Het kabinet moet zoveel verantwoording afleggen, dat het een mirakel is dat het nog aan werken toekomt. Behalve in de vele spoeddebatjes en de begrotingsdebatten, moet het kabinet ook eenmaal per jaar een tussentijdse verantwoording afgeven. Dat vond vorige week plaats en Balkenende en Bos deelden mee dat het eigenlijk best wel goed ging.
In tegenstelling tot vorig jaar, toen de Algemene Rekenkamer de vloer aanveegde met de resultaten en transparantie van het beleid, zit het kabinet nu met 82 procent van de gestelde doelen op de goede weg. Vorig jaar was dat nog maar 44 procent. Bovendien was de haalbaarheid van de gestelde doelen deze keer voor bijna de volle 100 procent te meten. Vorig jaar wist de het kabinet slechts de helft van de voortgang inzichtelijk te maken.
Aldus Balkenende's verantwoording. Hij meende het oordeel van de Algemene Rekenkamer dus met gerust hart tegemoet te kunnen zien. En wat zegt de Algemene Rekenkamer nu?
Om te beginnen is de Rijksrekening goedgekeurd, ondanks de kanttekening dat de 23 miljard euro die is gespendeerd aan de kredietcrisis als onrechtmatig is bestempeld. Het betreft hier de uitgaven om Fortis overeind te houden.
Officieel had daar eerst uitvoerig met het parlement over gedebatteerd moeten worden. Daar was geen tijd voor, zo stelde het kabinet destijds, haast was geboden bij om grotere ongelukken te voorkomen. De Tweede Kamer nam daarmee genoegen en dus volstaat de Algemene Rekenkamer met een kanttekening.
Waarmee de Algemene Rekenkamer eigenlijk zegt: als de Tweede Kamer niet op haar strepen staat, wie zijn wij dan om de boel af te keuren?
Het kabinet zal het worst zijn. De Tweede Kamer wordt wel vaker niet serieus genomen (late beantwoording kamervragen, opzij schuiven wensen van het parlement) en van de kritiek van de Rekenkamer trekt men zich ook bar weinig aan.
Zo concludeert de Rekenkamer dat er vorig jaar voldeed slechts één ministerieel jaarverslag niet aan de eisen. Nu zijn dat er vier.
De bedrijfsvoering gaat maar matig vooruit. Vorig jaar telde men 57 onvolkomenheden, nu nog 54. Bepaald geen vooruitgang waar het kabinet trots op kan zijn.
Wat positiever is de Rekenkamer over de beschikbaarheid van beleidsinformatie. De ministers stellen steeds meer informatie beschikbaar. Dan echter relativeert de Rekenkamer het compliment onmiddellijk, door te stellen dat die informatie te vaak weinig bruikbaar is. “Ondanks deze overwegend positieve trend, vragen we toch aandacht voor het feit dat ministers in hun begrotingen en jaarverslagen steeds vaker uitleggen dat de realisatie van algemene en/of operationele doelstellingen niet kan worden toegelicht“, zegt de Algemene Rekenkamer.
Kortom: de trotse veren waar het kabinet zich vorige week mee tooide, kunnen weer de verkleedkast in tot volgend jaar.
Wie de verslagen van alle rijksonderdelen wil napluizen kan op de website van de Algemene Rekenkamer hier doorlinken naar de diverse resultaten.