Terwijl in de grote, drukke steden op bijna elke hoek een supermarkt te vinden is, moeten steeds meer kleine, rustige gehuchten het zonder zelfs maar een minimarktje doen. Is dat erg? Welnee, de meeste dorpsbewoners reizen voor winkel en postkantoor graag een kilometertje meer, zolang de lokale fanfare maar blijft bestaan.
De LVKK (Landelijke Vereniging van Kleine Kernen) heeft de leefbaarheid vijfhonderd kleine kernen en buurtschappen laten onderzoeken. De bewoners vinden een auto voor de deur en wat ontspanning genoeg om het verlies van andere voorzieningen te compenseren. Een dorpshuis, café of toneelclub wordt belangrijker gevonden voor de kwaliteit van de leefomgeving, dan een buurtsuper of een bank. Alleen de oudere bewoners vinden het lastig. Maar de rest hecht vooral aan een levendig sociaal-cultureel leven. De vraag is wel of er op de lange duur genoeg mensen zijn die in de achterzaal van het café de jaarlijkse supermusical kunnen instuderen. De totale bevolking zal de komende 25 jaar toenemen tot ruim 17 miljoen, maar daarna zal het teruglopen tot zo'n 16,9 miljoen inwoners in 2050. Dat is maar 3,7 procent meer dan nu. De meeste mensen zullen dan in de toch al drukke grote steden en omgeving wonen. Ruim de helft van alle gemeenten zullen met een bevolkingsafname te maken krijgen. Groei in de grotere plaatsen, krimp in de kleinere gemeenten (zie de ruimtemonitor).
Dat kan, volgens het RPB (Ruimtelijk Planbureau) gevolgen hebben voor de kwaliteit van de leefomgeving in bepaalde buurten en dorpen. Logisch, nietwaar? Als er in de Dorpsstraat maar twee mensen staan te kijken naar een fanfare van vier fervente koperblazers, is de lol er gauw af.
Er moet dus niet alleen een beleid voor prachtwijken komen, maar ook een aanpak van prachtdorpjes. Regio's als Limburg, Zeeuws-Vlaanderen en Oost-Groningen zullen het meest door bevolkingskrimp getroffen worden. De weggestuurde Ella Vogelaar wilde daar zelfs ambtelijke topteams voor oprichten, die de gemeentebesturen moeten adviseren hoe ze om kunnen gaan met een teruglopend inwonersbestand. Haar opvolger hebben we er nog niet over gehoord.
Nog niet zo heel lang geleden dacht de overheid de legere en daardoor economisch armere delen van het land te helpen door er hele ministeries naar toe te transporteren. De deportatie van ambtenaren heeft niet echt geholpen. Dat beleid stuitte op aardig wat verzet en de overheid heeft het niet consequent volgehouden. Terwijl de Randstad uit haar voegen groeit, lopen andere gebieden nog steeds leeg. Zou het instandhouden van de plaatselijke fanfare genoeg zijn om de laatste dorpbewoners op hun plaats te houden?
Een gemeente als Renkum hoopt van wel. Daar heeft men zich al neergelegd bij de bevolkingskrimp en gaat men zich niet langer focussen op woningbouw maar probeert men wel de voorzieningen in stand te houden. Daar horen wel degelijk winkeltjes bij. Eerder had de LVKK al uitgezocht dat mensen in kleine plaatsje een bancaire voorziening wel weer interessant vonden, als het geld ook lokaal uitgegeven kon worden.
Maar misschien moeten we de voorspelde demografische ontwikkelingen voor lief nemen. Met een tweedeling van het land als gevolg: Een paar overvolle stedelijke gebieden en verder heel veel ruimte elders, waar we alleen naar toe gaan om ons buitenhuisje te bezoeken en van de landelijke rust te genieten. De Randstad strekt zich uit van Purmerend tot Rotterdam. Daar omheen één groot Center Parcs. Een fanfare zie je dan alleen nog maar in Den Haag, op Prinsjesdag.
Gaat dat de toekomst van dit land worden?