De kwaliteit van de zorg wordt genationaliseerd. Het demissionaire kabinet, kampioen marktwerking in de zorg, komt met de laatste gouden greep van Klink?
De ministerraad draait nog op volle toeren. Er moet voor 9 juni nog heel wat van de agenda worden afgestreept. Uiteraard met de bedoeling het volgende kabinet een leuk erfenisje na te laten. De kosten voor de zorg bijvoorbeeld. Ook dit kabinet beloofde er alles aan te doen de kosten terug te dringen. Het is niet gelukt.
Maar nu de gouden ingreep van Klink. De oprichting van een Nationaal Kwaliteitsinstituut Gezondheidszorg. Doel: de kwaliteit van de zorg te vergroten en, let op, juist daarmee onnodige kosten te vermijden en terug te dringen. Aldus het persbericht uit de ministerraad.
Welke kosten? Nou, de kosten van al die overbodige behandelingen bijvoorbeeld. De artsenij doet maar wat. En ondanks waarschuwingen van Klink, blijven de medici maar aanrommelen. Maar liefst zeven organisaties hebben de artsen op hun vingers gekeken èn getikt, maar het heeft niet mogen baten.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg, Zichtbare Zorg, het College voor Zorgverzekeringen, de Nederlandse Zorgautoriteit, ZonMW, de Regieraad en DBC-onderhoud hebben gefaald en worden vervangen door dat Nationaal Kwaliteitsinstituut.
Lees wat dat instituut gaat doen en dan kom je tot de conclusie dat een deel van de werkzaamheden van die zeven organisaties door dat ene instituut wordt overgenomen. Het bevorderen van richtlijnen, openbaarmaken van uitkomsten in de zorg (o.a. sterftecijfers van ziekenhuizen) en het beoordelen of behandelingen wel kwalitatief, doelmatig en veilig genoeg zijn.
Sterftecijfers van ziekenhuizen? Gaan er ziekenhuizen dood? Dat zou wel de kosten aanzienlijk drukken. Bevorderen van richtlijnen? Tuurlijk, hoe vaak mikt de anesthesist er niet ver naast met de spuit en wordt de patiënt door een verdoofde chirurg geopereerd?
Nee, even serieus. De term kwaliteitsinstituut is mooi, maar verhult de feitelijke missie: snijden, snijden en nog eens snijden.
Met een beetje mazzel wordt de gezondheidszorg iets goedkoper als niet zeven, maar één instituut de inspecties uitvoert een beleid ontwikkelt. Maar een kwalitatief goede operatie blijft een dure zaak. Je hoeft het CPB niet uit te laten rekenen dat meer kwaliteit ook meer geld kost.
Het gaat dus niet om die kwaliteit, maar om de laatste stuiptrekking van Klink. Een armzalige poging de kosten beheersbaar te krijgen.
Al eerder heb ik hier betoogd dat er eens een definitieve keuze moet worden gemaakt, wat voor zorg we willen. Willen we de beste zorg voor iedereen, dan is dat peperduur. Willen we van dat prijskaartje af, dan zal niet alle zorg meer voor iedereen betaalbaar zijn. Of je kiest ervoor de zorg wel voor iedereen beschikbaar te houden tegen een veel lagere prijs. Maar dan gaat ook de kwaliteit achteruit.
Het Nationaal Kwaliteitsinstituut Gezondheidszorg gaat die keuze niet maken.
Er komt een inspecteur bij de dokter. De dokter vraagt wat de klachten zijn. De inspecteur zegt maar één klacht te hebben. Wat is dat dan, vraagt de dokter. U, zegt de inspecteur. Ik ben uw klacht?, zegt de dokter verbaasd. Ja, uw verdient teveel, u onderzoekt teveel, u schrijft teveel recepten uit, u gebruikt teveel instrumenten en apparatuur en u snijdt teveel, weet de inspecteur te vertellen.
En nu?, vraagt de dokter. Dat lossen we meteen op, zegt de inspecteur. Geeft u mij uw scalpel eens even.
Er komt een inspecteur bij de dokter
Geef een reactie