Belgen doneren levend minder

Belgen doneren levend minder In België overweegt men een vergoeding te geven aan mensen, die nog tijdens hun leven een orgaan willen afstaan (lees meer in De Standaard).

Het aantal mensen dat na hun dood een orgaan wil schenken groeit gestaag. Toch is er een nijpend tekort. Dat zou gedeeltelijk opgevangen kunnen worden als ook levende mensen een orgaan weggeven.
In België doen vier op elke miljoen inwoners dat. In Nederland zouden dat er vijf keer zoveel zijn. Omdat wij hier wel een vergoeding krijgen?

Awel, die vergoeding mag niet hoger zijn dan de kosten van de operatie. Een levende donor mag er financieel niet op achteruit gaan, maar er ook niets op verdienen. Keurig geregeld in een wet, die ook voorschrijft wat er zo al gedoneerd mag worden: nieren, deel van de lever, deel van de longen (niet in Nederland), stamcellen en bloed. Er moet ook een rechter aan te pas komen. Zonder rechterlijke toestemming is donatie bij leven niet mogelijk.

De vergoeding staat wel ter discussie. Ook her wordt bekeken of de vergoeding van dien aard kan zijn, dat er meer levende donoren komen om het tekort aan organen te verminderen.
Er wordt bekeken of de huidige onkostenvergoeding niet wat ruimer kan. Bijvoorbeeld door geen eigen risico te laten betalen, nazorg en inkomstenderving tijdens de herstelperiode ruimer te vergoeden.

De vereniging voor nierpatiënten is natuurlijk blij met elke donor, maar ziet nog een probleempje.
Steeds meer mensen staan leven en wel een nier af. Nog even en bij meer dan de helft van de niertransplantaties is een levende donor betrokken. Leuke trend, maar nierpatiënten vrezen dat hierdoor de druk zal toenemen, zelf een donor te vinden. In België verwacht men geen explosieve stijging van levende donors, als de vergoeding een feit is. Maar een specialist merkt nog fijntjes op: “zij die een orgaan afstaan, worden statistisch gezien altijd wat ouder dan de gemiddelde Belg“.

Uit een Zweeds onderzoek zou blijken dat een nierdonatie bij leven, de levensverwachting niet in gevaar brengt. De gegeven nier doet het wel veel beter bij de ontvanger. Maar gezondheidsethiek is niet hetzelfde als andere ethische overwegingen. Zo stelt Dagblad Trouw de vraag of je de burger wel onder druk mag zetten met dat argument betreffende de positieve levensverwachting.

Ik geef onmiddellijk toe dat ik niet sta te popelen nu een nier of stukje lever af te staan. Tegen geen enkele vergoeding. Ik blijf bij leven liever zo compleet mogelijk. Toch heb ik wel bewondering voor de mensen die het wel durven.

Bent u ook zo'n altruïst?

Klasse privacy

Klasse pirvacy

Okee, er is al genoeg over geschreven en gediscussieerd. Maar nog even iets over de foto hier links.

Hoewel dit weblog geen enkel contract met de RVD (Rijksvoorlichtingsdienst) heeft ondertekend, ziet u toch een foto van het aanstaande koningspaar, maar dan zodanig bewerkt dat de redactie geen kans loopt voor de rechter te worden gesleept.

Mag ik wijzen op een stuk van Egbert Dommering, hoogleraar informatierecht aan de Universiteit van Amsterdam, in de NRC?
Behalve een paar steekhoudende argumenten, waarmee hij de RVD van staatscensuur beticht, lezen we ook dat er enige jurisprudentie is over de privacy van publieke personen. Zij hebben wel degelijk recht op een stukje beschutting van de persoonlijke levensfeer.

Dat is interessant. Want als er één publiek persoon is, dan is dat wel “de burger”. Die burger duikt op in tal van onderzoeken, statistieken, politieke discussies en is speerpunt van de ambities van dit kabinet.
Daartoe wordt de burger tijdens het avondeten gebeld, wordt hem gedragscodes en regelgeving opgedrongen en wordt hij opgeslagen in tal van digitale databanken.

Het is te hopen dat het koninklijk paar de strijd om de privacy glansrijk zal winnen. Daarmee wordt immers de jurisprudentie duidelijker en krijgt de publieke persoon bij uitstek, de burger, een handvat om zijn privacy te heroveren.
Want het zal toch niet zo zijn dat privacy alleen voor bepaalde klassen geldt?

Boeren, ballonen en het CDA

Boeren, ballonnen en het CDA Wat zag je op het plaatje in de weekendpuzzel van afgelopen vrijdag? Het was een detail van een luchtballon. De afgebeelde code is wat de nummerplaat voor een auto is. Met die code kun je de ballon traceren in het ballonregister. (Hier meer over de afgebeelde PH-ASF).

Wat heeft dat nu met minister Verburg te maken?

Aanleiding was een artikel in Trouw, over boeren die verschrikkelijk last hebben van al die ballonnen. Je ziet ze in zomerse tijden wel. De hinder die de landbouw er van ondervindt loopt kennelijk de spuigaten uit. Of toch niet? Want groot nieuws was het verder niet.
Dagblad Trouw moet natuurlijk ook de komkommertijd vullen en ontwaarde
een boze boer, die op een gelande ballonvaartster in was gereden. Dat zal wel de aanleiding zijn geweest voor dit verdiepende artikel in Trouw.

De klachten? Die luchtballonnen willen wel eens verkeerd terecht komen. Boven op kostbaar gewas. Verder maken ze het vee behoorlijk aan het schrikken. En komt minister Verburg met een krachtige maatregel om haar boeren tegen die luchtterreur te beschermen?

Nee. Sterker nog: ze vliegt zelf per ballon over haar portefeuille. Volgende week maakt ze boven Barneveld een tochtje met de gezamenlijke kippenhouders. En in juni hield ze twee nieuwe ballonnen ten doop, die het mooie landschap gaan promoten.
Gerda Verburg is, evenals de rest van het boerenminnende CDA, niet vies van het oplaten van luchtballonnetjes. In mei presenteerde Balkenende trots de PH-CDA, de eigen partijballon. Hoe kun je je agrarische achterban tegen de haren instrijken.

Met een vloot van 477 geregistreerde ballonen en ruim 9000 ballonvaarten, kan er wel eens wat misgaan. De stadbewoner zal er weinig van merken, omdat zo'n ding niet in de stad mag parkeren, laat staan bij een noodlanding boven op je zelf gekweekte tomaatjes op je balkon mag landen.

Ze mogen, volgens de luchtvaartwet, wel in weilanden en akkers landen. Dat dient zo netjes mogelijk te gebeuren. Een landing wordt wel afgekocht met een kadootje of een vergoeding van € 25,- per ballon met 6 personen. Voor elke persoon minder gaat er € 2,50 van af, voor elke passagier meer komt er € 2,50 bij.
Accepteert een boer die betaling, dan moet hij volledig meewerken aan de berging van de ballon. En zo gaat dat in de meeste gevallen ook.

Voor die enkele gevallen waar de boer boos is, of ballonvaarders het onnodig rommelig hebben gedaan, is er een meldpunt. Dus als Balkenende onverwachts je gazonnetje voor je vakantiehuisje bij de boer verruïneerd met een onfortuinlijke landing van de PH-CDA, dan meldt je die bij een van de koepelorganisaties.

De koepelorganisaties KNVvL (Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart), de PBN (Professionele Ballonvaarders Nederland) en de LTO (Land- en Tuinbouw Organisatie) hebben in een convenant (pdf!) de gedragscodes voor ballonvaarders en boeren geregeld.

Een ballonvaarder moet bij het plannen van de vlucht rekening houden met “gevoelige gebieden” en bij het uitzoeken van een landingsplaats, deze zoveel mogelijk vermijden. De bebouwde kom moet op minstens 300 meter worden overgevlogen, daarbuiten mag het wat lager (150 meter). De ballonpiloot hoort er van op de hoogte te zijn of er geen vee, gebouwen of andere obstakels op de landingsplaats zijn.

Daarom doe ik geen ballonvaart kado als er hier iemand ooit een puzzeltje oplost. Jammer dat er geen goede reacties zijn binnengekomen. Ik had toch een erg smakelijke hoofdprrijs.

Sociale vaardigheden op school

Sociale vaardigheden op school

De school is een wereld, waar rust heerst en orde. In regelmaat rijpt er het pril intellect“.
(Regel uit het lied “De school” – 1971, Toneelwerkgroep Proloog)

Een belangrijke taak van het primaire onderwijs is het bijbrengen van normen en waarden. 85% van de ouders vindt dat de school hier goed in slaagt“.
Dat komt dan weer uit het
Nationaal Scholenonderzoek.
Maar het is niet genoeg. De ouders vinden dat er best nog meer aandacht aan mag worden besteed.
Dagblad Trouw nuanceert het net iets anders, dan in het onderzoek staat. Onder de kop “Ouders willen meer aandacht voor sociale vaardigheden“, stelt het dagblad dat niet rekenen of taal, maar sociale vaardigheid het onderwerp is dat volgens de meeste ouders aandacht tekort komt op de basisschool.

Nu zijn er ouders die menen dat hun 13-jarige dochter die vaardigheden onder de knie krijgt, als ze alleen over 's wereld woele wateren zeilt. Anderen denken dat het wel goed komt, want hun kind heeft immers duizenden vriendjes en vriendinnetjes op de pc staan?
Weer anderen hebben al hun hoop gevestigd op het Rouvoet's Jeugdbureau.

Maar ruim 5800 ouders willen dus dat de basisschool de normen en waarden er in stampt. Normen en waarden is wel iets anders dan sociale vaardigheden. Enige kennis van normen en waarden is wel handig voor je sociale vaardigheid. Vooral als die kennis je leert dat er nogal wat verschillende normen en waarden op de wereld te koop zijn.

Zouden de ouders dat wel willen? Op wat nihilisten na, zullen de meeste ouders toch graag zien dat de school de normen en waarden uitdraagt, die zij zelf er op na houden.
Willen de scholen het wel? De fundamentalistische scholen zeker. Het openbaar onderwijs beperkt zich tot wat stukjes maatschappijleer en geschiedenis, hoewel menig meester en juf graag ziet dat het klasje zijn of haar normen en waarden opvolgt. Maar da's meer van praktische aard, om 60 door elkaar kakelende kinderen een beetje bij de les te houden.

Sociale vaardigheid kan wel uitstekend onderwezen worden. Kun je kinderen leren hoe je van luisteren tot begrijpen komt? Dat praten met elkaar een heuse dialoog zou moeten zijn?
Dialoog is helaas een besmet woord geworden, dankzij de eenrichtingsweg die het kabinet er bijvoorbeeld van maakt. Maar goed, zouden de onderwijzers van vandaag hun pupillen tot meesters in sociale vaardigheid kunnen opleiden?

In de tijd waar de school nog een wereld was, waar rust en orde heerste, bakten de onderwijzers er niks van. Kreeg je een vraag, antwoordde je bijvoorbeeld “ja“, zei de mees of juf op strenge toon: “Met twee woorden spreken!
Als je jezelf dan corrigeerde met een “ja, ja“, zeilde je zo de klas uit, richting hoofdmeester. Dat is de reden waarom ik vandaag nog steeds zo sociaal onbeholpen ben.

Dat zal vandaag wel anders gaan. Hoewel ik vrees dat sociale vaardigheid nog teveel wordt verward met burgermansfatsoen.

Raad het verhaal achter de code

Raad het verhaal achter de code

1. Wat zien we op het hier afgebeelde plaatje? 2. Wie dan ook nog kan vertellen waar die PH-code mee te maken heeft en wat dat met 3. minister Verburg van Landbouw heeft te maken, wint een etentje met de redactie.

De volledige afgebeelde code, PH-ASF, is maar een voorbeeld. Er zijn duizenden andere PH-codes. In bepaalde sectoren van onze samenleving is elk jaar wel wat commotie rond PH-code dragende zaken. Waar die commotie over gaat en waar die code goed voor is, zal ik uit de doeken doen als de winnende reactie binnen is.

Tot zondag 18.00 u. heb je de tijd je bevindingen in te sturen. Alleen het volle drieledige antwoord komt in aanmerking voor de hoofdprijs.

Update: inzendingstermijn voorbij. Hier de uitslag.

Politicus even integer als ambtenaar

Politicus even integer als ambtenaar No strings attached. Ongebonden, dus integer? Het zou niet alleen voor ambtenaren, maar ook voor politici moeten gelden. Dat zegt Cees Schaap van SBV Forensics, een particulier bedrijf dat zich verkoopt aan organisaties en bedrijven die met interne fraude te maken hebben.

Aanleiding is een artikel in het Financieel Dagblad, waarin een voormalig gedeputeerde van Noord-Holland, Albert Moens, gebrek aan integriteit verwijt. De gedeputeerde had net iets te vroeg een contract getekend bij Ecocern, een firma voor duurzame energie.
Een administratief foutje, meent Moens. Had niet mogen gebeuren, maar van belangenverstrengeling was geen sprake, omdat hij zich in de Provinciale Staten, niet meer bemoeide bij besluitvorming voor duurzame energie, toen bekend was dat hij in die sector zou gaan werken.

Ambtenaren die de overheidsdienst verlaten, mogen na vertrek een jaar lang hun expertise en netwerk niet gebruiken in dienst van het bedrijf waar ze naar toe zijn gegaan. Cees Schaap van SBV Forensics ziet graag een gedragscode voor politici, waarin dat ook zo is geregeld.

Wil je dat echt goed regelen, dan zouden ambtenaren en politici, na hun werk voor de overheid, enige tijd op non-actief moeten worden gesteld.
Ambtenaren zijn vaak echte specialisten en het is logisch dat die binnen hun ervaringsgebied een andere baan zoeken. Ergens anders komen ze misschien niet eens aan de bak. En dan bij je nieuwe werkgever je totale expertise niet ogen gebruiken? Lijkt me bijna onbegonnen werk.

Ook politici hebben zo hun specialistische stokpaardjes. Ze beslissen echter wel mee over alles wat op de agenda staat. Waarmee het gebied waar mogelijk van belangenverstrengeling sprake kan zijn, zo'n beetje de totale arbeidsmarkt is.
Als ambtenaren en politici eerst gewoon thuis hun wachtgeld opsouperen, ontstaat er een non-actieve periode, waar ze dan hun vingers niet hoeven te branden, maar de marktwaarde wel daalt.

Maar goed, er valt wat voor te zeggen ook voor politici een jaar in de luwte af te spreken. Wie graag actief wil blijven, kan natuurlijk een jaartje vrijwilligerswerk doen of een maatschappelijke stage lopen. Hoewel ook dan belangenverstrengeling kan plaatsvinden.

Nederland scoort laag op gebied van overheidscorruptie. Het liefst wil men een volledig brandschoon imago. Dat zal niet lukken. Het zou betekenen dat politici geen enkele nevenfuncties meer mogen bekleden. Dat een ambtenaar zelfs geen bestuursfunctie in zijn voetbalvereniging mag vervullen. En dat in het jaartje afkoeling de politicus en de ambtenaar naar de neurochirurg moet, om zijn overheidsgeheugen te laten wissen.

Want een jaar is zo voorbij en daarna zou het geen probleem zijn het bestuurlijk verleden in te zetten bij een commercieel bedrijf?
Je kan het natuurlijk niet verbieden dat ook ambtenaren en politici wel eens een ander baantje willen. Dat dan kennis weglekt, is een verschijnsel dat ook in het bedrijfsleven geldt. Ook daar is soms sprake van contracten waarin is geregeld dat expertise niet in handen van de concurrentie komt. Ondersteund door uitstekende gouden handrukken. De overheid mag dat maar in zeer beperkte mate toepassen, om de uitgaven laag te houden.

Misschien zou het dan ook anders kunnen. Overheden zouden een jaar of vijf geen opdrachten mogen uitbesteden aan bedrijven waar ex-ambtenaren en ex-politici zijn gaan werken. Of die ambtenaren en politici dan nog interessant zijn voor het bedrijfsleven?

Eiwitrijk Nederland

Eitwitrijk Nederland

Met 1,7 miljoen euro gaat minister Verburg op zoek naar duurzaam eiwit en wil daarmee het ecosysteem redden en toch de groeiende wereldbevolking van de nodige eiwitjes voorzien.

Zo kras staat het niet in het persbericht van het LNV, maar Verburg ziet wel een actieve rol voor ons ondernemende land weggelegd. Dus de jackpot maar uitgeloofd, voor die ondernemer die met goede ideeën komt voor duurzame productie van algen, insecten of kweekvlees.

Ook al dragen wijzelf voor eenvijfde bij aan ons lot (20 procent van ons lichaamsgewicht is eiwit), we produceren zelf niet al het benodigde materiaal voor de aanmaak van eiwitten. Ze zijn opgebouwd uit 24 aminozuren. Elf aminozuren kunnen we zelf aanmaken, de overige dertien halen we uit voedsel.
Dierlijk eiwit bevat de meeste belangrijke aminozuren, tevens in de juiste verhouding. Toch kan je met plantaardige eiwitten een heel eind komen, mits juist gecombineerd. Pasta en tofu bijvoorbeeld, of het bekende Surinaamse bb&r (bruine bonen met rijst).
Een tekort aan eiwitten kan tot verschrikkelijke zaken leiden. Een teveel is amper schadelijk, hoewel bekend is dat teveel vleeseiwit leidt tot onnodig kalkverlies.
(Meer te lezen op
medicalfacts.nl)

Als de natuur ons niet of weinig kan leveren aan wat we broodnodig hebben (en dat krijg je als er meer bevolking dan voedzame natuur is), kun je de natuur een handje helpen door er wat aan te knutselen. Biochemici zijn in staat zelf eiwitten te bouwen of te verbeteren. De Amerikaan John Chaput wist veel stabielere eiwitten te fabriceren, dan de natuur dat doet.
Als de aminozuren op de juiste manier interacties aangaan, kan er een goed functionerend eiwit ontstaan. In de natuur gebeurt dat niet altijd perfect. Als de constructie van een eiwit niet naar wens verloopt, zijn er nog altijd zogenaamde
chaperonne-eiwtitten, die het alsnog fiksen, maar die redden slechts 20 procent van de mislukkelingen.
De ondernemers die de 1,7 miljoen van Verburg willen cashen, zijn er dus misschien bij gebaat hun licht bij de biochemici op te teken. Wie weet kunnen die behulpzaam zijn bij het kweken van zeewier met hoogwaardig eiwit.

Nederland is natuurlijk veel te klein om de wereld van eiwitrijk voedsel te voorzien. Maar met een proefveldje hier en een laboratorium daar, kun je wel onderzoeken of je een regenworm een eco- en diervriendelijk make-over tot omelet kan laten ondergaan. Of hoe je zeewier met verbeterd eiwit kan kweken, zonder dat we hele recreatieplassen moeten opgeven. En die uitvindingen dan wereldwijd exporteren.

Of 1,7 miljoen euro voldoende is om ons eenvijfde deel aan eiwitten op peil te houden? Waarom geen 27,5 miljoen? Zelf 5,5 miljoen zou al een veel grotere bijdrage zijn. Maar ja, Verburg mag natuurlijk zelf niet aan de Staatloterij meedoen. Belangenverstrengeling. Reken maar dat er een storm aan klachten zou komen als Verburg dat winnende eenvijfde lot blijkt te bezitten.
Voor verbetering van ons eiwitrijk voedsel zullen we dus een beroep op andere financiers moeten doen.

Misleidende Staatsloterij?

Misleidende Staatsloterij? Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Een spreuk die je zelden meer hoort. Nu lijkt die echter van toepassing op de mensen die klachten hebben gedeponeerd bij de Reclame Code Commissie. De Staatsloterij zou misleidende reclame hebben gemaakt, omdat niet duidelijk is gemaakt dat de jackpot ook op een eenvijfde lot kan vallen. Aanstaande donderdag behandelt de Commissie de klachten en zal kort daarop met een uitspraak komen.

Ik geef de klagers weinig kans. In het deelnemersreglement van de Staatsloterij staat heel helder: “Indien de Jackpot valt op een uniek deellot, zoals bedoeld in artikel 11.2 van dit reglement, ontvangt de eigenaar het aan hem toekomende deel van de Jackpot en wordt het resterende deel toegevoegd aan de opbouw van de eerstvolgende Jackpot” (artikel 25 lid 25.7).

Nu is dat dus gebeurd. Ergens in Nederland zit de winnaar die met zijn eenvijfde lot 5,5 miljoen euro mag incasseren. De rest van de jackpot, 22 miljoen euro, gaat naar de volgende jackpot.
Veel mensen hebben daar blijkbaar geen moeite mee, want “geluksmakelaar” John Kosterman, de sigarenboer in Zwolle die veel winnende loten blijkt te verkopen, is het een trend geworden om eenvijfde loten te kopen als de jackpot gegarandeerd zal vallen. “Die mensen denken (…) ik vind 5,5 miljoen ook wel genoeg“, zegt hij in het AD.

De Stichting Loterijverlies, opgericht door het juristen bureau Morand, voert strijd tegen de Staatsloterij, omdat men meent dat er veel minder aan prijzengeld wordt uitgekeerd dan wettelijk is verplicht. Bovendien zou in het verleden met niet-bestaande lotnummers zijn gewerkt. De harde feiten staan niet op de website maar men belooft binnenkort meer tekst en uitleg te geven.
De klagers zouden wel eens door deze stichting naar de Reclame Code Commissie zijn verwezen.

De grieven zijn:
1. Eigenlijk vindt men dat de hele jackpot zou moeten worden uitgekeerd, als die op een eenvijfde lot valt. Zo'n lot heeft echter een uniek nummer, waardoor de andere 4 delen buiten de prijs vallen. Veel deelnemers beseffen dat niet, stelt de stichting, en dat moet anders.
2. De Staatsloterij zou de afgelopen tijd brieven hebben gestuurd naar de vaste deelnemers, met daarin een oproep hun lot in te wisselen voor een eenvijde lot.
3. Men ergert zich aan de gigantische reclame die de Staatsloterij heeft gevoerd, met de jackpot als lokaas. Daardoor zouden er deze keer zo'n 5 miljoen loten meer zijn verkocht, dan doorgaans het geval is.

Dat eerste punt is misschien een goed idee. Valt de prijs op een deellot, trek dan nog wat nummers uit de overige deelloten. Vooralsnog kan de Staatsloterij zich op haar eigen regels beroepen, die bij de meeste deelnemers wel bekend zijn. Ooit een klacht gehoord als een veel lagere prijs op een deellot viel?Het tweede punt verdient nader onderzoek. De merkwaardige oproep prikkelt de fantasie. Wist de Staatsloterij bij voorbaat al dat de prijs op een eenvijfde lot zou vallen?

Het derde punt is sneu voor de vaste, trouwe deelnemers. Ineens doet een hele horde koopjesjagers mee. Het verkleint de individuele kansen. Zul je net zien dat zo'n beunhaas er met de poet vandoor gaat.
De reclame was even talrijk, doorzeurend en vervelend als die van andere loterijen. Toch leek me die minder agressief en geenszins misleidend, zoals bij de Sponsor Bingoloterij wel het geval is. Ik ben benieuwd hoe de Reclame Code Commissie er over denkt.

Zijn de klagers jaloerse misantropen, die nu langs andere weg een stukje van de grote vis willen? Of wordt het tijd dat de Staatsloterij haar regels aanpast, opdat we meer miljonairs in Nederland krijgen?

Update (23:50 u.) – De media hebben het nieuws inmiddels ook te pakken.
Om 22.08 u. – Dagblad v/h Noorden.
Om 22.15 u. – De Volkskrant.
Gevolgd door, ongeveer 23.07 u. het AD.

Dit blog is zelden de media voor, deze keer wel. Kijk en vergelijk.

DNA: wondermiddel of vuilnisbelt?

DNA: wondermiddel of vulnisbelt? DNA moet uitwijzen of er in Indonesië een terrorist is gedood of een van zijn hulpjes. Met DNA gaat men uitzoeken wie de vaders zijn van de pasgeboren bonobo-aapjes op de Apenheul. Dankzij DNA is in de V.S. een man na 23 jaar detentie, vrijgesproken van schuld. Met behulp van DNA-technieken zoekt men adequate medicatie tegen Mexicaanse griepjes.

Geen dag zonder DNA in het nieuws. De wetenschap heeft er maar druk mee. Het juiste DNA vinden is een hels karwei. Niet alleen bij sporenonderzoek, ook het uitpluizen van een virus-DNA kost immens veel tijd. En, volgens Eric Lammertsma van
www.crimsonbase.com, ook nog eens met behulp van verouderde computers en software. Om de wetenschap te hulp te snellen, heeft hij dan ook een bedrijfje opgericht die de DNA-onderzoekers heel wat werk uit handen kan nemen (zie artikel in AD).
Zijn de jonge onderzoekers zwaar gefrustreerd door het wetenschappelijk klimaat alhier, de jonge ondernemers zien er dus wel brood in.

Zouden ze werkelijk in staat zijn het DNA-onderzoek te bespoedigen? En, niet onbelangrijk, producten kunnen leveren die kan leiden tot een foutloze praktijk? Want in het forensisch onderzoek kun je daar niet helemaal zeker van zijn. Op een plaats van misdaad eerst moet worden uitgezocht welke DNA-sporen relevant zijn, om te voorkomen dat een dienstdoende agent als dader wordt aangewezen.

Vorig jaar werd voorgesteld daarom maar het DNA van alle politiemedewerkers in een databank op te slaan, maar de politie heeft daar zelf nog niet alle vertrouwen in. Menig agent ziet zijn DNA liever niet in zo’n databank, zelf als het anoniem wordt opgeslagen. Waarom?Omdat in 2007 sommige deskundigen al stelden dat DNA-bewijs niet altijd waterdicht is.

Onder andere omdat naar mate de databanken met DNA worden gevuld, er een grotere kans op fouten en vervuiling bestaat. Om dat uit te sluiten, moet er meer werk worden verricht en daarmee groeit de tijd, voor een forensisch lab met zekerheid een uitslag kan geven.
Waarmee maar gezegd is, dat niet iedere onschuldige nu snel op vrijlating hoeft te rekenen, omdat de wetenschap voortschrijdt.

Kunnen de jonge ondernemers hulp bieden? Misschien wel bij het leveren van betere software of het uit handen nemen van tijdrovende klussen. Feit blijft dat de wereld is vergeven van het DNA en zoek daar maar eens dat stukje uit dat je nodig hebt, voor wat dan ook. Als dan ook nog eens jan en alleman zich met DNA-onderzoek gaat bezighouden wordt het alleen maar ondoorzichtiger. Spoor dan maar eens op waar welk foutje is gemaakt.

Als het echt zo is dat, zoals Lammertsma van crimsonbase.com stelt, de wetenschappers met verouderde technieken en hulpmiddelen moeten werken, dan wordt het wel tijd daar eens wat aan te doen. Het is natuurlijk te zot dat particuliere bedrijven wel kans zien te innoveren en de wetenschappers in dienst van universiteiten of overheid niet.

Gestoorde detentie

Gestoorde detentie Ruim de helft van de gedetineerden hebben een psychische stoornis. Ja, zou mijn ome Jaap zeggen, anders zaten ze niet in de bajes.
De Pompestichting constateerde dat dik 56 procent een of andere psychische stoornis heeft en ruim 80 procent er ooit een heeft gehad. Velen worden niet behandeld of willen niet geholpen worden. Dat moet anders, vindt de Pompestichting (interview met Erik Bulten van de Pompestichting als podcast te downloaden bij het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde).

Ik sta niet te kijken van die cijfers. Op mijn werk (voor dak- en thuislozen) is inmiddels de helft van de bezoekers belast met een psychische stoornis. Een deel van ons “publiek” is regelmatig “op vakantie”, het eufemisme voor detentie. Het aantal groeit gestaag. Van de tien nieuwe aanmeldingen zijn zeker acht mensen potentiële ggz-klanten.
Zijn gedetineerden en dak- en thuislozen een select groepje op dit gebied? Geenszins.
In december 2007 was hier te lezen dat de Nederlandse state of mind er beroerd aan toe was: ruim 40 procent van alle 18 tot 65-jarigen had wel eens een psychiatrische aandoening gehad. Dat wees het
Nemesis-onderzoek uit. Nemesis is een monitor die het Trimbos-instituut gebruikt om onze geestelijke gesteldheid in de gaten te houden.

Begin dit jaar wist het CBS te melden dat de GGZ (geestelijke gezondheidszorg) een bloeiende business is. Een gemiddelde volume toename van 14 procent per jaar en een kostenstijging van 162 naar 275 euro per hoofd van de bevolking, toont aan dat steeds meer mensen gebruik maken van de GGZ.
Steeds vaker worden details bekend. Bijvoorbeeld dat het er in de stad een stuk gekker aan toegaat dan op het platteland. Bij stedelingen komen
38 procent meer psychische problemen voor dan bij plattelanders.

Meer mensen zijn dus bekend met de GGZ. Toch zijn er onder de mensen die vrij rondlopen, nog veel die niet worden behandeld. Dat komt deels door de wachtlijsten die zijn ontstaan door de grote toeloop, anderzijds zij er ook nog velen die niet naar de psychiater willen. Het is binnen de gevangenis dus niet gek veel anders dan daar buiten.

De vraag is wel hoe die grote aantallen en groei ontstaan. Daar heeft nog niemand een adequaat antwoord op gevonden.
Er zijn mensen die menen dat de verbeterde pr van de ggz leidt tot een grotere klandizie. Ongetwijfeld waar. Van hoogtevrees tot een beetje down, je vind al gauw een ggz- of particulier kliniekje waar je er cognitief therapeutisch vanaf wordt geholpen.
De VPRO's zomergast van vanavond,
Trudy Dehue, meent zelfs een depresssie-epidemie waar te nemen, veroorzaakt door onze welvarende prestatie-maatschappij en een handje geholpen door de farmaceutische industrie, die antidepressiva aflevert waar je eerder slechter dan beter van wordt.

Er zullen wel meerdere oorzaken zijn. Wat ik echter zorgelijk vind, is dat steeds meer mensen met een ernstige stoornissen (zoals schizofrenie en borderline) in het dak- en thuislozencircuit terechtkomen en ook in de gevangenis. Voor alle duidelijkheid: ik zeg niet dat een psychiatrische patiënt die zich op het criminele pad begeeft maar vrij mag rondlopen. Wel zal eens beter gekeken moeten worden, hoe die groei te stoppen is.

Dat is lastiger dan je denkt. Ook al is het aantal gedwongen opnames, gelast door een rechter, de laatste jaren toegenomen, de wet kent restricties die het moeilijk maakt zomaar iemand op te pakken voor een ggz-behandeling. Da's prima. Er zijn tenslotte veel meer mensen, die wel een stoornis hebben, maar die niet tot acties overgaan, waarmee ze rijp zijn voor justitie.

Op mijn werk komt het helaas herhaaldelijk voor dat we iemand met een stevige stoornis achteruit zien gaan en er kan pas wat worden ondernomen als diegene in de fout gaat. Dat kan zijn dat er ineens stoelen door de lucht vliegen, maar ook dat er klappen vallen waar omstanders de dupe van zijn. Dan komt het crisisteam en de politie er aan te pas en is de ggz- en justitiële dossiervorming een feit. Dossiervorming is hier het eufemisme voor een glanzende ggz- en justitiële carrière.

Wil de groei van het aantal mensen met een stoornis gestopt worden, dan is er werk aan de winkel. Welk werk en hoe? Ik weet het niet, want beschik niet over de nodige kennis. Degenen die dat wel hebben, zouden wel wat meer steun van de overheid kunnen krijgen. De bekende riedel: meer geld, meer personeel, meer faciliteiten en meer innovatie (=betere behandelmethoden).