We houden onze moeder in leven, omdat de kinderen niet zonder oma kunnen. We hebben het wel eens voorzichtig aan ze voorgelegd. Hoe zouden jullie het vinden als oma er niet meer is? Nou, het huis was te klein. Hysterisch gebrul van dochterlief en onze zoon trok spierwit weg. Hij is vier, maar al een hele vent, Hij huilt nooit. Ook nu niet, maar die gelaatskleur sprak boekdelen.
Dus blijft moeder leven. Veel stelt het niet meer voor. Ze is volslagen dement, niet in staat zelfstandig uit de rolstoel te komen en het eten moet erin gelepeld worden.
Toch vinden de kinderen haar aardig. Dochtertje speelt met haar zoals ze met haar poppen speelt. Ze kletst maar wat aan tegen oma, die het wonderwel met iets van een glimlach ondergaat. Zoontje zit sprakeloos stil en kijkt onafgebroken naar haar gezicht, terwijl hij alleen haar linkerhand vasthoudt.
Oma is lief, zeggen de kinderen. Ja, dat is dan weer wel een zegen. Voor ze aftakelde was ze een enorme ‘bitch’. Niets en niemand deugde en dat liet ze goed weten ook. Maar dat veranderde al bij de eerste tekenen van dementie. Raar is dat sommige ziektes iets te voorschijn halen, dat je bij gezond leven nooit bij de patiënt hebt gezien.
De kinderen vinden haar lief. Ja, dank je de koekoek. Alleen de namen van de kinderen weet ze nog en krijgt ze ook zonder problemen uit haar mond. Ik dacht altijd dat bij dementie het korte termijngeheugen als eerste sneuvelde, dus zou ze de kinderen ook als eerste niet meer moeten herkennen en dan pas ons zijn vergeten. Nee, ons kijkt ze aan alsof we van Mars komen en als we het eten willen toedienen, spuugt ze ons regelmatig onder. Een beetje ‘bitch’ blijft ze nog.
We hebben het er wel eens met het tehuis over gehad. Rekken we niet nodeloos haar leventje? Oma is echter opgenomen in een christelijk tehuis. Bij leven en welzijn ging ze nooit naar een kerk, maar toen ze nog iets te zeggen had, gaf haar eigen religieuze opvoeding de doorslag.
Op onze vraag of het niet beter was een einde te maken aan haar vegeterend bestaan, was het antwoord: “Daar hebben wij een speciale service voor”.
“O ja?”, reageerden we enthousiast, “wat dan?” “Daar hebben wij de heer voor”, was het antwoord. Nou, of wij die heer dan onmiddellijk konden spreken, vroegen wij. “Natuurlijk”, zei de directrice, “laten we samen bidden”.
We laten oma dus maar leven. Voor de kinderen. Dat wordt ons wel kwalijk genomen. Weet u wel wat dat kost, krijgen we vaak te horen. De zorgkosten stijgen zo gigantisch, mede door de vergrijzing, dat het nog maar de vraag is of onze kinderen later een betaalbare gezondheidszorg zullen hebben, zo wordt ons voorgerekend.
Nu stelt het CvZ (College van Zorgverzekeringen) voor een paar van de pillen waar oma op teert, niet meer te vergoeden. Eén van die pillen zorgt er voor dat ze minder last heeft van een akelig gevoel in haar benen. Kan wel zijn, stelt het CvZ, maar oma gaat er niet beter van lopen. Ja, als ze er meer dan 23 meter van zou kunnen rennen, dan mag zo’n pil wat kosten, maar niet als het de kwaliteit van leven geen moer helpt, oppert het CvZ.
Kunnen we zelf die pil dan niet betalen? Nee zeg, weet u wel hoe duur kinderen zijn? Bovendien is mijn vrouw vorig jaar ontslagen na een bezuinigingsronde in haar buurthuis. Ze heeft het geluk gehad als schoonmaakster aan de slag te kunnen, maar dat verdient een paar tientjes minder. En ik mag in mijn handjes knijpen dat ik mijn baan als pompbediende nog heb, want we waren even bang dat door de crisis mensen minder auto zouden rijden en dus minder benzine zouden tanken.
Het is een kwestie van keuzes, hoor je in de discussie over de dure gezondheidszorg rondzoemen. Natuurlijk kunnen we oma bij ons in huis nemen, maar de kinderen zijn nog te jong om voor haar te zorgen en wijzelf kunnen niet minder gaan werken. Ik ben nog naar de hoogste baas gegaan en heb voorgesteld te ruilen van baan, zodat ik met zijn salaris oma kan betalen (ik werk bij een Shellstation). Hij liet me er door de beveiliging uitflikkeren.
We laten oma nog maar even leven. Voor de kinderen. Nu genieten zij en oma nog van elkaar, zo te zien. Zouden de kids zich dat herinneren als wij tehuisrijp zijn? Ondertussen hoop ik maar dat de Heer snel een keuze maakt als oma moet lijden omdat straks die pil niet meer gegeven kan worden. Misschien moeten we toch maar gaan bidden.