Met het vertrek van Ella Vogelaar, stijgt Balkenende in de statistieken. In een onderzoekje hier naar de binnenbrandjes in Balkenende's coalitie, heb ik het smeulende vuurtje binnen de PvdA over het hoofd gezien. Daarmee komt dit jaar het aantal interne conflicten op 12, maar nu is er wel iemand van het pluche gebrand.
Een ander onderzoek wees uit dat de kabinetten Balkenende ook hoog scoren als het gaat om bewindslieden die opstappen na een vertrouwensbreuk. Onderzoekers van de Universiteit van Utrecht kwamen tot concludeerden: “Wanneer je het aantal vertrouwensbreuken afzet tegen het aantal dagen dat een kabinet heeft geregeerd, dan zijn de kabinetten Balkenende zelfs koplopers in de naoorlogse parlementaire geschiedenis. Nog nooit eerder zaten de bewindslieden zo losjes op het pluche“.
Bijna 15 procent van de bewindslieden is niet zo gehecht aan het pluche, als menigeen soms denkt. Van de bijna 750 aangestelde ministers en staatssecretarissen, hebben 106 bewindslieden het centrum van de macht verlaten (meegeteld: het huidige kabinet, het vertrek van Cees van der Knaap in 2007, Aboutaleb die naar Rotterdam gaat en nu dan Ella Vogelaar). Zie een overzicht van 1945 tot 2006 onderaan dit artikel.
Het vertrek van Vogelaar is een geval apart. Het komt erg weinig voor dat bewindslieden opstappen omdat zij zelf bij het parlement, of de 2e Kamer bij hen, een gebrek aan vertrouwen constateren. Nu blijkt er binnen één van de coalitiepartijen het vertrouwen tekort te schieten in één van de eigen bewindslieden. Natuurlijk, de andere twee partijen hebben de nodige kritiek geventileerd jegens Ella Vogelaar, maar niemand van hen heeft haar geadviseerd een andere betrekking te zoeken. Men ligt er verder niet wakker van. De meeste reacties komen neer op een schouderophalend “jammer, maar helaas”.
Maar weinigen maken zich hardop ongerust over het hoge personeelsverloop in de kabinetten onder Balkenende. Zijn roemruchte voorganger Lubbers zag twee keer zoveel bewindslieden weglopen en ook Den Uyl (16x) en Drees (14x) moesten wat vaker de vacaturebank raadplegen. Toch is Balkenende inmiddels Van Agt (11x) voorbij gestreefd en is met 13 opstappers opgerukt naar de vierde plaats.
CDA-mp's hebben in de gehele naoorlogse periode 70 bewindslieden zien vertrekken, de sociaal-democratische mp's kwamen niet verder dan 36 opzeggers. Maar goed, het CDA heeft dan ook bijna continu (mee-)geregeerd. Een stevige klus en waar gehakt wordt, vallen spaanders.
Affaires als die van Vogelaar komen weinig voor. Onrust of niet, meestal zijn er andere redenen waarom bewindslieden hun heil elders zoeken.
Verreweg de meesten zijn vertrokken om persoonlijke redenen, zoals een kwakkelende gezondheid of men had moeite werk en privé-leven te combineren.
Reden numero twee: carrière-ontwikkelingen. Regelmatig vonden bewindslieden een andere functie, als burgemeester of Navo-secretaris, interessanter dan deelname aan een kabinet.
Op de derde plaats komt dan het binnenbrandje. Soms vond men weinig steun bij collega's binnen het kabinet, soms was men het niet langer eens met het uitgestippelde beleid.
Het minst vaak stapten bewindslieden op omdat de 2e Kamer geen vertrouwen meer in ze had. Kamerleden hebben wel degelijk soms keiharde vraagtekens gezet bij bepaalde bewindslieden, maar dat heeft er niet zo vaak toe geleid dat een minister of staatssecretaris dan maar de handboek in de ring gooide. Waarna de Kamer over ging tot de orde van de dag.
De Utrechtse onderzoekers constateerden dat de ene periode wat stormachtiger was dan de andere. De periode Balkenende mag tot de eerste categorie worden gerekend. Nu lijkt de vierde editie steviger op het pluche te zitten dan de voorgaande afleveringen. Of is het vertrek van Vogelaar een voorbode van de uiteindelijke val van dit kabinet?