Net als de beurzen weer wat opleven en hypotheek-, creditcardcrisissen en vermogenscrisissen bij lagere overheden het ergste wel hebben gehad, dreigt er ineens een heel andere crisis. De bollencrisis. De tweede in de vaderlandse geschiedenis.
Het fraaie weblog Sargasso gaf in hun Waan van de Dag een leuke link door over de eerste tulpenbollencrisis (17e eeuw).
De tulpenbol was in die dagen een noviteit waar veel mensen wel geld in zagen en avontuurlijk speculeren leidde tot een ware crisis. De overheid moest hard ingrijpen. Je zou denken dat men wel een lesje had geleerd.
De voorzitter van de Land- en Tuinbouw Organisaties (LTO) en SER-lid Albert-Jan Maat werd afgelopen zaterdag hier geciteerd. De SER besprak de krediet crisis en de heer Maat sprak de gedenkwaardige woorden: “Gek dat terwijl de landbouw überhaupt geen giftige producten op de markt mag brengen, de financiële sector dit de afgelopen jaren aan de lopende band deed. Hoe kunnen we de financiële sector enig moraal bijbrengen?“
Tuurlijk, hij herinnerde zich die 17e eeuwse crisis nog maar al te goed. En wie herinnert zich dat ook nog? Onze landbouwminister Gerda Verburg.
Zij verdedigt onze bollenteelt. De Hollandse bol dreigt te vallen, ten onder te gaan aan Europese regels tegen het gebruik van middelen die de bollen moeten beschermen tegen ongedierte en ziektes.
Tulpenkwekers vrezen aan de grond te raken. Omdat ze de tot nu toe gebruikelijke middelen niet meer mogen gebruiken.
De landbouwminister laat weten alles in het werk te zetten om deze crisis het hoofd te bieden: “We hebben met de EU-landbouwministers en de Europese Commissie een goed voorstel gemaakt om sommige risicovolle bestrijdingsmiddelen te verbieden die bij slecht gebruik mogelijk schade aan mensen kunnen veroorzaken. Uiteraard met een overgangstermijn zodat er goede en bruikbare alternatieven kunnen worden gevonden.”
Verburg als de Bos van de landbouw.
Maar wacht eens even. Had de LTO-voorzitter in de SER niet gezegd dat de landbouw helemaal geen giftige produkten op de markt mocht zetten? Ofwel: geen bollen en voedselgewassen de markt op mag gooien die bespoten zijn met schadelijke stofjes?
Dat zou kunnen kloppen. Het kabinet heeft tenslotte niet voor niets de “Nota Zicht op gezonde teelt” opgesteld. Een soort gedragscode die moet leiden tot ongevaarlijke produkten in de groenteafdeling van de supermarkt en veilige bollen in het tuincentrum.
De nota pleit voor een geïntegreerde gewasbescherming. Land- en tuinbouwers moeten bij het verbouwen van gewassen “niet alleen rekening houden met winst, maar ook met volksgezondheid, voedselveiligheid, arbeidsomstandigheden en milieubelasting”.
Het kabinet houdt in die nota wel een reuze slag om de arm. De doelstellingen zijn prima, maar voorlopig nog te ambitieus. Het valt namelijk niet mee de landbouwsector enige moraal bij te brengen.
Nederlandse telers gebruiken minder bestrijdingsmiddelen dan hun buitenlandse concurrenten. Ze willen daarom niet zo hard meewerken aan die nota. Ze vrezen productieverlies en dus een omzetcrisis.
De Nota Zicht op gezonde teelt wil daar wel wat aan doen, maar nu even niet. Eerst een overgangstermijn, zoals Verburg voorstelt. We geven onze bollen niet zomaar op.
Met andere woorden: voorlopig mogen schadelijke stoffen nog wel gebruikt worden en loopt u dus de kans een tulpenbolletje met een ongezond bestrijdingsmiddel tussen de rokken in uw crisissoepje te verwerken.
Welke moraal wil de LTO-voorzitter nu eigenlijk aan de financiële sector bijbrengen?