Gisteren beloofde ik u de rijkste schrijvers van Nederland bekend te maken. Aanleiding was een lijstje van rijkste schrijvers in de Quote, de stalker van poldermiljonairs.
Dat lijstje bleek niets te maken te hebben met literatuur en daarom zelf maar eens uitgezocht welke echte schrijvers een leuke boterham met hun boeken verdienen.
In het artikel van gisteren moest ik natuurlijk bekennen geen enkele kennis te hebben van de inkomens van onze literaire elite. Je zou het ze zelf, of hun uitgevers kunnen vragen, maar ik weet bijna zeker dat ze het mij niet aan mijn neus gaan hangen.
Wat wel voor iedereen op te snorren is, zijn de literaire prijzen die de auteurs kunnen bemachtigen. Zo is al bekend dat Charlottte Mutsaers de P.C. Hooftprijs zal krijgen. Op 20 mei mag ze 60 duizend euro ontvangen. De genomineerden voor de Libris Literatuurprijs zijn ook al bekend en zijn nu dus al verzekerd van 2500 euro. De winnaar krijgt daar ook nog eens 60 duizend euro bij.
De literaire prijzen kunnen een aardige indicatie voor het inkomen van een auteur zijn, want de media-aandacht zal ongetwijfeld de boekverkoop een impuls geven.
Nu zijn er meestal elk jaar andere winnaars, maar soms heeft een auteur een heel fortuinlijk jaar. Zo kreeg Doeschka Meijsing in 2008 de AKO-literatuurprijs (€ 50.000) èn de Ferdinand Bordewijkprijs (€ 5000). Jeroen Brouwers, die in 2007 de Prijs der Nederlandse Letteren weigerde, omdat hij de 16 duizend euro veel te weinig vond, was natuurlijk vreselijk verwend. In 2001 ontving hij de AKO-prijs (€50.000) èn de Gouden Uil (€ 25.000).
Maar goed, dat is niet elke auteur gegund. In de periode van 1998 tot nu vond ik 114 auteurs die een of meerdere prijzen ontvingen. Alles bij elkaar verdienen ze daarmee geen bedragen die de Quote de moeite waard vind.
Eén schrijver steekt met kop en schouders boven de rest uit. Maar liefst zeven prijzen en drie betaalde nominaties, waren goed voor 225 duizend euro, een gemiddelde van een dikke 18 duizend euro per jaar.
Wie is die nummer 1 van literaire goudhaantjes? (Tromgeroffel, trompetgeschal). Dames en heren, niemand minder dan Arnon Grunberg.
Wie op Harry Mulisch had gegokt zit mis, want die staat pas op de 10e plaats en die moet hij dan nog delen ook met Abdelkader Benali.
De top vijf (na Grunberg dus): op 2 Helga Ruebsamen, 3 Cees Nooteboom, 4 Jeroen Brouwers en 5 Charlotte Mutsaers.
Voor de rest van de lijst zie deze excelsheet, met daarin op het tweede werkblad een overzicht van de auteurs en de prijzen en op het derde blad een historisch overzicht vanaf 1998.
Met die prijzen alleen kan een Nederlandse schrijver echt niet rondkomen. Het moet dus van de verkoop van hun boeken komen. Maar dan wel in aanzienlijke oplagen, anders zal menig schrijver toch flink moeten bijschnabbelen.
Misschien hebben ze wat aan dat lijstje uit de Quote. Wordt eerst een rijke ondernemer en ga dan pas eens een boekje schrijven. Een schrijver levert dan wel beroerde boeken, maar de boterham is dik belegd.
Rijkste schrijvers (2)
Geef een reactie