Oude bekende onderzoekt boekhouding Beatrix

Oude bekende onderzoekt boekhouding Beatrix

Geheel onverwacht gaat de telefoon in het redactielokaal.

pp: “Met redaktie van Codes, keuzes en….”

Zalm: “Amice! Heb je het al gelezen?”

pp: “Heer Zalm! Da's lang geleden”.

Zalm: “Ja, ja, druk geweest, hè”.

pp: “En waar dank ik dit genoegen aan?”

Zalm: “Wel, ik ben weer helemaal in beeld. Dat wilde ik u even laten weten”.

pp: “Ah, juist. Maar wat is er aan de hand dan. Gaat Mark Rutte weg?”

Zalm: “Nee, nee, amice, het is…

pp: “Heer Zalm, het mag dan lang geleden zijn, maar mag ik u er aan herinneren mij absoluut geen amice te noemen?”

Zalm: “Ach, nou u het zegt. Anders ligt u eruit bij uw vrindjes, hè?”

pp: “Precies. Maar waarom belt u dan?”

Zalm: “Wel, ik ga een groot onderzoek leiden”.

pp: “Zoho, da's spannend. En wat gaat u dan onderzoeken?”

Zalm: “De boekhouding van ons koningshuis!”

pp: “Oh? Da's mooi, daar zou ik zou zelf ook wel eens een kijkje in willen nemen”.

Zalm: “Ja, maar u bent daar niet voor gevraagd, mijn beste”.

pp: “Heer Zalm, ik ben uw beste niet! Maar het klopt, mij wordt nooit wat gevraagd”.

Zalm: “En toch maar doorbloggen, is het niet? Het lijkt mij voor de hand liggen dat voor dit onderzoek een deskundige wordt gevraagd”.

pp: “Ah! En dat bent u dus”.

Zalm: “Zeker, van boekhouden weet ik bijna alles”.

pp: “Da's waar. En ook van boekhoudingen waar een luchtje aan zit”.

Zalm: “U bedoelt?”

pp: “Nou ik herinner me dat u in 2004 het ministerie van Onderwijs onder de loep moest nemen omdat er maar lukraak gedeclareerd werd, volgens de Rekenkamer. Er zou zelfs sprake zijn van zelfverrijking”.

Zalm: “Ach, de Rekenkamer houdt er zo heur eigen methodes op na. Ik had wel vaker verschil van mening met die jongens. Die konden maar op één manier naar de zaken kijken”.

pp: “Ja, ze kijken alleen naar de vorm, heeft u gezegd in een radio-interview. U zei dat als ze daar een diner declareerden, maar de bon vergaten in te leveren, de Rekenkamer dat fout vond”.

Zalm: “Nou, nou, u hebt een geheugen als een google-server. Chapeau!”

pp: “Even on-topic blijven, heer Zalm. Het ging toen niet om een enkel vergeten bonnetje, maar om creatieve boekhouding”.

Zalm: “Daar is op zich niks mis mee”.

pp: “Nee, daar heeft u wel de nodige ervaring mee”.

Zalm: “Ik krijg het gevoel dat u mij nu niet helemaal au serieux neemt”.

pp: “Uw creativiteit neem ik hoogst serieus! De manier waarop u ook in 2004 de pc-privé regeling wist af te schaffen mag wel een staaltje ijzersterke begrotingstechniek genoemd worden”.

Zalm: “Oh, dat. Wel, dank u voor het complement”.

pp: “Ja, en dat uw ministerie toen geen gesjoemel met bonnetjes tolereerde is nu wellicht een van de redenen waarom u dit onderzoek mag leiden?”

Zalm: “Ik volg u even niet…..”

pp: “Nou, als u net zo streng de bonnetjes van Beatrix behandelt, dan is de kans groot dat de schatkist nog wat tegoed heeft, toch?”

Zalm: ” Dat weiger ik voorlopig nog even te aanvaarden”.

pp: “Hé, nu citeert u uzelf!”

Zalm: “Huh?”

pp: “Dat zei u precies zo in dat eerder genoemde interview, toen er gevraagd werd wat er ging gebeuren als de anonieme aantijgingen over gesjoemel op OCW waar zouden blijken”.

Zalm: “Ons koningshuis is het OCW niet en bovendien is het niet de bedoeling dat ik bonnetjes ga navlooien. Ik moet slechts de kosten in kaart brengen. Ik ga onderzoeken hoe dat het beste kan geschieden”.

pp: “Ik kan me voorstellen dat men alle vertrouwen in u heeft”.

Zalm: “Beluister ik nu weer een enigszins geringschattende toon?”

pp: “Heer Zalm, ik zou niet durven! Ik doel op uw ervaring met het in kaart brengen van kosten”.

Zalm: “Zoals?”

pp: “Nou, u dacht in 2005 de bijdrage aan de EU omlaag te brengen door de invoerrechten door te berekenen. Dat vond de EU-rekenkamer niet zo netjes van u”.

Zalm: “Ja zeg, onze contributie was al duur genoeg! Je moet toch wat? Ik meende op te komen voor de belangen van de Nederlandse burgers”.

pp: “En dat deed u in 2006 nog eens dunnetjes over door de burger op te roepen de OZB (onroerende zaak belasting) niet te betalen omdat de gemeenten, naar uw smaak, te hoge tarieven vorderden”.

Zalm: “Luister, beste kerel, dat was mijn goed recht. Het aan de kaak stellen van onrechtvaardigheden is niet alleen het prerogatief van blaaskaken die in de 80-er jaren hier er zo'n zootje van maakten!”

pp: “Maar het was wel een tikkeltje burgerlijk ongehoorzaam”.

Zalm: “Mwah, het zou wat. Als iets te duur is, dan is dat onrecht en dat dient ten alle tijde bestreden te worden”.

pp: “De kosten van het koningshuis worden door sommigen ook te duur gevonden”.

Zalm: “Ja, en? We hebben hier toch altijd nog vrijheid van meningsuiting?”

pp: “Jazeker, maar gaat u dat onrecht ook aanpakken?”

Zalm: “U laat opnieuw uw ondeskundigheid blijken. Om te beginnen moet het onderzoek nog plaatsvinden. En duur of niet duur, ik ga enkel onderzoeken hoe die kosten zo transparant mogelijk in kaart te brengen zijn”.

pp: “De hoogte van die kosten, daar heeft u geen mening over?”

Zalm: “Amice, een onderzoeksleider dient objectief te zijn”.

pp: “Heer Zalm, nou doet u het weer!”

Noot: Tijdens zijn ambtsperiode waren hier regelmatig gesprekken met heer Zalm te lezen. Klik op Archief en ga naar Opmerkelijke Gesprekken en scroll naar Zalm aan de lijn.

Politci en ingenieurs

Politici en ingenieursDe TU Delft wil politici in de collegebankjes hebben. Kamerleden worden uitgenodigd zich bij te laten spijkeren op gebied van (onder andere) kernenergie en biobrandstoffen.
In workshops van twee dagen denkt de TU de politici voldoende bijgeleerd te hebben, zodat men met wat meer verstand van zaken de politieke besluitvorming rond kan krijgen.

Op het Binnenhof lopen slechts zes afgestudeerde TU'ers rond. Camil Eurlings en Antoinette Vietsch (CDA), Martijn van Dam (PvdA) en Teun van Dijck (PVV) hebben allen technische bedrijfskunde gevolgd. Roland Kortenhorst (CDA) en Diederik Samson (PvdA) hebben respectievelijk scheepsbouw en kernfysica op zak.

Mevrouw Vietsch en heer Samson kennen de TU Delft van binnen, dus zij kunnen hun collega's vertellen of het nou leuk is om in de delftse collegebankjes plaats te nemen. Enige overredingskracht is wellicht nodig, omdat de TU als licht ontvlambaar bekend staat. De kamerleden hoeven zich geen zorgen te maken. De TU Delft heeft ruim ervaring in het redden van stoelen, dus mochten de collegebankjes vlam vatten, dan mag men er op rekenen eveneens naar buiten te worden gebracht.

Het is een loffelijk initiatief om kamerleden van meer kennis te voorzien. Maar stel je eens voor dat meer vakgebieden op dat idee komen en de parlementariërs ook nog eens wat dagen naar de Landbouwhogeschool in Wageningen gaan. En naar de Erasmus medische faculteit in Rotterdam. Of naar één van al die andere academies en hoge scholen die hun expertise aanbieden.
De toch al zo druk bezette volksvertegenwoordigers zouden aan het controleren van de uitvoerende macht niet meer toekomen.

Misschien is het een beter idee wetenschappers continu aan de zijde van de politici mee te laten denken. Nu mogen sommige wetenschappers wel hun adviezen uitbrengen in één van de vele adviesorganen, maar mee beslissen is er niet bij.

De TU Delft gaat de wetenschap ook dichter bij de burger brengen. Als dat succesvol blijkt kunnen bijgeschoolde leken en poltici samen met wat deskundigen voortaan wel samen de politieke besluitvorming uitvoeren.
De kloof tussen wetenschap en burger, tussen wetenschap en politiek, tussen kennis en beslissen kan dankzij de TU kleiner worden. En daarmee ons democratisch stelsel anders ingericht.
De leek, de deskundige en de politicus voortaan aan het roer.

Geslaagde status te koop

Geslaagde status te koop

Dat politici eigenlijk een onberispelijke c.v. dienen te hebben, is vandaag opnieuw gebleken. Goed voorbeeld doet goed volgen. Dat gaat ook op voor politici die het met de waarheid niet zo nauw nemen. Fraai voorbeeld: als politici met diploma's schermen die ze helemaal niet hebben, dan denkt menig burger zich op de arbeidsmarkt ook wel beter te kunnen verkopen met een opgewaardeerde c.v.

Het Algemeen Dagblad zegt een lijst te hebben waar namen van nederlandse managers op staan die valse diploma's hebben gekocht.
De geschiedenis leert dat er niks nieuws onder de zon. En dan hebben we het niet over
een vogel die medicinale drankjes verkocht, terwijl hij helemaal geen dokter was. Nee, enkele politici waren de pioniers op het gebied van titelfraude.

Charles Schwietert, namens de VVD staatssecretaris voor Defensie in 1982, kon aftreden toen bleek dat hij niet de doctorandus was, die hij zelf zei te zijn. Ook over zijn militaire rang had hij gelogen. Niks luitenant, slechts een korporaaltje.

In 1994 kon PvdA kamerlid Evan Rozenblad opkrassen, toen aan het licht kwam dat hij geen afgestudeerd rechtenstudent was. Ook hij meldde een een hogere functie in een vorige betrekking: directeur ener universiteit. In werkelijkheid was hij slechts hoofd van de universiteitsbibliotheek.

In 2002 bekende Mat Herben (LPF) geen HBO-diploma voor journalistiek te hebben. Een cursus van twee weken over internationale veiligheid had hij wel gevolgd. Dat de cursusaanbieder, het Clingendael instituut, dat een “postacademische studie internationale veiligheid” noemde, daar kon hij zelf niks aan doen, zo zei hij destijds.

Daarna nam het gesjoemel met academische titels blijkbaar zo'n hoge vlucht, dat Mark Rutte, staatssecretaris voor onderwijs in 2005, een website liet opzetten waar men diploma's op hun echtheid kon laten controleren. Bovendien kondigde hij een onderzoek aan naar de omvang van diplomafraude.

Niet dat dat veel hielp. In 2006 werd bekend dat zijn partijgenote Fadime Örgü zich van de titel doctorandus bediende terwijl ze niet meer dan een lerarenopleiding aan de Hogeschool in Rotterdam had gedaan. Fadime zei dat die titel niet door haar eigen toedoen op de websites van de VVD terecht was gekomen.

Maar goed, de burger had de les geleerd. Weliswaar zonder het behalen van een diploma, maar wel door een geschoolde status te kopen.
De NOS bracht later dat jaar met een undercover-reportage aan het licht, dat er een levendige handel
in nepdiploma's bestond. Via internet kon je zo een havo-diploma bemachtigen. Academische titels? Het zou wat. De gewone burger deed het ook wel voor minder.

Nou was het hebben of verstrekken van namaakdiploma's niet strafbaar, maar de toenmalige minister voor Onderwijs, Maria van der Hoeven, vond het maar niks. Ze zou zich bezinnen op maatregelen. Die zijn er gekomen en per 1 januari 2009 moeten middelbare schooldiploma's aan kenmerken voldoen, die bescherming tegen namaak moeten bieden, Ondertussen is in maart dit jaar al wel een echtpaar veroordeeld voor de verkoop van valse diploma's.

De door het AD gemelde managers dachten de dans te ontspringen door niet via de nederlandse marktplaats-punt-nl hun kwalificaties te kopen, maar ver overzee, in Amerika. Daar zijn acht handelaren in valse universiteitsdiploma's voor de rechter gesleept.
Het AD ontdekte een aantal nederlandse managers op de lijst van klanten, die de Amerikaanse justitie in de zaak gebruikte. De nederlandse verdachten ontkennen in alle toonaarden.

Ach, die paar politici die ooit een iets te briljante c.v. voorschotelden zijn natuurlijk niet verantwoordelijk voor al dat gesjoemel. Mooi voorbeeld gaven ze daarmee niet. Maar blijkbaar volstaat het voor een aantal mensen niet hun status gewoon met goed studeren en werken te verwerven.
Een wat sterkere status betekent natuurlijk wel een hoger salaris. Is ook hier hebzucht de belangrijkste drijfveer achter de maakbaarheid van schone schijn?

Burgerlijke ongehoorzaamheid

Zou het mogelijk zijn dat over pakweg 20 jaar, heel anders wordt gedacht over de “affaire” Duyvendak? Zou het zelfs mogelijk zijn dat de man een standbeeld krijgt, omdat men achteraf meent dat het soort acties waar hij aan deelnam, onontbeerlijk waren voor een “betere samenleving”?

Op het roemruchte weblog Sargasso, houdt redacteur Steeph een pleidooi voor zo'n standbeeld. Hier mijn reactie daarop.

Eerder in de vaderlandse geschiedenis zijn politici die eerst aan de schandpaal werden genageld, later gerehabiliteerd. Zie bijvoorbeeld Willem Aantjes die in 1978 kon opstappen omdat zijn vermeende “verkeerde” polititieke verleden geopenbaard werd door historicus Loe de Jong.
Een half jaar later bleek de Jong’s informatie onjuist en werd Aantjes eer hersteld.

Steeph’s poging tot de rehabilitatie van Duyvendak is misschien een antwoord op Femke Halsema's oproep tot een debat over de burgerlijke ongehoorzaamheid waar Duyvendak en companen zich “schuldig” aan hebben gemaakt in de 80-er jaren.

Of Duyvendak de Nobelprijs voor Burgerlijke Ongehoorzaanmheid verdient, is nog maar de vraag.
Hij heeft namelijk wel gezondigd tegen een aantal regels die de uitvinder ervan (Thoreau) , en later hoogleraar rechtssociologie Schuyt, voorwaarden vonden een rechtsschapen ongehoorzaamheid (lees
dit stukje op Blikopdewereld.nl).

In de 80-er jaren werd regelmatig gezondigd tegen een paar van die regels. Met name deze punten (van Schuyt) werden nogal eens terzijde geschoven:
5) De handeling geschiedt openlijk en in het openbaar;
6) Men werkt vrijwillig mee aan arrestatie en vervolging;
7) Men aanvaardt het risico van straf;
9) Men is principieel geweldloos en blijft volharden in geweldloosheid;

Wat dat laatste betreft wordt Duyvendak verweten niet direct zelf geweld te hebben gebruikt, maar het mogelijk maakte door het publiceren van adressen van ambtenaren.
Zeer twijfelachtige redenering, want wat ik ook publiceer, het ontslaat anderen niet van hun eigen verantwoordelijkheden.
Maar punt 5 t/m 7: ja, daar heeft Duyvendak zich niet zo netjes aan gehouden.

Niet zo netjes en dus, zegt Steeph, heeft hij een een bijdrage geleverd aan “…het laten opbloeien van creatieve, initiatiefrijke geesten die buiten de gebaande paden willen gaan.

Kan het zijn dat het ook tot creativiteit hoort dat die regels van Thoreau en Schuyt niet zo strikt werden toegepast door sommige activisten?
Als je openlijk je actie uitvoert, je onmiddelijk bekend maakt en ook nog eens vrijwillig en zonder verzet meewerkt aan de onvermijdelijke arrestatie, dan kun je er op rekenen dat je een poosje actie-lam zult zijn.
Dat schiet niet op. Je moet minstens het kaliber en de naam en faam van een Gandhi en King hebben, wil je gevangenneming een bijdrage aan de zo broodnodige ontwikkelingen zijn.

Hoewel ik het wel eens ben met Steeph, dat het met de “creatieve initiatieven” niet bijster florissant voor staat dankzij de culturele revolutie der normen en waarden, vraag ik me toch af of er geen betere voorbeelden voor een standbeeld zijn dan Wijnand Duyvendak.

De grimmigheid en hardere lijn van de krakersbeweging, Onkruit en de activisten tegen kernenergie en kernwapens, is helder te verklaren. Parlementaire democratie leek niet in staat de bedreiging van de atoomlobby te keren, noch de woningnood adequaat op te lossen, laat staan een eind te maken aan het militaire instituut dat verantwoordelijk was (en is) voor deelname aan dubieuze oorlogen (= alle oorlogen),

De meer vrolijke, ludieke acties van Provo en de Kabouters hadden slechts geleid tot repressieve tolerantie, dus welke acties konden dan wel het tij keren?
Hardere acties en meer in de illegaliteit, zo dacht men dus.

Beide “trends” hebbben redelijk wat goodwill gehad bij “het publiek”, maar hebben geen van beide kunnen voorkomen dat we nog steeds een samenleving hebben met aardig wat onrechtvaardigheid. Neem alleen al het gegeven dat de verschillen tussen de rijkere en armere burgers groter is geworden.

Als ik moest kiezen voor een standbeeld, dan ligt mijn voorkeur toch bij de ludiciteit van bijvoorbeeld de Provo-beweging. De sfeer is immers nog steeds wat grimmig. Of, zoal het CBS in een grafiekje aangaf: het zwarte soort cynisme is niet van de lucht.
Dat moet toch een stuk vrolijker kunnen.

Hoe zou een hernieuwd burgerlijke ongehoorzaamheid er uit moeten zien?
Ik weet het nu ook even niet. Maar wel volgens twee regels:
regel 4 van Schuyt: men doet niet iets onbezonnens of uit onweerstaanbare woede en, zoals Steeph schrijft: buiten de gebaande paden willen gaan.

Update: Zie , behalve de hierboven gelinkte artikelen van Sargasso en Femke Halsema, ook het artikel Democratische verantwoording op GeenCommentaar.

Het gat van de deur

Gat van de deur

Het was even zoeken, maar uiteindelijk vond Wijnand Duyvendak het gat van de deur. Bepaald geen vertrek met stille trom, maar dat komt vooral doordat een aantal media kans zagen “links” een flinke dreun te geven. Dat heeft Duyvendak wel aan zichzelf te danken, want hij serveerde de media ter rechterzijde een prachtig schot voor open doel. Die is er dan ook keihard ingeknald.

Duyvendak kan in de analen worden bijgeschreven en toegevoegd aan het rijtje politici dat onvrijwillig de uitgang moesten kiezen. Op de website allesopeenrij zien we een overzicht van Duyvendak's voorgangers.
Vanaf 1945 zijn er 14 politici (6 bewindslieden en 8 kamerleden) vertrokken na diverse affaires. Acht daarvan kwamen uit partijen aan de rechterzijde van het politieke spectrum, zes uit het meer linkse kamp (inclusief Duyvendak).
Overigens bleken bij drie politici de aantijgingen niet waar te zijn, maar voor hen was het leed toen al wel geleden.

De meesten zochten het gat van de deur omdat hun integriteit aan grabbels ging naar aanleiding van wangedrag, fraude, verzwijgen van informatie of het opgeven van onjuiste informatie. Bij slecht drie politici ging het om een politiek verleden.

Duyvendak kan gaan omdat hijzelf een verleden opbiechtte, die niet iedereen vindt passen in een onberispelijke cv.
Philomena Bijlhout (LPF) haalde in 2002 het record van de kortst zittende staatssecretaris. Haar deelname aan de milities van Bouterse (Suriname) werd haar kwalijk genomen, evenals het feit dat ze niet eerlijk was over de tijd waarin ze bij die troepen was aangesloten.
Willem Aantjes (ARP) vertrok in 1978, omdat de historicus Loe de Jong hem betichtte van een SS-verleden. Later bleek die informatie niet juist en werd Aantjes gerehabiliteerd. Het leed was echter al geleden.

Je vraagt je wel af waarom, volgens het CBS, zoveel mensen cynisch zijn over de eerlijkheid en betrouwbaarheid van “de politiek”. De rotte appels worden eruit gebonjourd of stappen zelf op. En een lijstje van 14 stuks besmet fruit is over een periode van 63 jaar niet echt indrukwekkend.

Zorgwekkend is wel dat we weer met een retoriek te maken kregen die sterk doet lijken op hetzes die in de jaren van de Koude Oorlog gemeengoed waren. Alles wat links heette te zijn deugde niet en was verantwoordelijk voor menige wantoestand.
Duyvendak is nu symbool gemaakt voor alles wat links zou zijn in de 80-er jaren en het bewijs zijn dat er echt niks deugt aan die hele beweging. Voor aardig wat mensen een reden om die kant van “de politiek” de schuld in de schoenen te schuiven voor alles wat nu nog schots en scheef is aan de huidige samenleving.

Gemakshalve wordt vergeten dat sinds 1945 dit land 45 jaren is geregeerd door midden-rechtse en rechtse kabinetten en slechts 18 jaren midden-linkse coalities de dienst uitmaakten.
Christelijke partijen namen voor 38% deel aan die regeringen. Liberale partijen voor 36% en sociaal-democraten mochten 26% van de regeerdagen aanschuiven.
Waarom er dan nog mensen zijn die laatstgenoemden verantwoordelijk houden voor alles wat ellendig wordt gevonden, is een raadsel. Met kennis van zaken heeft het in ieder geval niet te maken.

Eerder schreef ik hier al dat cynisme oorspronkelijk een filosofische stroming was die afstand wilde doen van het streven naar materialisme. Men geloofde een beter mens te worden door zich met kennis te verrijken.

De huidige cynici lijken daar geen boodschap aan te hebben. Wat jammer dat Duyvendak met zijn gestuntel de onwetenden van koren op hun molens heeft voorzien.

The sound of sales

The sound of sales

Dat je soms wordt belazerd waar je bij staat, was me al wat langer bekend. Toch ben ik elke keer weer verbaasd, als ik ontdek hoe ver zulks kan gaan.

In het NRC trof ik een lezenswaardig artikel aan over sound design. Met mijn conservatoriumverleden klikte ik nieuwsgierig verder, in de verwachting iets te zullen lezen over kunstzinnige geluidssculpturen of techno-composities.

Niets van dat alles. Het ging over het geluid van alledaagse produkten. Aan dat geluid wordt flink geknutseld om de consumenten om de tuin te leiden. Een produkt moet niet klinken zoals het volgens de natuurwetten hoort te doen. Nee, het produkt moet de consument als muziek in de oren klinken en wel die muziek die tot vertrouwen in dat produkt leidt. En daarmee tot de aankoop natuurlijk.

Voorbeeldje: een auto wordt zo ontworpen dat het geluid van een dichtslaand portier past bij de verwachting die een potentiële koper van een bepaald automerk heeft.

Dat met design de kooplust wordt gewekt, wist ik al. Kleur en vorm als verleiders. Dat men ons er regelmatig in laat stinken, is ook geen nieuws. Wat dat betreft ben ik op mijn hoede als ik in een supermarkt pas gemaaid gras ruik. Voortaan zal ik daarbij altijd aan cola denken. Een drankje dat aan mij niet is besteed.

Dat ik echter mijn oren niet meer kan vertrouwen omdat een produkt niet meer klinkt zoals het eigenlijk zou moeten, dat gaat me echt te ver. Maar ja, waar kan een consument nog wel op vertrouwen?

Als de commercie het opkomende neuromarketing goed onder de knie heeft, worden niet alleen onze zintuigen gemanipuleerd, maar heeft men ons volledige bewustzijn en onderbewuste onder controle. De maakbaarheid van de kooplust.

Nog even en eerlijke handel is straks een artefact uit een grijs verleden.

Cynische stuurlui

Cynische stuurlui De beste stuurlui staan aan wal. Ze zijn niet actief in het bestuur en bovendien uitermate cynisch. Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) zet die beste stuurlui met een paar staafdiagrammetjes te kijk.

Een derde van gans het volk zou politiek actief zijn. Da's nog een aardige hoeveelheid en je vraagt je af of de wal zo'n massa wel kan dragen. Politieke activiteit moet niet worden verward met deelname aan politieke partijen. Slechts een ruime 300.000 mensen zijn lid van een partij. Dat soort activisme staat bij het CBS op de 6e plaats van de acht manieren om politiek actief te zijn.

Het allergrootste deel van het huidige politieke activisme bestaat uit ouwehoeren. Via internet, e-mail of sms. De overige methoden zijn ook vooral verbaal van aard. Op de barricaden staan of inbreken op een ministerie, daar blijken de meeste stuurlui op de wal niet zo van te houden.

Opvallend is ook dat de grootste partijen en de partijen met de grootste stemverheffers des volks, de minste actieve aanhang hebben. GroenLinks heeft een erg actieve achterban, de PVV-aanhang lijkt liever lui dan moe.

Het CBS heeft ook neerlands cynici onder de loep genomen. Cynisme is een filosofische stroming die terugvoert op de oude Grieken. Geïnspireerd door Socrates' “kennis is wijsheid” keerden de cynici zich van het materialisme af en bekeerden zich tot een armzalig leventje.

Antisthenes, die werd gezien als grote promotor van het cynisme, propageerde een levenstijl zonder protserige luxe en conventionele dogma's en politieke beperkingen. Een leven gericht op bezit, roem en geld moest verruild worden voor het zich verrijken met meer kennis.

Het CBS heeft echter niet onderzocht in welke mate het gedachtegoed van Socrates en Antisthenes vandaag nog leeft onder de bevolking.
Het CBS heeft slechts drie populistische stellingen voorgelegd aan een aantal mensen, vervolgens om hun diploma gevraagd en toen een leuk diagrammetje in elkaar gezet waaruit blijkt dat iedereen het roerend met elkaar eens is over de stelling dat politici meer beloven dan ze waarmaken. Dat vindt zowel de hbo'er als zijn buurman die alleen de lagere school heeft afgemaakt.

Dat leden van het kabinet slechts op eigen belang uit zijn en dat je het in de politiek alleen ver kan schoppen via vriendjespolitiek zijn opvattingen die vooral leven onder mensen met weinig opleiding. Hoe hoger de opleiding hoe milder men daar over denkt.

Verder deelt het CBS mee dat aanhangers van de PVV de grootste cynici zijn en GroenLinksers het minst cynisch zijn.
Nu wordt de aanhang van GroenLinks er in het algemeen van verdacht meer en hogere opleiding te hebben genoten en zou dus kennis van de Griekse klassieken moeten hebben. Ergo: de grootste cynici moeten zijn. Dat is dus, volgens het CBS, niet zo.

De voorman van de PVV is ook niet bepaald de hedendaagse Antisthenes. Anti is-ie wel en daar is alles mee gezegd. Maar dat leidt niet tot een renaissance van het cynisme. Eerder tot nihilisme of destructivisme.

Waar vind je nog een waarachtig cynicus?
Misschien moeten we die, net als de Griekse cynicus
Diogenes, met een lantaarntje zoeken.

Onder onderzoekers

ProfessorenDat je als argeloze leek wel eens de weg kwijt bent, is niet zo erg omdat we omringd zijn door tal van deskundigen die ons het rechte pad kunnen wijzen. Maar onder de hooggeleerde onderzoekers ontstaan soms zulke verschillen van mening, dat je als leek wel eens ernstig twijfelt aan het nut van wetenschappelijke onderzoeken.

Nu blijkt dat ondeskundige leken net zo raadselachtig keuzes maken als deskundige onderzoekers dat ook doen. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat wetenschappers net mensen zijn: ze weten het ook niet allemaal.

Australische psychologen stellen dat wij veel beter over onze keuzes moeten nadenken dan we soms doen. Snelle, gevoelsmatige keuzes leveren veel te vaak slechte resultaten op.
Ook als de proefpersonen een tijdje geen aandacht aan hun keuze besteden en de knoop doorhakten na een periode van “onbewust beslissen”, komt men te vaak tot onbevredigende uitkomsten.

De Australiërs zijn daarmee echte tegenpolers van bijvoorbeeld de Amsterdamse onderzoeker Ap Dijksterhuis, die juist had ontdekt dat onbewust beslissen de beste resultaten geeft (zie ook dit artikel op het oude blog, met daarin een weergave van de opvattingen van Dijksterhuis).

Tja, daar zit je dan als ondeskundige leek, die zo graag wil weten hoe je nou de enige en juiste keuzes kan maken. Als hooggeleerde professoren al niet kunnen kiezen wat de juiste weg is, hoe moeten wij daar dan uitkomen?

Nu kunnen nieuwe inzichten ook tot nieuwe conclusies leiden. De aartsfilosoof van het olympische China, Confusius, zei al: Alleen de allerwijsten en de allerdwaasten veranderen nooit van mening.
De allerwijsten zijn betweters, de allerdwaasten willen niet beter weten.

Hebben de Australische psychologen iets anders gezien, dat Dijksterhuis wellicht niet had kunnen weten?
Nee. In beide gevallen is redelijk objectief een proces onderzocht. De uitkomsten daarvan zijn echter gekoppeld aan oordelen over kwaliteit, die ruim interpretabel zijn.

De enige, juiste keuze bestaat niet. Een lastige kwestie als het kiezen van een nieuwe woning, zal nooit een huis opleveren dat tot in alle details tot tevredenheid van de kiezer leidt.
Het gebouw zelf mag misschien het droomhuis zijn, maar staat het ook op de gedroomde plek? Achteraf kan blijken dat het juiste huis de nodige nadelen heeft (een onverwacht hoog energiegebruik, niet voorziene lekkages)?

Zelfs als we er vanuit gaan dat een keuze kwalitatief goed is, als die past bij de vooraf gestelde kriteria van de kiezer, zal zelden een uitkomst worden gevonden die aan alle kriteria beantwoordt.
De beste woning of de beste auto bestaat misschien op papier wel objectief, maar in werkelijkheid wordt dat toch meer bepaald door wat ook de buurman er van vindt(mode, trends) of wat door een bechikbaar budget wordt bepaald (relatief de beste).

Tot slot: De hierboven genoemde onderzoeken leiden wellicht tot verschillende conclusies, omdat wetenschappers nog lang niet duidelijk hebben wat het bewustzijn of het onderbewust is en hoe dat werkt.
Zolang dat zo is, moet men toch een beetje voorzichtig zijn met stellige beweringen over rationeel doorwrochte keuzes of gevoelsmatige, gedroomde beslissingen.

Uitbraken

uitgangVroeger, toen er nog geen WOB was (Wet Openbaarheid bestuur), waren er drie manieren om belangrijke, door de overheid geheim gehouden informatie, boven tafel te krijgen. Een legale manier en twee volstrekt illegale methoden: inbraken en uitbraken.

De legale weg was: via kamervragen en amendementjes een minister dwingen de informatie pubiek te maken. Gewoon de man of vrouw het vuur aan de schenen leggen tijdens kamerdebatten.
Zelden meegemaakt dat die methode tot volledig bevredigende resultaten heeft geleid. Altijd bleef er minstens één partij met het gevoel zitten, niet de hele waarheid boven tafel gekregen te hebben.
Meest
recente voorbeeld: de notulen van een gesprek tussen parlementariër W. en de AIVD. Publiekelijk gemaakt door minister Hirsch Ballin, waarna nog steeds niet helemaal duidelijk was hoe de betekenis van die notulen nou geduid moest worden.

De illegale methoden staan dankzij GroenLinks-kamerlid Duyvendak, weer volop in de belangstellling. Hij bekende een inbraak en nu staat zijn politieke carrière op het spel.
Da's logisch. De dader is bekend, een inbraak is nog steeds een misdrijf en nu de politicus dus zelf zegt een misdadiger te zijn, hoort het tot de hier geldende politieke etiquettes dat heer Duyvendak opstapt.

Het gekke is: dat gebeurt niet onmiddelijk. Hoe kan dat?
Misschien omdat politiek Den Haag in 1985 wel op basis van de gestolen stukken met de regering debateerde en het kabinet zelfs bijna viel?
In een rechtszaak doet illegaal verkregen bewijsmateriaal er niet toe. In de politiek blijkbaar wel. Waarmee het hele Binnenhofcircus zich dus medeplichtig heeft gemaakt aan de activiteiten van Duyvendak.
Tja, dan kan je nu hooguit roepen dat heer Duyvendak zelf de consequenties van zijn stommiteiten moet beoordelen.

Het kan ook zijn dat men in politiek Den Haag wel gewend is aan illegale methoden om informatie naar buiten te krijgen. De inbraak komt niet zo vaak voor. Oneindig veel vaker heeft men te maken met de uitbraak: het lekken van informatie naar pers en of kamerleden.

Bij een enkel departement is dat zelfs een ware plaag. Vanuit het ministerie van Defensie lekken vertrouwelijke adviezen en informatie op usb-sticks in gestage stroom naar buiten.
Het meest populaire lek, dat dankzij RTL4-redacteur en voormalig CDA-woordvoerder Frits Wester bijna jaarlijks tot vermaak leidt, is de miljoenennota. Nog voor de regering die zelf op Prinsjesdag kan presenteren, is er al het een en ander in de openbaarheid te lezen.

Van al die uitbraken zijn maar weinig daders bekend. In een enkel geval wordt een ambtenaar betrapt en die kan dan ook naar huis of wordt overgeplaatst.
In zo'n klimaat is het niet verwonderlijk dat er wel wat ethische discussies worden gevoerd over de handelswijze van Duyvendak, en dat de dader, vooralsnog, op vrije voeten zijn positie mag verdedigen.

Het is wel jammer dat Duyvendak zo lang heeft gewacht met zijn bekentenis. De inbraak is verjaard en hij hoeft dus niet voor de rechter te verschijnen.
Daarmee is de democratie een kans ontnomen om uit te zoeken hoe ver een regering mag gaan in het achterhouden van belangrijke informatie waar de samenleving, vertegenwoordigt door de 2e Kamer, een oordeel over dient te vellen.
Duyvendak had wellicht kunnen aanvoeren dat er niets anders opzat dan een inbraak. De rechter had hem zeker veroordeeld, maar in de publieke opinie zou hij wellicht als een soort Robin Hood ermee weg gekomen zijn.

Nu, helaas, zullen alweer wat mensen een vervelende smaak krijgen over de integriteit van “de politiek”. Dat valt Duyvendak zeker te verwijten en is genoeg om het toneel te verlaten.