Vroege vogels code

Vroege vogels code Elke burger wordt geacht de wet te kennen. Da's geen doen. Niet alleen zijn er talloze wetten, ze veranderen aan de lopende band. Reken maar dat de per 1 mei veranderde verkeerswet het komende jaar nieuwe overtredingen zal opleveren.

Vara's Vroege Vogels en een aantal natuurverenigingen maken het hun leden makkelijk de Flora- en Faunawet na te leven. Uit die wet destilleerde men de Vroege Vogels Natuurfotografencode. Tien geboden voor mensen die vrije vogels liever vangen in hun digitale foto- en videokastjes.
En zo hebben we er weer een gedragscode bij. Het aantal gedragscodes die je na te leven hebt op werk, vrije tijdsvereniging en in de openbare ruimte zijn net zo min te onthouden als de wet zelf.

De wetsteksten van de Flora- en Faunawet, gekoppeld aan gezond verstand leiden tot de volgende praktische aanbevelingen en die vormen de basis van onze 10 Gouden Regels“, zo stelt de redaktie van Vroege Vogels.
Bekijken we die regels, dan lijkt het er sterk op dat het gezonde verstand van natuurliefhebbers schadelijk is voor de natuur. Want op het eerste oog lijken het regeltjes die je, met een normaal functionerend verstand, vanzelfsprekend vindt. De regels zijn nu blijkbaar nodig, omdat die vanzelfsprekendheid niet wordt nageleefd. Of er mankeert wat aan dat gezonde verstand.

De gedragscode begint met een regel, die mij niet zo rustgevend lijkt voor de natuur: Fotografeer dieren en planten alleen in hun leefomgeving. Dat is een oproep om vooral wel door het struikgewas te banjeren, door sloten en plassen te bevaren of de boom in te klimmen, op zoek naar een vogelnestje.

De overige regels roepen evenzeer vraagtekens op.
Regel 2: Vang of verontrust geen dieren. De natuurliefhebber wordt voor het ethische dilemma geplaatst een dier te vangen of te verontrusten. Het dier wordt evenzeer in vertwijfeling gebracht bij de nadering van een mens: gaat-ie me nou vangen of maakt-ie me alleen maar een beetje bang. Beter zou zijn: vang èn verontrust geen dieren.

Regel 3: Bied geen voedsel aan speciaal voor de foto. Hier had men wel een gouden tip aan toe kunnen voegen. Wil je een beestje fotogeniek op de plaat, hou je dan aan de regels die bijvoorbeeld in de modewereld gelden. Daar worden de modellen ook niet vetgemest, eerder uitgehongerd, voor een fraai resultaat.

Regel 4: Fotografeer alleen nesten als dit de dieren niet verstoort. Dan moet je wel weten welke dieren genoeg narcistische ijdelheid bezitten om hun eieren of pasgeboren kroost aan gans de wereld te tonen. De trotse pauw? De glimworm? De meeste dieren zijn al druk genoeg hun nest te beschermen tegen de natuurlijke vijanden. Moet daar een legertje fotografen bij?

Regel 7: Natuurfoto’s zijn niet geënsceneerd en gemanipuleerd. Dit is een hele fraaie. Uiteraard behoudt de natuurliefhebber de vrijheid thuis het materiaal te fotoshoppen. Een nadere toelichting maakt duidelijk, wat niet de bedoeling is: Manipulatie van dieren (vasthouden, verplaatsen) en van planten (vastklemmen) is in de regel niet gewenst, vaak af te raden, en soms helemaal uit te sluiten.

Niet gewenst? Af te raden? Soms uit te sluiten? Overbodig advies. Want wie zou nou de natuur willens en wetens willen manipuleren? Het ligt niet in de natuur der mensen daar aan te denken, toch?

Peter Seeger 90 jaar

Peter Seeger 90 jaar In de Madison Square Garden (New York) wordt vandaag de 90ste verjaardag gevierd van Pete Seeger. De icoon van de Amerikaanse volksmuziek en zingende criticaster van de Amerikaanse geschiedenis. Hij wordt vandaag toegezongen door o.a. Bruce Springsteen, die in 2006 de man vereerde met de cd “We shall overcome: The Seeger Sessions” en in januari op het inauguratiefeest van Obama, samen met Pete Seeger, het “This land is your land” mocht zingen.

Pete Seeger, verguisd ex-communist, richt zijn activisme nu vooral op het milieu. Veertig jaar geleden richtte hij Clearwater op, een project om de natuur in en rond de Hudson rivier te beschermen. Daar kan hij zich nauwelijks een buil aan vallen. Hij heeft genoeg builen en schrammen opgelopen toen hij kritische noten zong over de Vietnam-oorlog, het Amerikaanse imperialisme in Latijns-Amerika, zich met zijn banjo schaarde achter de burgerrechtenbeweging van Martin Luther King of de vakbonden steunde voor de emancipatie van de industriële arbeiders.

Al veel langer voordat hier Duyvendak bekende dat ook geëngageerde activisten zich wel eens vergissen, bekende Pete Seeger ooit fout gezeten te hebben met zijn mening over Stalin. In 1995 verontschuldigde hij zich voor zijn, tijdelijke, al te blinde navolging van deze wrede dictator.

Hij had in de 50'er jaren al flink moeten boeten voor zijn communistische sympathieën. In het McCarthy-tijdperk moest hij opdraven voor de commissie voor on-Amerikaanse activiteiten en werd uiteindelijk opgezadeld met een gevangenisstraf van 10 jaar. Terugkijkend op die periode zei Seeger in 1995: “I still call myself a communist, because communism is no more what Russia made of it than Christianity is what the churches make of it. But if by some freak of history communism had caught up with this country, I would have been one of the first people thrown in jail“.

Alle artiesten die vandaag op zijn verjaardag zingen, zullen zeker de invloed van Pete Seeger op de Amerikaanse volksmuziek en de maatschappij onderschrijven. Hij zelf moet, gezien zijn oeuvre, ook jarenlang in geloofd hebben. Toen hem vorig jaar door Billboard werd gevraagd met welke erfenis Amerika verder zal gaan als hij er niet meer bij zal zijn, antwoordde hij met de relativerende bescheidenheid, die bij een man van hoge leeftijd past: “My family will remember me, and a few others. I'm one of a lot of songwriters. There'll be more important things to think about.”

Dat is al te bescheiden. Natuurlijk, de wereld verander je niet met een liedje, een gedicht of welk kunstzinnig werk dan ook. Maar ook artiesten kunnen keuzes maken en wie dan kiest voor steun aan burgerrechtenbewegingen, arbeidersbewegingen en anti-oorlog activiteiten helpt mee de betekenis daarvan te versterken. Zo gezien mag Pete Seeger vandaag wel in het zonnetje worden gezet.

Dag van de arbeid rustig verlopen

Dag van de Arbeid rustig verlopen In tegenstelling tot landen als Duitsland, Oostenrijk, Griekenland en Turkije, is de Dag van de Arbeid in Nederland zeer rustig verlopen. Uiteraard heeft de actie van een zwaar gefrustreerde arbeider uit Huissen, het volk de lust tot enige viering ontnomen. Maar doorgaans is de 1e mei hier een kalm dagje en daar zijn heel specifieke redenen voor.

Ten eerste is deze dag geen nationale vrije dag. In andere landen is het een, doorbetaalde, vrije dag en dat geeft mensen de gelegenheid zich over te geven aan uitspattingen op straat. Dat is in Nederland vooral bekend van de Koninginnenacht en festiviteiten als de jaarwisseling. Alle andere feestdagen verlopen, net als in andere landen, in alle rust.
Het is in Nederland niet verboden de Dag van de Arbeid te vieren, maar dat moet dan wel op eigen kosten. En dus wordt er meer gewerkt dan gevierd. De gemiddelde werknemer kan het wel waarderen als de baas een 1 mei-gebakje klaar heeft staan, zo blijkt uit
een onderzoekje.

Een tweede reden is de relatief grote tevredenheid van Nederlandse werknemers. Zo is men hier een stuk gelukkiger met de werkdruk, dan werknemers in bijvoorbeeld Spanje. Zweden en Italië. Wordt er dan niet geklaagd? Zeker wel. Maar ondanks gemopper over de baas en aanvullende arbeidsvoorwaarden, krijgt de werkgever hier toch een voldoende rapportcijfer.

Een derde oorzaak ligt in de historisch sterk krimpende belangstelling voor arbeidsonrust. Werd er tot in de 40'er jaren nog flink gestaakt, na de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw in de naoorlogse jaren daalde het aantal conflicten tot slechts een tiental oprispingen per jaar (zie eerder artikel van juni vorig jaar). Het straatrumoer is vervangen door cao-onderhandelingen.
De laatste jaren is er weer een
licht stijgende trend waar te nemen, maar vooralsnog loopt de econome eerder vast door files wegens werkverkeer, dan door massale stakingen en wegblokkades.

En dan is er nog het gegeven dat een meerderheid van het volk geen socialisten en communisten blieft. In 1918 had de socialist Troelstra zich al eens vergist in de behoudende Nederlandse volksaard. Hij dacht dat de ellende waar dit land in was gedompeld na de 1e Wereldoorlog, de ontevreden burgers voldoende motiveerde om een revolutie uit te roepen.
Gedreven door sterke voorbeelden uit ander landen en een paar onlusten in eigen land, riep Troelstra op het staatsbestel drastisch te veranderen. Gereformeerden, katholieken en koningsgezinden organiseerden echter snel een tegenoffensief. De liberalen keken aan de zijlijn toe en deden niets. Na publieke steun aan de monarchie bekende Troelstra openlijk zich vergist te hebben.

Ook de periode van de Koude Oorlog en de recente jaren, waarin alles wat naar links en rood riekt de schuld krijgt, zelfs van zaken waar het rode front absoluut geen debet aan had, demonstreren de afkeer die menig Nederlander heeft van het morgenrood dat de verworpenen der aarde uit hun ketenen zal verlossen.

Ook al zal de 8-urige werkdag zeer waarschijnlijk weer in ere worden hersteld, zal de 6-daagse werkweek zijn herintrede doen, moet er geploeterd worden tot na het 65-ste levensjaar, staan loonmatiging en bijbetalen aan uitgeklede sociale voorzieningen weer op de agenda, de 1e mei zal hier geen traditie worden waar overheid en bedrijfsleven wakker van zullen liggen.

Eenzaam en gevaarlijk

Eenzaam en gevaarlijk Terwijl in Europa de Dag van de Arbeid werd benut om massaal te protesteren tegen de crisis, werd in Nederland de dag gebruikt om, in het kader van de rouwverwerking, enige duiding te geven aan de crisis die op koninginnedag plaatsvond.

Dat varieert van de blunder van de geautomatiseerde nieuwsverwerker van Google, die een deel van dat nieuws in de rubriek Entertainment plaatste. Tot een
uitstekend stuk van Thomas van Aalten op Sargasso.
Hij wijst op de toename aan eenlingen die tot verschrikkelijke acties in staat blijken. De nihilistische exhibitionisten, zoals hij dat noemt.

Nu de dader “een van ons” blijkt te zijn is er officieel geen sprake van terreur. Ook al lijkt het er sterk op dat meneer een zelfmoord-terrorist was. Toegegeven: da's speculatie en we zullen nooit te weten zullen komen wat de man precies heeft gedreven.

Maar stel dat hij een mislukte eenling was. Dan rijzen er twee vragen:
1. Hoeveel “lonley losers” moet je hebben voor er sprake is van een groep waarvan terroristische dreiging uitgaat?
2. Hoe gevaarlijk is eenzaamheid?

Zegt u het maar.

Onze gedachten

Onze gedachten gaan uit.

Onze gedachten gaan uit. Meer niet. Gewoon uit. Verstand op nul, uit pure verbijstering.
Onze gedachten gaan uit naar de slachtoffers en hun dierbare naasten. Zinnen van gelijke strekking doorspekken de verklaringen van ambtdragers van laag tot hoog, bij elke microfoon die ze onder de neus geduwd krijgen.

Het gegeven dat één man in staat bleek een heel volksfeest te beëindigen, maakt het extra lastig voor officials de juiste woorden en toon te vinden. Het feestgedruis nog in de oren, een actie die net meteen goed te duiden valt en toch snel de media bedienen. Ga er maar aan staan. Meer dan “vol afschuw” krijg je dan je strot niet uit.

Nu moeten ambtdragers waarschijnlijk hun waardigheid overeind houden, om de burgers het idee te geven dat ze niet door emoties stuurloos zijn geworden. Maar misschien kan de kloof tussen overheid en publiek een tikkeltje kleiner worden, als er wat minder diplomatieke bewoordingen worden gekozen. Bovendien hoeft niet herhaaldelijk gewezen te worden op het feit dat het juist nu, op deze dag die een feest had moeten worden, zo verschrikkelijk is. Die hele Koninginnedag doet er niet meer toe. Het enige dat nog telt zijn die slachtoffers en de idioot die daar verantwoordelijk voor is. Onze gedachten gaan natuurlijk ook uit naar het brein die man.

Maar goed, in het tot nu toe getoonde medeleven sprongen de burgemeester van Apeldoorn en Hare Majesteit zelf er nog het beste uit, in het combineren van menselijk reageren. Het gezicht van de burgemeester zag er aanzienlijk gekwelder uit, dan in bij andere officials kon waarnemen. En de zucht waarmee Beatrix haar televisietoespraak begon, zei genoeg. Meer had ze eigenlijk niet meer moeten zeggen.

En dan de minister-president. Het spijt me te moeten zeggen, maar hij kan dit niet aan. Ik geloof zo dat hij het oprecht te erg voor woorden vindt en dus moeite heeft de pers goed te woord te staan. Maar om nou toch zij stokpaardje “samen” ertussen te wringen: Koninginnedag is een dag van samen feestvieren – een feest van verbinding van mensen in dit land. Dat soort strofen.

Kom op zeg. Eén man was de verbinding kwijt en vond het nodig de verbinding van anderen te breken. En dan lijkt het mij niet nodig nog iets te zeggen over het nader bestuderen hoe zo'n dag in de toekomst te vieren, maar dat je gedachten uitgaan naar hoe je denkt te voorkomen dat mensen zo verschrikkelijk de verbinding kwijt zijn.

Van rechts naar links

Van rechts naar links

De Republikeinse Partij in de VS moet nog bekomen van Obama’s verkiezingsoverwinning en krijgt opnieuw met een verlies te maken. De Republikeinen sloegen een nog rechtsere koers in, als antwoord op Obama’s zege, en da’s niet naar ieders democratische zin. De Republikeinse senator Alan Specter stapt nu over naar de Democraten, waarmee de Democratische meerderheid in de Senaat wordt versterkt.

Een gemiddelde kiezer heeft het soms al moeilijk genoeg de politicus van zijn keuze te vinden, maar wat moet je met politici die van politieke kleur wisselen?
In Nederland komt dat ook voor. Niet zo vaak als in sommige ander landen, maar vooral de laatste dertig jaar is het ook hier in de mode. In de totale parlementaire geschiedenis wisselden ruim 50 politici van partij. Voor een groot deel was dat te danken aan afsplitsingen.

Ruim 30 keer richtten politici eigen partijen op, nadat ze hun oorspronkelijke politieke nest hadden verlaten. In een aantal gevallen leidde dat tot nog verdere splitsingen. Zo hebben we in de recente geschiedenis kunnen zien hoe uit Leefbaar Nederland de LPF voortkwam, die op haar beurt ook aardig wat dissidenten kende, die dachten met een eigen partij of “groep” aan de parlementaire bak te kunnen komen. Beroemd, berucht zo u wilt, zijn natuurlijk ook de jongste bewegingen van Wilders en Verdonk.

Maar hebben we nou ook rechtse politici die een bocht naar links maken? Jawel, maar het is een minderheid.
De meesten, 22 in totaal, bleven in hetzelfde segment hangen. Jet Bussemaker stapte van GroenLinks over naar de PvdA, Femke Halsema deed het precies andersom.
De keuze rechtsaf te willen, maakten 20 politici. Pim Fortuyn dwaalde van PvdA, via CDA naar VVD. Met Leefbaar Nederland als tussenstation, richtte hij tenslotte zijn eigen LPF op. Gerrit Zalm was ooit PvdA’er, maar switchte naar de VVD.
Slechts 10 politici sloegen linksaf. Onder andere Hein Roethof die de VVD inruilde voor de PvdA en Jaap Boersma die het CDA verliet en zich bij de sociaaldemocraten aansloot.

Politici die van kleur verschieten, heb je daar nou wat aan?
De politici die overstapten van de ene bekende naar de andere gevestigde partij hebben, naar mijn weten, nooit voor electorale verschuivingen van enig belang geleid. Dat geldt wel voor diegenen die voor het zelfstandig ondernemerschap kozen. Die trokken telkens genoeg stemmen om, al was het soms voor beperkte tijd, een of meerdere zetels te scoren.
De overstap van de Amerikaanse senator betekent geen verbreding van het politieke spectrum. Het helpt Obama wel in de Senaat. In Nederland betekent het, dat de politieke diversiteit redelijk groot is.

Het lijkt er de laatste jaren sterk op dat de mainstream-kiezer wel pap lust van politici die voor zichzelf beginnen. Was dat verschijnsel nou de enige magie die kiezers trekt, dan wordt het tijd dat ter linkerzijde ook eens hier en daar een eigen toko wordt geopend. Helaas zijn minder democratische sentimenten het Leidmotief. Waar is de Nederlandse Obama, die de rechtervleugel leegzuigt?

Geen Nieuws

Geen Nieuws

Hoewel het nog lang geen komkommertijd is en er meer dan genoeg te melden valt, vandaag geen nieuws op dit blog. Wegens bezigheden buitenshuis en zo.

Natuurlijk, ik had opnieuw de uitvoering van het Wilhelmus aan de kaak kunnen stellen. Omroep Max gaat de hymne weer op de radio uitzenden. Hopelijk alleen in de instrumentale versie. Zo niet, dan wordt het toch tijd voor een burgerinitiatief dat in Hymnesterie werd voorgesteld.
Uitgerekend in het Jaar van de Tradities herstelt omroep Max de hymne-traditie. Daarmee het Jaar van het Traditionele Jaar versterkend. Lezen die twee artikelen zoek de 7 verschillen.

Wie er nog nieuwsgierig naar is kan ook de oplossing van de weekendpuzzel bekijken (staat onder aan het artikel).
Verder staat er nog een poll open. Vul je optie in onderaan het artikel
Architecten schuldig.

Genoeg te lezen en te doen dus.

Nederland geen ontwikkelland

Nederland geen ontwikkelland

Je kent die meneer misschien wel, die in een reclame voor een afwasmiddel de vuilste vaat zoekt. Daar gaat-ie mee in een laboratorium aan de slag en vol trots weten hij en zijn collega's een nog beter afwasmiddel uit te vinden. Die meneer doet aan O&O. Onderzoek en ontwikkeling, ook bekend als R&D: Research and Development.

In Nederland is bijna 10 miljard euro gespendeerd aan O&O. Lijkt veel, maar hoe dacht je dat we anders tot al die nieuwe en vernieuwde producten komen?
Een koffiepruttelaar hadden we al en als het moet weten we zelfs nog ouderwets koffie met de hand te zetten. Toch wist de afdeling R&D van Philips nog met een koffiezetter te komen, die insloeg
als een bom.

De bedrijvensector gaf in 2007 circa 6 miljard euro uit aan R&D, meldt het CBS (pdf!). De industrie neemt daarvan 4,5 miljard voor haar rekening. De overige 4 miljard wordt dus door de dienstensector uitgegeven aan onderzoek en ontwikkeling. Nederland neemt binnen Europa, daarmee een gemiddelde positie in en blijft achter de koplopers Zweden en Finland. Op wereldniveau blijkt China een R&D-topper.

Het CBS meldt ook dat drie kwart van de bedrijven in Nederland niet vernieuwend zijn geweest. Ruim de helft van die groep heeft daar geen behoefte aan. De anderen wel, maar wegens gebrek aan gekwalificeerd personeel en financiën is het bij die bedrijven niet van de grond gekomen.

De overheid financiert een derde van alle onderzoek en ontwikkeling. Bij het aantreden van kabinet Balkenende was een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie. Één van de pijlers van het uitgezette beleid.
In het
Beleidsprogramma 2007-2011 werden doelen gesteld, waarmee Nederland een sterk innoverende natie moet worden. Meer en meer excellente hoger opgeleiden, versterking van de internationale reputatie van Nederlandse wetenschappelijke instellingen en onderzoekinstellingen, Nederland aantrekkelijk maken voor kenniswerkers en het innovatief vermogen van de Nederlandse economie versterken.

De belastingbetaler hoeft niet te vrezen dat zijn geld wordt gestoken in de ontwikkeling van nieuwe luchtverfrissers en afwastabletten. Het kabinet wil “kennis en innovatie koppelen aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken“. Bijvoorbeeld door te investeren in innovaties in de zorg en ontwikkelingen die bijdragen aan de klimaatverandering.

Toch is het gek dat er relatief zo weinig in ontwikkeling wordt gestoken. Stilstand is achteruitgang, is immers één van de motto's waarmee de economie draaiende wordt gehouden. Geloven bedrijven, organisaties en overheid er soms niet genoeg in? Als dat zo is, kan die 10 miljard euro beter in andere zaken worden gestoken. Half werk schiet ook niet op.

Die 10 miljard is waarschijnlijk de limiet in het gezamenlijke budget is. In dat geval zou er wat scherpere voorwaarden gesteld kunnen worden, hoe dat geld wordt besteed. Ploffende Senseo's, wasmiddelen met een geurtje, frisdranken waarmee je je tanden kan poetsen, fruit dat zowel een appel als een peer is, allemaal reuze geinig. Maar tevens produkten die kennis en innovatie opslokken, die we op andere gebieden broodnodig hebben.

Een schone taak voor de overheid om dat wat te sturen? Nu de crisis nog voortsuddert, liggen er toch kansen. Bedrijven die werktijdverkorting gesubsidieerd krijgen, zouden hun onderzoekers en ontwikkelaars kunnen uitlenen aan projecten die sleutelen aan innovaties ten behoeve van de zorg, milieu en energievoorziening. En de salarissen bij dat soort projecten zou veel aantrekkelijker moeten zijn, dan het loon wat die meneer van de afwastabletten krijgt.

Dat kost wat, maar nu is een deel van die 10 miljard weggegooid geld, omdat er te weinig over is om de ontwikkeling maatschappelijk belangrijke innovaties zodanig te bekostigen, dat ze een duurzame kans van slagen hebben.

Blauwe boeren, groen geld

Blauwe boeren, groen geld

Als er iemand is die aan 'en-en'-oplossingen werkt, dan is dat minister Verburg wel. Nu moet ze ook landbouw èn natuur èn voedselkwaliteit beheren. En moet ze boeren, vissers en collega's te vriend zien te houden. Dat vraagt dus om listig combineren.

Enerzijds dient ze Europese afspraken over de hervorming van het platteland er door te drukken, anderzijds komt ze Nederlandse boeren en vissers tegemoet door op te komen voor hun belangen. Een boer wil ploegen, zaaien, oogsten. Een visser wil varen, netten uitgooien en binnenhalen. Dat mag allemaal nog, maar het wordt aan steeds striktere regels gebonden. Waardoor boeren en vissers het steeds lastiger vinden hun boterhammen goed belegd te houden.

Het is wel grappig te zien hoe Verburg te werk gaat. Presenteert ze de ene keer enthousiast de Europese plannen om het agrarische bedrijf definitief om te vormen tot milieu- en natuurbeheer. Een andere keer remt ze de snelheid af waarmee die plannen uitgevoerd moeten worden.
Onze boeren en vissers doen het namelijk al heel aardig, vindt ze. Ze doen erg hun best rekening te houden met de natuur, het milieu en het dierenwelzijn. Dus rustig aan met het inkrimpen van
de vissersvloot en een betere huisvesting voor kippen hoeft ook niet vandaag op morgen. Een en ander gemotiveerd met de stelling dat de agrarische ondernemers op een verantwoorde manier de tijd krijgen hun bedrijven te reorganiseren.

Die reorganisatie leidt er misschien toe dat we in de nabije toekomst geen boer meer mest uit zien rijden, want het telen van gewassen heeft-ie opgegeven. De enkele, overgebleven visserman, zie je als kapitein op een rondvaartboot op de Noordzee, om toeristen van dichtbij het windmolenpark te tonen.

Met aardig wat geld wordt die omslag gestimuleerd. De subsidies die direct aan productie zijn gekoppeld worden de komende jaren afgeschaft. Dat gaf alleen maar ellende in de vorm van melkplassen en boterbergen. Nu gaan ook de slachtpremie voor rundvee en de steun voor zetmeelaardappelen, vlas, hennep en gedroogde voedergewassen op de helling.

Tegelijkertijd wordt vijf procent van de inkomenssteun overgeheveld naar de plattelandsontwikkeling. Dat moet de milieuschade door landbouw beperken, meer biodiversiteit in de akkerranden opleveren en de waterkwaliteit opkrikken. Ook moet het geld worden besteed aan innovatie en de ontwikkeling van hernieuwbare energie.

Minister Verburg ziet wel in dat een boer meer tijd moet besteden aan het schoonhouden van de sloten en het bijhouden van de houtwallen, dan aan het melken van zijn koeien. En dan komt ze dus met zo'n fraai 'en-en'-oplossing. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de boeren zich de bijstand inschoffelen.
Verburg gaat experimenteren met hectaresteun. Een vergoeding voor bewezen groene en blauwe diensten. Een boer die het “typische Nederlandse boerenlandschap” in stand houdt, maar dan wel zonder die penetrante geur van ammoniak, levert een “maatschappelijk gewaardeerde” dienst en moet daarvoor worden beloond, stelt Verburg.

En zo is het maar net. Dat de boer voor ons eten zorgt, wordt is al lang geen maatschappelijk gewaardeerde dienst meer. We zien hem liever als campingbaas die op onze tenten let of als energieleverancier. Verder moet hij de natuur verfraaien, anders zou onze natuurwandeling maar een saai loopje worden.

Voor alle duidelijkheid: iedereen, dus ook een boer, zal anders met milieu en natuur om moeten gaan, dan gebruikelijk was. Maar moet dat er toe leiden dat we over een jaar of tien geen voedselproducerende boer meer hebben? Kunnen we zonder? Of vergissen we ons en is over een paar jaar een televisieprogramma nodig, getiteld “Maatschappij zoekt boer”?

Weekendpuzzel

Vroeg werk gips De paaspuzzel trok weinig lezers en er rolde helemaal geen winnaar uit. Dat kon twee redenen hebben. Of iedereen hield paasvakantie in bos, op hei of langs de woonboulevards, òf men had helemaal geen trek in de hoofdprijs.

Nu dit weekend bijna 3 miljoen Nederlanders op vakantie zijn getrokken, wil ik de overige 13 miljoen een leuk alternatief bieden. Want toch ga ik ervanuit dat een etentje met de redakteur een niet te versmaden prijs genoemd mag worden.
Daarom nu de weekendpuzzel:

Wat hebben deze afbeelding (linksboven) en een belgische koffiedikkijker, die in februari met een opmerkelijke primeur kwam, te maken met aanstaande maandag?

Wie het eerst met het goede antwoord komt, gaat uit eten met de redaktie. Voor alle duidelijkheid: dat kost u niks.
De Weekendvraag blijft open staan tot zondag 26 april, 22.00 u. Alle reacties daarna zijn welkom, maar tellen niet mee voor de hoofdprijs.

Update (zo 14.50 u.). De vraag anders gesteld: wat is er bijzonder aan maandag 27 april, volgens een bron van een belgisch blad?

Update (zo 22.00 u.): Inzendtermijn verlengt tot maandag 22.00 u. Tip: Wie zou dat gipsmodel van een mislukte giraf gemaakt hebben?

Ma 23.20 u.: De oplossing:
Het blad Humo deed alsof een betrouwbare bron wist te vertellen dat Beatrix op 27 april haar troonsafstand zou aankondigen.
Zou ze dus eindelijk tijd krijgen zich geheel aan haar hobby te wijden. Op het plaatje zie je vroeg werk (1953) van Beatrix: een gipsmodel van een giraf.