernpunten uit die nota: Toenemende mate van pro-actieve deelneming van overheidswege en actief beleid op gebied van financieel-economisch toezicht, kritische toetsing bezoldigingsbeleid en beloningenstructuur en Toetsing en bewaking van naleving Corporate Governance Code.

Er had wel een speciale passage aan sponsoring gewijd kunnen worden. Sponsoring is leuke reclame waarmee je de harten van de burger kan winnen. Als private bedrijven hun steentje bijdragen, scheelt dat de staat weer wat in het subsidiëren van publieksaantrekkelijke zaken.

Nu de staat aandeelhouder blijft in zo'n 29 bedrijven, zouden er vragen gesteld kunnen worden over de sponsordoelen.

Neem Connexxion. De overheid is nu nog voor één derde aandeelhouder in dat ov-bedrijf. Connexxion is sponsor van het project Superbus. Een ideetje van Wubbo Ockels en in ontwikkeling bij de TU Delft. Het moet een bus worden die 150 tot 250 km. per uur kan rijden. Een elektrisch aangedreven vehikel dat 20 tot 30 mensen kan vervoeren over betonnen geleidingbanen. Mogelijk interessant als vervanger voor de Hoge Snelheidslijn naar het noorden.

Connexxion is niet de enige sponsor. De ministeries van Verkeer en Waterstaat en Economische zaken doen ook mee. Ofwel: de staat sponsort drie keer de superbus, als aandeelhouder en als subsidiegever. Een ingewikkelde constructie om de files te bestrijden.

Naast projecten binnen het eigen vakgebied treden bedrijven ook op als sponsor voor sport (zie Fortis en ABN Amro), cultuur (de Gasunie sponsort het Cultuurblokje van de Ster) en zelfs de medische sector. De Bank Nederlandse Gemeenten sponsort het Medisch Centrum Leeuwarden en ABN Amro steunt het Kinderhuis in het Medisch Centrum van de Vrije Universiteit.

(Zie deze excelsheet met een overzicht van bedrijven waar de staat in deelneemt en een aantal voorbeelden van sponsordoelen).

De vraag is nu: wat gaat de overheid doen nu ze van plan is haar aandeelhoudersschap als sturingsinstrument actiever in te zetten?

Drie scenario's:
1. Het kabinet gaat zoveel mogelijk 100% van de aandelen verwerven in elk bedrijf. Vervolgens schaft men rijkssubsidies af voor kunst, technologische innovaties voor verbetering van milieu en verkeer en delen van de medische zorg.
2. De rijkssubsidies blijven, maar om het aandeelhoudersschap niet al te duur te maken en rendabiliteit te versterken, stopt men met de sponsorgelden.
3. Er verandert niets. Het kabinet vindt sponsoring wel een mooi middel om verkapt subsidies te verstrekken.

Ik denk dat het combinatie van alle drie wordt. De vraag zal meer zijn: waar vallen de klappen?

België in tas en as

Tasjes

De Belgen kopen veel te veel herbuikbare tasjes. Ze kosten amper wat, dus wie de vorige week gekochte tas vergeet, gaat niet terug naar huis om die netjes op te halen.

De supermarkttasjes vormen wereldwijd een grote plaag. Jaren geleden zag ik al, op een trip door een stukje woestijn, duizenden plastic tasjes meegevoerd worden door de woestijnwind. Een bizar gezicht.

Begin dit jaar vroeg GroenLinks aan milieuminister Cramer om maatregelen. Nou wil GroenLinks nooit meer geafficheerd worden als dictatoriale communisten, dus vroeg men de minister vrijwillige afspraken met de winkels te maken. En ja, mocht dat niet helpen, dan moesten de tasjes maar wat duurder worden.

Hoe duur moet zijn tasje wel niet zijn, wil zo'n maatregel effect sorteren?

In China koos men voor een radicaler besluit. Maar ja, dat zijn nog steeds van die communisten, niet waar? In China is dat plastic tasje verboden.

De oplossing is natuurlijk veel simpeler. Geen tasjes meer aanbieden. Die keuze zal niet snel worden gemaakt, want een deel van de verpakkingsindustrie stort dan in.

Maar men zou wel meer regie kunnen voeren. De supermarkt koopt wat tasjes in en als ze op zijn, dan is het gewoon een maandje wachten tot er weer een nieuwe voorraad is. Een jaar later wordt de tasloze periode twee maanden, het jaar daarop, een kwartaal. Wellicht gaan de klanten op den duur wat zorgvuldiger om met hun herbruikbare tasjes.

Mocht dat nou ook niet helpen, ja, dan gewoon stoppen met de productie van die dingen.
Het kan ook anders. Op momenten dat de winkel door de tasjes heen is, kan men ook een actie starten de tasjes weer terug in de winkel te krijgen.
De tasjes kunnen ook als “spaarpunten” gelden. De klant die er vjjf teruglevert krijgt 5 procent korting op zijn aankoop, Wie er tien teruggeeft krijgt 7,5 procent korting. Zoiets.
De teruggeleverde spaarpunttasjes gaan natuurlijk onmiddelijk weer de verkoop in.

Misschien moeten creatieve techneuten aan de slag. Is er niet een tas te ontwerpen die je de deur uit kan sturen om een boodschapje? Boodschappenlijstje intikken, klikken op de knop 'Start' en terwijl je lekker op de bank je favoriete soap ligt te kijken, komt het ding een uurtje later volgeladen terug.

Heeft u een andere oplossing?

Ontwaakt aandeelhouders der aarde

Ontwaakt aandeelhouders der aarde

De staat wordt aandeelhouder van Fortis. Wie is de staat? Is dat de minister van Financiën? Het voltallige kabinet? De koningin?

De staat? Dat zijn wij. Een visie die niet door iedereen wordt gedeeld. Een slogan van socialistische aard, maar die ook van stal wordt gehaald door niet-socialistische bestuurders, als de burger weer eens op de eigen verantwoordelijkheid wordt gewezen.

Nu banken vallen en her en der de staat zich met de financiële markt gaat bemoeien, geniet menig burger toch wat ongerust zijn nachtrust. Ergens hopend op wakkere volksvertegenwoordigers, als Paul Tang (PvdA), die in de Algemene Financiële Beschouwingen de regering er op wijst dat “we uiteindelijk als belastingbetaler de facto aandeelhouder zijn in de grootste financiële instellingen. En bij een aandeel hoort zeggenschap”.

Meer en beter toezicht op de banken, pensioenfondsen en verzekeraars. Meer invloed van de staat om overdadige beloningen aan banden te leggen. En niet alleen voor de groten zorgen, ook op de kleintjes letten: de koopkracht van de pensioenen, het spaargeld en het inkomen van de kleine aandeelhoudertjes overeind houden. De PvdA komt op voor “die trouwe spaarders met relatief kleine vermogens tegemoet te komen. Bijvoorbeeld bij het Belastingplan door de vrijstelling in de vermogensbelasting te verhogen, zodat deze belasting er niet toe leidt dat maandelijkse storting volgend jaar minder waard wordt dan nu”.

Maar goed, de “kleine man” vraagt zich ondertussen af wat-ie moet doen. Wel sparen of juist niet? Het geld van de bank halen? Huis verkopen? Aandelen verkopen? De vertwijfeling groeit. De ingewikkelde informatie wordt slecht begrepen en dus laat men het aan deskundigen en politici over naar de oplossingen te zoeken. Wel zijn een groeiend aantal mensen van mening dat de banken niet met geld van de burger moeten worden geholpen. De malaise is tenslotte niet de schuld van de burger?

Natuurlijk niet. Als je je door een bank een iets te grote hypotheek laat aansmeren, mag je vertrouwen op de deskundigheid van die bank.
Even zo goed mag je verwachten dat de financiële jongens en meisjes deskundig genoeg zijn om de grote smakken geld met een even grote verantwoordelijkheid te beheren. Doen ze dat niet, ja, dan zijn ze schuldig. Dus draaien er ook zelf maar voor op.

Maar is er wel sprake van enige medeplichtigheid. De bankemployees wordt verweten uit hebzucht hun beloningen op te schroeven, meer geld uit te lenen dan er aan onderpand tegenover stond en soms wild en onbezonnen te speculeren.

Die hebzucht valt ook menig burger te verwijten. Natuurlijk wil men een koophuis, ook al ziet men dat er maar iets tegen hoeft te zitten om in de problemen te komen. En als de bank zegt dat je met je creditcard een paar duizend euro rood mag staan, dan gaan aardig wat mensen ook tot het uiterste van de rode marge. Voor een nog breder beeld om real life te bekijken, voor een duurdere vakantie, voor de nieuwste gadget voor mobiele communicatie. Waarom zouden alleen de duur betaalde banktoppers luxe mogen leven? Het is juist fijn dat die banken solidair zijn met de wat minder bedeelden en al die prachtige leningen en beleggingshypotheken hebben bedacht.

Nu blijkt dat er onzorgvuldig is gehandeld om al die hebzucht te financieren, wordt het wel tijd dat de burger zich op zijn positie beraadt. Die mogelijkheid doet zich voor nu de staat zich met de financiële markt gaat bemoeien. De burger mag tenslotte gezien worden als aandeelhouder van de staat en mag wel eens nadenken over de keuzes die men als aandeelhouder heeft gemaakt.

Onder het nu gekozen bewind, heeft de staat de banken te veel speelruimte gegeven. Aarzelend optreden om de topbeloningen aan te pakken. Wel vermaningen uitdelen dat de banken zich wat beter aan de Code Tabaksblat en de Code Frijns te houden, maar echte ingrepen bleven uit.

Nu is de staat van plan geld te lenen om gevallen banken te redden. De aandeelhouders van de staat zouden nu eens wakker kunnen worden en de staat oproepen die leningen uiterst zorgvuldig te besteden.

De aandeelhouders hebben tenslotte hun vertegenwoordigers in het parlement, mogen hun mond opendoen in opiniepolls en het staat hen vrij zelf initiatieven te nemen. Wie morgen weer een ongestoorde nachtrust wil, zal toch echt andere keuzes moeten maken.

Update: Lees ook dit stukje op Sargasso, over VS-burgers die de “bailout” niet zien zitten. Met daarin de aardige opvatting dat de overheid niet de banken te hulp moet schieten, maar de burgers met een slechte hypotheek. Ook een manier voor de saat om haar aandeelhouders tevreden te stellen.

Malaise in de polder

Hygiënecode

Bakker: “Mijn bank zegt er ook een te hebben, maar dat blijkt een broodje aap verhaal”.

gedragscode LTO

Boer: “Ja, dat hebben we overgenomen van de banken. Wel zuur, dat we de beloning die de banken krijgen bij het verstoren van een nest, niet in de code hebben kunnen opnemen”.

Godsgeloof verlicht pijn

Kerkganger: “Ik kan de banken aanraden eens bij meneer pastoor te biecht te gaan”.

Campagne tegen valongelukken

Verpleegster: “Kijk, valt er een bank, dan wordt die met wel meer geld overeind geholpen. De zorg duur? Ligt er maar aan over welke zorg je het hebt”.

Inpakken en wegwezen

Inpakken en wegwezen

Morgen is de laatste dag dat u een schatting kan opgeven van de verpakkingsbelasting die u dient te betalen. Dat wil zeggen: als u een bedrijf heeft dat zijn produkten verpakt verkoopt. Bent u een klant van dat bedrijf dan betaalt u dat al lang aan de kassa natuurlijk. U hoeft er niet op te rekenen dat u dat weer van uw eigen belasting kunt aftrekken. De bonnetjes die u per 1 mei hebt bewaard kunnen bij het oud papier.

Hoewel het nog een behoorlijk rommeltje is met de nieuwe wet op verpakkingen, duldt staatsecretaris De Jager geen enkel uitstel. De vooraangiften dienen morgen binnen te zijn. Een dag later en u kunt op fikse boetes rekenen.

De verpakkingsbelasting is dit jaar op 1 januari van kracht geworden. Er was veel weestand tegen en een aantal van de kritiekpunten zouden in de nieuwe wet opgenomen worden. Bovendien vinden bedrijven dat de wet ingewikkeld was en te snel was ingevoerd. Alles bij elkaar reden om de eerste datum waarop de bedrijven hun schattingsformulieren moesten inleveren, wed doorgeschoven naar 30 september.

Na die beslissing werden er wat knelpunten opgelost en werd de wet veranderd. Op 16 september presenteerde de regering het nieuwe belastingplan. Bedrijven hadden dus 14 dagen de tijd om de veranderingen te lezen, te begrijpen en in hun administratie door te voeren. Opnieuw reden voor bedrijven om verder uitstel te vragen, want men zag door de bomen het bos niet meer.
In een NRC-column werd opgeroepen de hele wet maar even te laten voor wat het is en per 1 januari 2009 met een nieuwe wet te komen.

Kijk, als de regering moet wachten tot de belastingbetaler klaar is voor veranderingen, blijft er van de overheid niet meer dan een onsje over. Dat moeten we niet willen, heet dat in normen en waarden-jargon.

Maar is de overheid wel klaar voor? De belastingdienst kapt nog steeds met tal van andere problemen en loopt het risico er nu nog eentje bij te krijgen. Maar staatsecretaris De Jager laat zich niet inpakken. De man moet natuurlijk zijn begroting kloppend zien te krijgen. Of zou-ie bang zijn dat van uitstel afstel komt? Dan moet hij natuurlijk weer een ander ideetje verzinnen om geld aan te boren.

Ondertussen moeten we wel van een hele hoop verpakkingen af. Als verantwoordelijke burger heb ik mijn best al gedaan, maar dat liep op niks uit. In de supermarkt deed ik de appels en sinasappels los in het mandje, het gehakt wilde de superslager eerst niet zo overhandigen, maar ik hield voet bij stuk. Dat bij het fruit dus. En omdat ik echt weiger mee te betalen aan die belasting heb ik de melk uit het pak gegoten. Ja, AH mag dat pak houden. Idem met de hagelslag.

Aan de kassa ben ik door de beveiliging uit de rij wachtenden gepikt. Ze zagen er wel humor in, maar het kon toch echt niet. Ze maakten het goed met mij. Als ik netjes alles weer zou opdweilen en bij elkaar vegen, dan zouden ze de zaak laten rusten.

Als die beveiligingsjongens nou ook eens naar De Jager stapten: joh, als je de rommel netjes in orde maakt, laten we het verder zo.

Verkiezing tegen de tijdgeest

Verkiezing tegen de tijdgeest

In een reeds uitverkochte Balie in Amsterdam gaat men vanavond tegen de tijdgeest in. Juist nu een aanzienlijk deel der natie trots wil zijn op het kielhalen van 80'er jaren activisten, worden vanavond verkiezingen gehouden waar de beste, de leukste, de domste en de beste toekomstige actie uit de bus moeten rollen. Trots op acties, heet het spektakel en uit 179 nominaties moeten 5 winnaars gekozen worden.

(Opm: Opvallend is dat de inbraak in het ministerie van Economische Zaken, het akkefietje waar Duyvendak de medeverantwoordelijkheid voor opeiste, zowel in de categorie Beste actie als de categorie Domste actie staat genomineerd).

Het hele idee ademt een soort luciditeit uit die meer aan acties uit de 60'er en 70'er jaren. In de 80'er jaren verloor men steeds meer het gevoel voor humor en werden acties wat grimmiger. Logisch, want als een goeie grap niet helpt, wat dan wel?

Nu het er vandaag de dag ook weer wat grimmiger aan toe gaat, lijkt me een revival van de lucide acties hard nodig. Hoewel je nog moet oppassen met de toegepaste middelen. Gebakken lucht verkopen voor bij de beursgang van Nina Brink's World Online (2002) zou vandaag zo weer toepasselijk zijn op Wall Street.
Leuke actie, zijn tijd ver vooruit, want reken maar dat er in Amerika wat burgers tegen een lege koekenpan aan moeten kijken wegens de praktijken van hebzuchtige banken.

Bij de acties van het Ontregelingscommando zou je echter wat vraagtekens kunnen zetten. Genomineerd wegens hun pogingen tot “het in verwarring brengen en ontregelen van in de 'rat race' geraakte, op automatische piloot functionerende medemensen”.
Tussen de witte strepen op het asfalt een schaar schilderen, is een voorbeeld van een grap met een glimlach. Je wordt toch even uit het alledaagse gewoontepatroon getrokken. Hard nodig, om ook eens anders tegen vanzelfsprekendheden aan te kijken.

Maar diezelfde actiegroep lokte ook de bouviers van een lid van de Centrumpartij weg, om de beestjes even later geel geblondeerd (!) weer af te leveren. Tja, die waren ook hun tijd ver vooruit, maar om dat nou over de ruggen van die honden te doen? Ik zou een stapel afgekeurd witbrood op 's mans stoep gekieperd hebben met de boodschap er bij: hier lusten de honden geen brood van.

Een aardige en goede actie was het solliciteren bij kerncentrale Borssele. Aanleiding was een rapport van de IAEA (Internationaal Atoom Energie Agentschap) waarin kritische noten werden gekraakt over de kerncentrale. Wegens te weinig personeel en slechte bijscholing voldeed de centrale niet aan de veiligheidseisen.
Actievoerders togen naar Borssele, met bij zich bijscholingsmateriaal waarin stond hoe je een kerncentrale kon stilleggen. De directie zei echter geen personeel nodig te hebben en de poort bleef voor de sollicitanten gesloten.

Een leuke actie, die evengoed genomineerd zou kunnen zijn voor de categorie Domste actie, is het op reis sturen van tuinkabouters. Leuk, want wie de film “Le Fabuleux Destin de Amélie Poulain” heeft gezien, weet hoe de vader van Amélie ontregelt raakt als hij zijn tuinkabouter kwijt is en later ansichtkaarten uit heel de wereld krijgt, waarop zijn geliefde gnoom staat afgebeeld en de groeten doet uit tal van vakantiebestemmingen. Het leidt er uiteindelijk toe dat de aan huis en haard vastgeroeste man, zijn leventje laat voor wat het is en ook op reis gaat.

Het is een wat domme actie, want er zou ook uit begrepen kunnen worden dat je van filmische fictie werkelijkheid kan maken.
Maar goed, die keuze is aan de filmkijker. De één komt zo op het idee met een agitprop filmpje de werkelijkheid in zijn eigen, selectieve volgorde te zetten, een ander zet vanzelfsprekende alledaagsheid en nauwe blikvorming te kijk.

Aan dat laatste ontbreekt het heden ten dage te veel. In de categorie Beste toekomstige acties heb ik ook nauwelijks enige creatieve humor gezien. Dat vraagt op actie. Jouw reactie dus.
Mag ik een beroep doen op uw luciditeit en hier wat acties terugzien, die vandaag en morgen nodig zijn?

Update 29/09/08 En hier de uitslag.

Elektronische dossiers. Zijn we er klaar voor?

Elektronische dossiers.

ECD, EPD, EKD, EMD en EZD, allemaal elektronische dossiers waar gegevens van cliënten, patiënten, kinderen, medische gegevens en zorg in worden opgeslagen.

De grootste angst, en dus de meeste discussie, betreft de privacybescherming. Dossiers kunnen makkelijker aan elkaar worden gekoppeld, jan-en-alleman kan er in en digitale dossiers zijn gevoelig voor hackers. Knelpunten waar hopelijk technologie en gezond verstand een uitweg bieden.
Er is echter een ander probleempje dat verstrekkende vervelende gevolgen kan hebben.

Een pc kan makkelijk een hoeveelheid dossiergegevens bewaren, waar je tot nu toe al gauw een paar flinke kamers voor moest reserveren. Het invoeren en indelen van die gegevens gaat ook een stuk makkelijker. Da's maar goed ook, want wet- en regelgeving schrijft voor dat we omwille van de kwaliteit, transparantie en verantwoording van alles en nog wat moeten registreren, melden en rapporteren.

Dat gaat goed, tot het teveel wordt. “Tot op dit moment zijn alle dossiers ons even lief, maar in de toekomst gaan we ons meer richten op hoge risico’s”, zegt Bert Leufkens, voorzitter van het CBG (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen).

Hij zegt dat naar aanleiding van de heparinecrisis. Heparine wordt gewonnen uit het darmslijm van varkens en wordt gebruikt bij het vervaardigen van geneesmiddelen bij nierdialyse en bepaalde operaties.
Begin dit jaar bleek dat er vervuilde heparine, afkomstig uit China, in westerse medicijnen zat. In Amerika leidde dat tot zeker 246 doden, hier kregen zo'n 50 mensen de verkeerde heparine binnen, maar bleven in leven.

Dat laatste is onder andere te danken aan vergaande controlesystemen en een goed opererend crisisteam dat na de eerste alarmerende berichten uit Amerika, de juiste maatregelen nam. Opmerkelijke passage uit het artikel over deze kwestie op Medisch Contact: “De producent van de grondstof staat in het registratiedossier. Dat deel is echter niet openbaar. Een arts kan niet kiezen voor heparine van eigen bodem, die onder beter toezicht staat, van Westerse autoriteiten.
Het CBG en de inspectie hebben deze informatie wel. Als een fabrikant kiest voor een andere grondstofleverancier, moet hij daarvoor toestemming vragen bij de geneesmiddelenregistratieautoriteit en controles uitvoeren. Dit gebeurt echter achter de schermen. Voor een arts is niet openbaar wanneer dit gebeurt en wie de oude of de nieuwe leveranciers zijn”.

Je zou zeggen: open gooien die dossiers. Maar die moeten dan wel heel goed inzichtelijk ingericht zijn. Anders wordt het zoeken naar een speld in een hooiberg. En daar de voorzitter van het CBG al aangaf dat het ondoenlijk wordt alles bij te houden, zouden de dossiers akelig onvolledig kunnen worden.

In de medische wereld is men zich terdege bewust van de risico's die massa's informatie en/of onvolledigheid met zich meebrengen. Terwijl de overheid snel het EPD (electronisch patiënt dossier) op poten wil hebben omdat men het een goed instrument vindt bij het aantal medische missers terug te dringen, trappen huisartsen op de rem. Ze willen eerst zeker zijn dat het systeem goed werkt en dat de gegevens kloppen.

Die zorg is terecht. De verantwoordelijke minister weet niet eens hoe ver de ziekenhuizen zijn met het invoeren van de papieren gegevens in de digitale versies. Ondertussen groeit de berg informatie. In België kwamen er in één jaar tijd een kwart miljoen patiëntendossiers bij. Dat komt ook omdat daar elke burger aan zijn huisarts kan vragen een GMD (Globaal Medisch Dossier) aan te leggen. Artsen krijgen daar een vergoeding voor en sommige critici zien hierin een lucratieve bijverdienste voor de dorpsdokter.

De uitspraak van de voorzitter van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (“tot op dit moment zijn alle dossiers ons even lief, maar in de toekomst gaan we ons meer richten op hoge risico’s”), lijkt geruststellend. De hoge risico's worden gemonitored. Maar wat te doen met de rest van het dossiers? Negeren, omdat men geen mensen genoeg heeft alle informatie te screenen?
En hoe zou een huisarts of jeugdhulpverlener de beschikbare dossiers doorspitten? Dat meer informatie bij elkaar komt is mooi, maar ook veel en één belangrijk zinnetje is zo over het hoofd gezien.

Dat kan ook gebeuren met papieren dossiers. Maar juist omdat een elektronisch dossier de potentie heeft alles makkelijker te maken, verdient dit punt aandacht.
Zo'n digitaal dossier kan ook voorzien worden van waarschuwingssignalen om de deskundige te alerteren. Het kan veel handiger worden ingericht zodat men met een paar muisklikken bij de juiste informatie komt.

De vraag is dus: hoe snel moeten de elektronische dossiers werkelijkheid worden? Zijn we er al klaar voor of moeten we wachten tot alle knelpunten zijn opgelost?

Zegt u het maar in onderstaande poll en geef uw toelichting met Jouw reactie.

Feiten en cijfers

Feiten en cijfers

Het CBS houdt dit land nauwlettend in de gaten en doet met grafieken en diagrammen verslag van de toestand in de polder. Feiten en cijfers. De statistieken der alledaagse werkelijkheid.
Vandaag presenteerde het CBS een heel wonderlijk rijtje. De beweeglijke grafieken van onze economie.

Het gaat goed, volgens de consumenten. Ze klagen wel steen en been, dat doen ze al jaren, maar nu klagen ze ineens wat minder. Het vertrouwen in de economie is licht gestegen, becijferde het CBS.

Het gaat slecht, vinden de industriële producenten. Het vertrouwen in de economie is onder het nulpunt gedaald. Men vreest dat de orders zullen uitblijven, constateerde het CBS.

Het gaat goed, menen de huishoudens. En om dat te bewijzen hebben ze meer uitgegeven aan goederen en diensten dan vorig jaar. De huishoudens worden wel wat kieskeuriger. Aan voedings- en genotsmiddelen geeft men minder uit, aan duurzame goederen weer wat meer.

Het gaat slecht somberen de zakelijke dienstverleners. Ze zijn niet zo tevreden over de orderontvangsten. Echter, in tegenstelling tot hun industriële collega's blikken ze wel hoopvol de toekomst in. Men verwacht de komende drie maanden weer een hogere omzet.

Het gaat goed volgens het CBS zelf, dat een aardige banengroei noteerde. Zakelijke dienstverlening, handel en de zorg boden meer banen, de industrie en de overheid deden nauwelijks mee.

Het gaat slecht, zegt datzelfde CBS. De conjunctuur is over de top heen. Nu geen golvende grafieken en diagrammen om het te staven, maar een speeltje waarmee je zelf kan zien hoe in de afgelopen jaren en maanden de economie grotendeels floreerde, maar verwachtingen en vertrouwen de schitterende economie een stuk doffer heeft gemaakt. Vijftien indicatoren zeggen hoe het er met de nederlandse conjunctuur voorstaat.

Het gaat goed, beweert opeens het CBS tegen haar eigen feiten en cijfers in. De economische groei nam in het tweede kwartaal van dit jaar met 3 procent toe. Er werd behoorlijk meer geproduceerd in de bouw en aardgas. Andere sectoren groeieden echter minder. Er werd wel flink geïnvesteerd.

Wat uit deze feiten en cijfers blijkt is dat je de economie net zo kunt meten als het weer. Het KNMI begon ooit naast de werkelijke temperaturen de gevoelstemperatuur weer te geven.
Het CBS doet hetzelfde. De harde cijfers over productie, import, export, consumentenbestedingen, werkgelegenheid, investeringen, kosten en prijzen, worden afgezet tegen het gevoel van consumenten en producenten.

Die laatste twee graadmeters worden meegenomen in het plaatje van de conjunctuur. Niet onlogisch. Neem opnieuw het weer. Als de gevoelstemperatuur een stuk kouder is dan de werkelijke, zouden de consumenten natuurlijk eerder behoefte hebben aan warme jassen sjaals en handschoenen.
In het economische klimaat vinden de consumenten het nog wel wat kil, maar toch een stukje warmer dan een maand of drie geleden. Wie er wat warmpjes bijzit, geeft ook wat makkelijker geld uit. Dus die wat hogere bestedingen van de huishoudens zijn daarmee verklaard.

Toch moet je oppassen met dat gevoel. Even kort door de bocht: als men in Groningen zich wat kouder voelt wegens een wat straf oostenwindje, kan dat van invloed zijn op de landelijke gevoelstemperatuur. Voor je het weet krijgen ze in Brabant de griep, terwijl het redelijk windluw was.

De sombere industriëlen en zakelijke dienstverleners zouden de stemming landelijk flink kunnen drukken. Echter, in deze zelfde maand berichtte het CBS ook dat we meer wijnboeren in ons land hebben (groei), de omzet in de computerbranche 10 procent hoger was dan vorig jaar (meer groei), de detailhandel 5,4 procent meer had omgezet (nog meer groei) en de export met 4 procent was toegenomen (en alweer meer groei).

Zonder groei geen gezonde economie, luidt het devies van ons stelsel. Als dat waar is, dan moet de depressiviteit van een paar sectoren natuurlijk niet de economische gevoelstemperatuur van heel het land omlaag jagen.

Tot nu toe is het wel gebruikelijk om andere factoren dan louter economische parameters mee te nemen om de conjunctuur te schetsen. Dat gaat dan wel om factoren die direct invloed hebben op de economie: klimaat, politiek, oorlogen, technologie en jawel, de psychologie van de consument.

Tenslotte maakt die uit of er veel of weinig wordt gekocht en dus even zoveel of weinig kan worden geproduceerd. Nou is dat een zeer betrekkelijk gegeven. Behalve dat producenten met behulp van reclame de consument “motiveren” en aan het kopen houden, blijkt een sombere consument zijn depressiviteit ook wel eens weg te willen kopen. Met lekker eten of een luxe hebbedingetje. Een depressieve consument koopt liever vandaag nog wat, want morgen kan het allemaal wel eens helemaal over zijn.

Een van optimisme blakende consument denkt wellicht dat zijn geld lekker groeit op de spaarrekening en zet hele bedragen vast. Ja, ook een consument denkt wel eens aan groei van zijn kapitaaltje. Zonde, want wat je daar al niet van kan kopen. En of een consument nou uit voorzichtig pessimisme of overmoedig optimisme zijn geld op de spaarrekening stort, het maakt niet uit.
De baas van De Nederlandse Bank zei eind 2004 al dat geld moet rollen om de economie springlevend te houden.
Niet potten, maar uitgeven dus.

Maar goed. Het CBS concludeert dat het wel even minder wordt met de algehele conjunctuur. Dat kan alleen maar kloppen als het duurzaam pessimisme van de consument wordt mee gemeten. De consument mag dan ietsjes vrolijker zijn gestemd, blijkbaar weegt dit minpunt zo zwaar, dat de plusjes van groeiende sectoren, dalende werkloosheid en stijgende investeringen teniet wordt gedaan.
Kortom: de conclusie van het CBS heeft evenveel gevoelswaarde als enkele van de door het CBS gemeten parameters.

De economie volgens het CBS: het is net het weer. Hebben ze in Amerika ook een CBS?
Wellicht zouden ze dan niet zo'n moeite doen de kredietcrisis te bezweren. Want de feiten en cijfers geven weer: het kan vriezen, het kan dooien.