De regering heeft de Kamer schriftelijk geantwoord op vragen die de Eerste Kamer in mei stelde over de politiek steun aan de Irak-oorlog. Als die antwoorden niet bevredigend zijn, dan zet dat misschien de deur open naar een parlementair onderzoek, dat tot nu toe door Balkenende is tegen gehouden, met steun van de huidige coalitiepartners en partijen ter rechterzijde.
De vragenstellers zijn alvast teleurgesteld over de antwoorden. Vooral herhaling van zetten en de aan kern van de steun aan Amerika's Irak-oorlog is onveranderd: niet de zogenaamde bewijzen betreffende massavernietigingswapens was de reden, maar Saddam Hoessein's irritante en weigerachtige houding VN-reslouties te accepteren. Terwijl binnen de VN de verdeeldheid over de aanpak van Hoessein steeds groter werd, wist de regering Balkenende in 2003 heel zeker dat die vervelende rakker een oorlog waard was.
Tevens antwoordt de regering dat ze zich nooit misleid heeft gevoeld met betrekking tot informatie uit Amerika, waarvan achteraf bleek dat die op cruciale punten onjuist was. Daar gaat het ook niet om, herhaalt de regering. Voor de Nederlandse regering was het voldoende dat Hoessein een weigerachtige etterbak was.
En verder deelt de regering mee dat het niet van plan is allerlei tot nu toe achter gehouden informatie alsnog ter inzage te geven. De verantwoording die tot nu toe in de Kamer is afgelegd moet voldoende zijn want, zo stelt de regering, wat daar aan vooraf is gegaan doet niets aan de besluiten af, of voegt daar iets aan toe.
Informatie van onze inlichtingendiensten, die genuanceerder zou zijn dan die van de Amerikaanse en Britse diensten, was bij de regering bekend. Maar dat soort informatie gaan we om redenen van staatsveiligheid niet openbaar maken.
En hoe de informatie-uitwisseling en samenwerking tussen verschillende belanghebbende bewindslieden was, gaat u ook niks aan. We hebben destijds ons besluit genomen, dat was een goed besluit en daar doet u het maar mee.
Is er verder dan helemaal niks te melden, dat eerder niet aan de orde is geweest? Dat was in mei de slotvraag van de PvdA aan het kabinet (zie onder antwoord G3 in de brief van het kabinet).
Jawel, het kabinet was demissionair. Een lastige situatie om besluiten te nemen. In de ministerraad is bij het belsuit rekening gehouden met een mogelijke andere samenstelling en politieke kleur van het te vomren kabinet. Hoe? Daar wordt in het antwoord niets over gezegd.
De onderhandelaars voor de nieuwe coalitie (CDA en PvdA) hebben wel de VR-resloutie 1441 (serieuze gevolgens als Irak weigert mee te werken aan verder onderzoek) geaccepteerd als grondslag voor het besluit steun aan de inval in Irak te geven.
Ik geef toe, dit is een wel erg beknopte samenvatting van de antwoorden, maar ik daag u uit er iets anders in te lezen.
En nu eens kijken of het parlement zich voldoende geschoffeerd voelt door dit gebrek aan respect voor de Kamer, dat ze alsnog een nader onderzoek gaat eisen.
Op zijn minst zou eens nader bekeken moeten worden hoe ver de bevoegdheden van een demissionair kabinet horen te gaan. Wat bewoog het kabinet ertoe een ernstig en cruciaal besluit er door te drukken tijdens de wisseling van de wacht?