Tag archieven: democratie

E-volksraadpleging

Niet zeuren, maar meedoen. Zo nodigde minister Schippers in het tv-programma Buitenhof de belanghebbenden in de zorgsector uit, zelf bezuinigingsvoorstellen te doen. Blijkbaar heeft de online  ‘keukentafeldiscussie’, die de minister vorig jaar is begonnen, niet veel opgeleverd.  Het is één van de ‘doe mee’-projecten die de rijksoverheid heeft lopen.

Doe mee, roept de rijksoverheid haar burgers toe, want ze ‘is geïnteresseerd in meningen, ideeën en initiatieven vanuit de samenleving”. De Rijksoverheid doet aan E-consultatie, met opmerkelijke inhoudelijke en kwalitatieve verschillen tussen de diverse online initiatieven, waar burgers en organisaties hun stem mogen laten horen.

Het kan allemaal zonder af te moeten reizen naar inspraakbijeenkomsten met lauwe koffie. Reageren op wetsontwerpen op internetconsultatie. Met online formulieren Green Deals voorstellen of ideeën ter vermindering van de regeldruk insturen.. Lid worden van LinkedIngroepen en meepraten over een nieuwe Elektriciteits- en Gaswet of over het Europese landbouwbeleid. En via Facebook kun je minister Schippers aan briljante ideeën helpen om de zorg betaalbaar te houden.

Ooit een overheid meegemaakt die zo intensief het volk raadpleegt? Het kan natuurlijk makkelijker dan vroeger, dankzij deze vormen van e-consult. Het volk reageert enthousiast, zou je denken.

Dat lijkt af te hangen van de mate waarin dat onderwerp in de publiciteit is én van het internetmedium dat is ingezet. Een overzicht onderaan dit artikel (details in dit exceldocument):

De cijfers geven een groffe indicatie van de levendigheid op de diverse online platforms. Ze zijn afkomstig van beschikbare evaluaties (Internetconsultaties en Green Deals), antwoorden op vragen van Sargasso aan beheerders van de website Toekomst glb (Gemeenschappelijk landbouwbeleid) en eigen tellingen op LinkedIn-, Facebook- en Twitterpagina’s (Elektriciteit- en gaswet, Betaalbare zorg en Vermindering Regeldruk).

Wat ook opvalt is dat de “zwaardere kost” het beter doet dan de wat populaire items. Op Internetconsultatie moet je wetteksten doorploegen. De toekomst van een gemeenschappelijk landbouwbeleid raakt vele facetten en de Europese regelgeving op dit gebied is ook geen flauw kost. En wie zich wil verdiepen en meepraten over een nieuwe Elektriciteits- en gaswet zal op zijn minst een beetje kennis moeten hebben van het complexe stelsel oude wetten.

Toch scoren juist deze drie initiatieven goed. Het ligt voor de hand het succes van Internetconsultatie te verklaren door een paar grote klappers, die dankzij belangenorganisaties flink in de publiciteit zijn geweest. De Natuurwet van voormalig minister Bleker en de Wet Passend Onderwijs leidden tot duizenden reacties.

Maar publiciteit verklaart niet alles. De twee slechtst lopende projecten betreffen items die ook op ruime mediabelangstelling mogen rekenen. Het project ‘Van regels naar ruimte’ (vermindering regeldruk) wordt vooral door het kabinet zelf in de spotlights gezet. De betaalbaarheid van de zorg is bijna niet uit het nieuws te branden.

Misschien dat deze twee projecten minder deelnemers en reacties telt vanwege de manier waarop het is opgezet. “Van regels naar ruimte’ kent wel een serieuze component (voorstellen indienen die tot projecten verheven kunnen worden), maar Twitter is natuurlijk geen goed platform om degelijk uitgewerkte voorstellen te doen.

Dat geldt ook voor de Facebook-keukentafel van minister Schippers. Daar staan vier vragen waarop je kan reageren. Meer niet. Juist de belangrijkste vraag (Wat is volgens jou de beste manier om te besparen in de zorg?) levert de meeste reagerenden (59) en reacties (68) op.

De andere drie vragen vinden mensen amper de moeite. Vijftien mensen gaven evenveel reacties op de vraag ‘Denk je dat door meer eigen betalingen de mensen ook minder snel naar de dokter gaan?’
Twaalf mensen gaven veertien reacties op de vraag welke keuzes ze bereid zijn te maken. Op ‘Het is fijn om een eigen kamer te hebben in het ziekenhuis. Wil je dan ook nog de laatste technologie in het zorgpakket?’, gaven slechts acht mensen elk één reactie.

Kortom: Publiciteit en populaire media zijn niet voldoende. Publiciteit werkt alleen als grote groepen belanghebbenden de trom roeren en niet als het vooral de pr-vlaggen van het kabinet zijn. Sociale media en online projecten werken alleen als er content op staat, die er toe doet. Het volk heeft donders goed door wanneer ze serieus geraadpleegd wordt.

EconsultRijk

Stemkeuze

Op Sargasso hebben een aantal redacteuren hun stemkeuze opgebiecht. Onder mijn alias P,J, Cokema heb ik daar de mijne aan toegevoegd. Voor wat het waard is: daar komt-ie.

Nooit eerder heb ik zoveel twijfels als nu. Voorheen stemde ik wisselend GroenLinks en SP. Eén enkele keer heb ik de strategische stemmer uitgehangen en PvdA gestemd. En twee keer aarzelde ik en overwoog D66 te stemmen. Maar na de, mijns inziens, vrij belabberde oppositievoering en het nog beroerdere Lente-akkoord, wist ik het ineens niet meer.

Daarbij komt: ik ben ook snel heel erg egoïstisch geworden. Het antwoord van ‘De Politiek’ op de bankencrisis en de eurocrisis is in uitermate negatieve zin merkbaar in werk en privéleven.

In mijn werk (sector zorg en welzijn, daklozenopvang) vielen de eerste echte  klappen in oktober 2010 en dat hield niet meer op. De laatste klappen moeten nog worden uitgedeeld. Collega’s kwijtgeraakt (ontslagen) en een gestaag groeiende stroom nieuwkomers. Mijn functie (werkvloercoördinator) is wegbezuinigd en een paar aardigheidjes (minder seniorenverlof) zijn uit de cao geschrapt, waardoor de lol een stuk minder is. Solliciteren naar andere banen verloopt moeizaam, want de banen liggen niet voor het opscheppen.
Maar ik mag niet klagen. Ik doe het wel, maar het mág niet. Ik heb immers mijn werk nog.

In de privésfeer zijn vijf familieleden door allerlei ziektes getroffen, zelf hoor ik bij de ‘chronisch zieken’. Veranderingen op gebied van medicatie, eigen bijdrages, ondersteuning als thuishulp en vervoer leveren veel meer ongemak op dan voorheen.
Voor het eerst in mijn leven mag ik een stukje mantelzorg doen en ik moet zeggen: de verhalen die je hoort over de druk die werkende mantelzorgers hebben, moeten wel kloppen. Ook al ben ik maar een minimale mantelzorger, het kost genoeg tijd en geld die ten koste gaan van eigen activiteiten en gemoedsrust.
Maar ik mag niet klagen. Waarom doe ik dat toch, als het niet mag? Ik kan immers, hoewel een stuk minder,  nog steeds bloggen.  En af en toe wat vakantie zit er ook nog steeds in, al moest de laatste onderbroken worden door één van die ziektegevallen in de familie.

Ik weet ook wel dat mijn werk en privéleven niet maatgevend mag zijn voor wat de ‘De Politiek’ heeft te beslissen. En toch gaat dat een rol spelen in mijn stemkeuze. Dus ja, u mag mij egoïsme verwijten.

Voor de verandering, want ik vind dat we voor verandering moeten stemmen, stem ik nu eens niet op een partij die ‘naar de mensen in het land’ luistert. Dat doet elke partij al jaren. Ik kom ze wel eens tegen op mijn werk, Daklozen zijn een fraai stukje promotie om de meelevendheid en betrokkenheid van politici te etaleren. Het is ook heel mooi dat politici naar de professionals in het veld willen luisteren. Dat is een slogan die je de laatste tijd hoort van VVD tot PvdA, van PVV tot SP, van CU tot SGP.

Ze hébben geluisterd, ik héb mijn professionele inbreng mogen leveren en het resultaat was schandalig teleurstellend. En omdat ik niet mag klagen, dat is immers ten strengste verboden, moet ik iets doen. De oude, bekende wegen lopen naar mijn overtuiging dood. Dus wordt het tijd voor iets heel anders.

Maar wat dan? Ja, dat weet ik een beetje en ook een beetje niet. Daar kun je samen uit komen. Zeggen de bekende partijen. Ik ga stemmen op een partij die in ieder geval mij de gelegenheid geeft ook na de stembusgang mee te denken over hoe het verder moet. En niet via politici die op bezoek komen om naar de mensen in het land te luisteren, maar door zelf met anderen de nodig geachte voorstellen te bedenken. Er is nu maar één partij die de besluitvorming anders wil laten verlopen.

De geïnformeerde lezer raadt het al: ik stem op de Piratenpartij.

Paars, bont en blauw.

stemmenHet wordt dus Paars III? PvdA en VVD worden gedwongen samen te werken en een Kamermeerderheid wordt behaald door D66 in te sluiten. Dat kan ook het CDA zijn, maar de nijd tussen PvdA en CDA is te groot en de wonden van Balkenende IV zijn nog vers.

Een coalitie van VVD, PvdA en CDA kan rekenen op 78 zetels in de Tweede Kamer en 41 in de Eerste kamer. Een krappe meerderheid in beide Kamers.
Paars III krijgt 78 zetels in de Tweede Kamer en 35 in de Eerste Kamer. Dat is dus te weinig.

Het wordt dus geen Paars III, maar Bont & Blauw. De verschillen met Paars?
De Paarse kabinetten stonden onder leiding van PvdA-premier Kok. Het nieuwe kabinet zal wederom onder leiding van Rutte staan, want de VVD zal net twee zetels meer halen dan de PvdA. Het wordt dus Rutte II en de kiezer wordt bedankt.
Het CDA doet mee. Zo niet, dan kan alleen met de PVV of de SP een meerderheid worden behaald. PvdA en D66 hebben geen trek in de PVV en VVD, PvdA en D66 lusten de SP niet. Dus wordt  toch het CDA.

Tot zover het koffiedik kijken. Gebaseerd op de laatste peiling van de Politieke Barometer, die er van alle peilingen bij de vorige verkiezingen het dichtst bij de waarheid zat. Verrassingen zijn uitgesloten. Het valt niet te verwachten dat de SP toch meer dan 30 zetels scoort. Of dat een van de nieuwkomers met meer dan 20 zetels binnenstormt en dus een serieuze bespreekpartner wordt.

Kortom: het wordt Bont & Blauw. En dat zal de kiezer merken ook. Gezonde overheidsfinanciën en de crisis bestrijden worden vertaald in bezuinigingen die alweer iedereen zal voelen. In een iets ander variant dan Rutte I het had geprogrammeerd, dat wel. Maar als de BTW op de podiumkunsten wordt verlaagd, dan gaan toch de eigen bijdragen in de zorg omhoog.  En als de topsalarissen ietsjes meer belasting gaan betalen, blijft de hypotheekrenteaftrek ongewijzigd overeind.

Het kan niet anders, zegt het nieuwe kabinet en de meerderheid van de kiezers gelooft dat ook. We hebben tenslotte een mooie democratie en het gezegde luidt dat wie mooi wil zijn, pijn moet lijden.

De meest regenteske partijen gaan de dienst weer uitmaken. Reken maar dat conflicten tussen Rijk en gemeenten volop zullen doorgaan, misschien zelfs heftiger worden. Reken maar dat de vakbonden vol,op werk hebben. Reken maar dat patiëntenorganisaties wekelijks op het Plein in Den Haag staan. En reken er maar zeker op dat ‘De Kiezer’ opnieuw teleurgesteld zal zijn.

De kiezer die na elke invuloefening bij de Stemwijzer alsmaar bij de Partij voor de Dieren bleef uitkomen, maar het lef niet heeft daar dan maar eens op te gaan stemmen. De kiezer die twijfelt tussen SP en PvdA, maar op de valreep de SP links laat liggen. De kiezer die de PVV niet meer gelooft en nog minder in SP of PvdA en dus de VVD aan extra stemmen helpt.
Het wordt Rutte II en we worden weer bont & blauw bezuinigd.

Hoe zal Rutte II tot stand komen? Waarom zal de formatie kort of lang duren? Daar zullen de media ons wel van op de hoogte houden. Maar dat is berichtgeving nadat binnenskamers de piketpaaltjes zijn geslagen en dus uit tweede hand.

De informatie- en formatiebesprekingen zouden direct en ongecensureerd uitgezonden moeten worden, Tenslotte kijkt ‘Big Brother’ naar ons, dus waarom mogen wij niet naar grote broer kijken? Zodat we ‘live’ getuige kunnen zijn hoe eerst de SP wordt gepiepeld en daarna welke partijen hun kroonjuwelen inleveren. En omdat we het allemaal zelf hebben gezien, kunnen er ook geen draaikonterige verklaringen achteraf worden afgestoken.

De VVD: Ja, de hypotheekrenteaftrek wordt inkomensafhankelijk, maar in beperkte mate en wat belangrijker is: we hebben de HRA weten te behouden voor iedereen.
De PvdA: Ja, de lonen gaan niet achteruit. Op nul is ook een mooi resultaat en het is fantastisch dat de JSF-straaljager nu echt definitief van de baan is, in ruil voor versoepeling van het ontslagrecht.
D66: Ja, het terugvorderen van bonussen bij de banken is iets ingewikkelder geworden dan wij het voorstelden, maar fraude met de PGB’s wordt nu krachtig bestraft, zoals wij hebben beloofd.
Het CDA: Ja, eh nee, of nou ja, we bedoelen nee, maar ja, dus toch en nee, ja, daar gaan we voor.

Waarom Rutte?

dementDe peilingen moet je natuurlijk met een fikse korrel zout nemen, maar het is bizar dat in alle peilingen Mark Rutte en zijn VVD het goed blijven doen. Nu lijken alleen CDA en PVV afgerekend te worden op het kabinetsbeleid.

De opkomst van de SP geeft aan dat veel kiezers geen Rutte II wensen, maar dat lijkt ten koste te gaan van PvdA en GroenLinks. Mochten er conservatief liberalen zijn die ook geen heil zien in Rutte, dan hebben die nog de keuze uit de PVV of de DPK. Maar nee, dat del van het electoraat lijkt pal achter Rutte te staan. De twintig tot dertig procent zwevende kiezer moet weer de doorslag geven.

Maar waarom Rutte? Omdat hij een begeerlijke, jonge vrijgezel is? Of omdat hij tegen beter weten in alles weglacht wat hem tegenzit? Dat laatste zal het wel zijn, want het is bewonderenswaardig dat iemand de moed erin houdt ook al zitten economische en weerkundig klimaat tegen.

Maar dat kan toch niet het enige zijn waarop veel kiezers hun vertrouwen in de man baseren. Zijn staat van dienst ia kort en weinig briljant. Even nipt als de VVD de verkiezingen van 2010  won werd hij in 2006 door de VVD gekozen als lijsttrekker. Slechts 51,5 procent van de leden koos voor Mark, die daarmee won van Rita Verdonk. De VVD verloor zes zetels en de ijzeren dame kreeg meer voorkeurstemmen dan Rutte, die uit chagrijn Rita meteen de VVD uitflikkerde.

Daarna was het natuurlijk niet zo moeilijk oppositie te voeren tegen een blunderende Balkenende. Wat er daarna gebeurde mag een raadsel heten. Tijdens de verkiezingscampagne in 2010 gaf hij al blijk niet te kunnen rekenen en vergiste zich in het inkomen van bijstandsmoeders. Hij kwam ermee weg en ook al is hij nog even slecht met cijfers, hij mag blijven rekenen op steun van veel kiezers.

Verder is Mark een ongelooflijke en weinig originele populist. Toen de VVD succes boekte bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 en de Provinciale Statenverkiezingen van 2011, jatte hij ongegeneerd de doelstelling uit de statuten van de LPF (2002). De LPF had bij de notaris vast laten leggen dat de partij zich ten doel stelde “het land terug te geven aan de mensen”. Mark deed er een schepje bovenop met zijn”dit prachtige land” en “teruggeven aan de hardwerkende Nederlander”.

Hij was ook niet te beroerd zijn eigen Wet Werk en Bijstand, gerealiseerd als staatssecretaris Sociale Zaken, de prullenbak in te kieperen, omdat er door conservatief Nederland zo werd geklaagd over “a-sociale uitvreters”. De nieuwe Wet Werken naar Vermogen, verschilde weinig van de oude wet en na de val van Rutte I stemde de VVD er bij het Lente-akkoord ijlings mee in de nieuwe wet in te trekken. De VVD had immers nieuwe coalitiegenoten nodig, omdat men Wilders kwijt was.

Het lijstje nul-prestaties kan vrij makkelijk worden aangevuld. Een rechterlijke uitspraak in 2003 dat zijn beleid als staatssecretaris Sociale Zaken aanzette tot rassendiscriminatie, het weigeren afstand te nemen van het Polenmeldpunt van Wilders, het in bescherming nemen van eveneens miscalculerende bewindslieden in zijn kabinet en natuurlijk het falen als ‘jeune premier’, die zijn kabinet niet overeind wist te houden. Daardoor moet het land nog langer wachten op effectieve maatregelen die ons uit de crisis moeten helpen.

En nu gooit hij in Europees verband het aanzien van Nederland te grabbel. Wie zijn toch de kiezers die in zo’n staatsman vertrouwen hebben?
Oh ja, het zijn maar peilingen, dus het komt wel goed.

Nieuwe politieke partijen.

PartijenHet is voor een nieuwe politieke partij bijna niet te doen volwaardig aan de verkiezingsstrijd mee te doen. De media besteden er wel enige aandacht aan, maar partijprogramma’s komen nauwelijks aan bod en in de spaarzame interviews met lijsttrekkers staat vooral de vraag centraal waarom nieuwelingen denken een kans te maken.

Die kansen zijn er zeker. Denk aan de opkomst van de Boerenpartij, D665, DS’70, de LPF en de PVV. Of de moeizame gang naar de Tweede kamer van de SP. De partij kwam pas na deelname aan vijf verkiezingen in het parlement.

Dit jaar lijken er bijzonder veel nieuwe partijen aan de verkiezingen deel te willen nemen. Historisch gezien valt dat wel mee. Voor 1940 was het aantal deelnemers vele malen groter dan na 1945. Maar ook daarna waren er topjaren.

Geïnspireerd door een gesprekje over de verkiezingen, waar iemand zich afvroeg of er onder de nieuwe partijen misschien interessante keuzes zaten, startte ik een onderzoekje naar het fenomeen “nieuwe partijen’. Dat onderzoek is nog steeds in volle gang, nu in hechte samenwerking met de collega’s van Sargasso. De hoofdredacteur van Sargasso kwam op het idee hier meer werk van te maken en dat gaat het ook worden.

In een serie van zes artikelen besteden we aandacht aan de mensen achter de partijen, de achtergronden van de partijen en zetten een en ander in historisch perspectief.
We zijn al zeer bijzondere en ook uiterst merkwaardige zaken tegen gekomen. Met die informatie kun je een goede indruk krijgen en bepalen of er wellicht een interessante partij voor jou bij zit. Zo bedienen we ook de zwevende, de twijfelende en de radeloze kiezer.

De komende weken verschijnt elke donderdag een artikel, waarin op verschillende manieren naar de nieuwe partijen wordt gekeken. Vandaag verscheen op Sargasso het eerste deel. Een inleiding op de serie waaruit, dankzij het ANP, al informatie werd overgenomen door Trouw, de Volkskrant, het AD, de Telegraaf en het Parool.

In de volgende artikelen komen zwevende politici, losse liberalen, beunhazen en netwerkers aan bod. Kiezen doe je uiteindelijk zelf, maar we zullen in het laatste deel het kaf van het koren scheiden en een stemadvies geven. Daarna zul je vast meer geïnteresseerd zijn in de partijprogramma’s van sommige nieuwelingen.

Formeren per stembiljet?

StembiljetDit artikel verscheen vandaag ook op Sargasso.

Naar verwachting zal de kabinetsformatie na 12 september geen eenvoudige klus worden. Die redenering wordt veelal gebaseerd op de zetelverdeling. Er is nooit één partij zo groot, dat die alleen kan regeren. En verschillende combinaties van partijen leveren de laatste tijd maar zeer moeizaam een meerderheid in de Kamer op.

In de volksmond heet het dikwijls dat het volk de regering krijgt die het verdient. Een gezegde dat wordt gebruikt als het volk klaagt over haar wat onwelgevallige zaken, die de regering door de strot duwt. Men heeft in het stemhokje  immers zelf de regeringspartijen in het zadel geholpen.

Klopt dat gezegde wel? Nee, want formeel kiezen we de regering niet. We kennen geen (minister-)presidentverkiezingen. Ministers en staatssecretarissen worden benoemd. Door de koningin, die ook al ongekozen aan de macht is.
Maar met die benoemde macht wordt redelijk zorgvuldig omgegaan. De partijen die de meeste stemmen haalden, mogen doorgaans bij Hare Majesteit aanschuiven om het land te regeren. Vanaf de eerste verkiezingen na 1945 waren er 11 kabinetten die op een redelijke coalitiemeerderheid konden rekenen.

Als we het politieke spectrum grofweg verdelen in christelijk, “links” en liberaal, dan hebben we 5x een christelijk/links kabinet gehad, 3x een christelijk, liberaal/links kabinet, 2x een links/liberaal kabinet en 1x een christelijk/liberaal kabinet. En dat was alle keren conform het spectrum dat de verkiezingsuitslag bood. Je kunt het nazien in dit exceldocument.

Negen keer is dat dus anders gelopen. Dat is vrij veel voor een land dat geen bananenrepubliek heet te zijn. Die negen keer kwam er een christelijk/liberaal kabinet aan de macht. Dat had 8x een christelijk/links kabinet moeten zijn en 1x een links/liberaal kabinet. Althans, op grond van het groffe politieke spectrum waar de verkiezingsuitslagen op wezen.

Maar liefst 7 van die 9x leunden de coalities op de kleinste meerderheden in de Kamer. Maar doorgaans was het genoeg om zonder al te veel brokken te kunnen regeren.
Twee keer was het echter desastreus. Het kabinet Balkenende I was van christelijk/liberale signatuur. Op grond van de verkiezingsuitslag had het een christelijk/links/liberaal kabinet moeten zijn. De rechts-liberale coalitiepartner LPF bleek echter van zodanige rommel, dat het kabinet snel viel.

De tweede keer hebben we net achter de kiezen: het kabinet Rutte. Christelijk/liberale signatuur, in tegenstelling tot  het links/liberale waar de stemuitslag op wees. Ook hier kostte een onbetrouwbare partner het kabinet de kop.
Dat het bij de opkomst van de LPF en de PVV niet tot een kabinet conform de stembusuitslag leidde, mag reëel worden genoemd, gezien de grote verschillen tussen de progressieve partijen en deze twee querelanten. Dat maakte een ‘Paars met een zwart randje’-kabinetten onmogelijk.

Maar van zulke sterk opkomende nieuwelingen was bij de andere zeven mismatches geen sprake. Dat er, met Koninklijke goedkeuring, zeven keer een loopje is genomen met de stembusindicaties, mag op conto van CDA en VVD worden geschreven, die nog eens twee keer een ‘partner in crime’ voor hun coupe nodig hadden (DS’70 in 1971 en D66 in 2003).

In ons soort democratie kunnen partijen, informateurs en formateurs niet gedwongen worden tot een coalitievorming conform de politieke kleur van de stembusuitslag. In andere woorden: politici hoeven niet loyaal aan een meerderheid van de kiezers te zijn. En dat zijn ze dus ook niet altijd.
Negen keer waren CDA en VVD daar verantwoordelijk voor.  Wat er in het stemhokje nodig is om herhaling te voorkomen moge duidelijk zijn.

Wat ook een optie kan zijn, is dat kiezers de gelegenheid krijgen op het stembiljet een voorkeur voor een coalitie uit te spreken. De ene CDA’er werkt immers liever samen met een PvdA’er, een ander liever met de VVD. Of dat ook tot genoeg duidelijkheid zal leiden, betwijfel ik, maar zou zo’n experiment niet de moeite waard zijn?

Het kan ook zonder regering

BinnenhofGriekenland en Frankrijk zoeken nu een nieuwe regering. Na 12 september wordt ook hier een poging gedaan een nieuwe regering te vormen. Tot die tijd gaan politici op verkiezingscampagne. Premier Rutte wordt weer lijsttrekker. Houdt hij wel tijd over om te regeren, ook al is dat demissionair?

De werkelijk regeertijd valt toch al zo tegen. Regeren is echt geen volcontinubedrijf. Reken maar na.
Ook ministers en Kamerleden hebben recht op vakantie. In het politieke jargon heet dat reces. Vijf maal per jaar is er een reces. Kamer en kabinet gaan tegelijkertijd op reces. We hebben het dan over 91 dagen per jaar. Niets mis mee, want politici zijn ook mensen en geen mens houdt het in alle gezondheid vol alle 365 dagen te werken.

Op de website van de Tweede Kamer lezen we dat zo’n reces geen vakantie is. Politici doen wat leeswerk of trekken het land in voor werkbezoeken. Nou doet de burger-op-vakantie dat ook. Boekje lezen, even bij familie langs, lang niet geziene vrienden bezoeken. Het is en blijft vakantie. Het echte werk blijft liggen. Dat wordt op de overige 274 dagen gedaan.

Overige 274? Mooi niet. Bewindslieden gaan vaak het land in omdat ze zijn uitgenodigd ergens een toespraak te houden. Vorig jaar constateerde ik al dat in de 318 dagen dat het kabinet toen regeerde, de bewindlieden 307 toespraken hebben gehouden. Bijna 1 per dag dus.  Dat is er niet veel minder op geworden als je bij de Rijksoverheid de lijst met toespraken bekijkt.
Stel dat men er gemiddeld een uurtje of drie mee kwijt is, dan zijn die 307 toespraken goed voor 38 volle dagen.  En toen waren er nog 236 echte regeerdagen.

Een kabinet hoort vier jaar te regeren. Dat is in de praktijk maar zelden het geval, zoals we weten. Het betekent wel dat er tijd moet worden besteed aan het formeren van kabinetten. Gerekend vanaf 1945 kostten kabinetsformaties gemiddeld 72 dagen per kabinet.
De korstdurende formaties zagen we bij Balkenende III (8 dagen), Beel II (10 dagen) en Van Agt III (17 dagen). De langste formaties gingen op aan Van Agt I (208 dagen), Den Uyl (169) en Rutte (127). In de laatste 67 jaren waren er 28 kabinetten, hetgeen op een gemiddelde regeerperiode van twee jaar neer komt.

Eens in de twee jaar gemiddeld 72 dagen aan formatietijd! Daar verdampt nog eens 31 dagen regeertijd per jaar. Toen waren er nog 205.

Bleef het daar maar bij. Niet allen bij verkiezingscampagnes voor de Tweede Kamer gaan Kamerleden en bewindslieden op pad. Dat doen ze ook bij de Provinciale Statenverkiezingen. Belangrijk, want de samenstelling van de Eerste Kamer hangt daar van af.
Een deel van het campagnewerk doet men in eigen tijd. De weekenden of tijdens een reces. Lijsttrekkers zullen het wat drukker hebben, dan de anderen. Hoeveel tijd daarmee verloren gaat is lastig te berekenen. Laten we zeggen dat het gemiddeld 6 dagen per jaar kost.

Die ene Prinsjesdag trekken we er ook van af. Zeker, het hoort bij het werk, maar een beetje de parade uithangen is puur decorum. Er blijven niet meer dan 198 daadwerkelijke regeerdagen over. De demissionaire periodes zijn niet eens meegerekend. Dat is wel degelijk regeren, maar niet meer dan het halve werk.

Zo’n 46% van het jaar zitten we zonder regering. Als dat kan, waarom kunnen we de overige 54% dan niet zonder?

Lokale en landelijke (e)moties.

RaadOok onze politieke vertegenwoordigers zijn maar mensen. Je kunt ze het niet kwalijk nemen dat ze een beperkte geheugenopslag hebben. Dit menselijk tekort kan dan ook tot wisselend stemgedrag leiden, waardoor het soms onbegrijpelijk lijkt wanneer de politici voor of tegen bepaalde onderwerpen stemmen.

Zo diende in 2006 de fractievoorzitter van de VVD, Willibrord van Beek, een motie (pdf) in tegen zijn eigen asielminister Verdonk. Daarin vroeg hij een uitzondering te maken voor Ayaan Hirsi Ali. Tevens was hij mede-indiender van de motie Verhagen c.s. (pdf), waarin Verdonk werd opgeroepen het onderzoek naar de ‘leugens’ van Hirsi Ali wat zorgvuldiger over te doen, om zodoende te bekijken of er het echt wel nodig was Hirsi Ali haar Nederlands staatsburgerschap te ontnemen.
Alle moties en emoties leidden er uiteindelijk toe dat Verdonk haar portefeuille moest inleveren.

Nu in honderden gemeenten moties zijn ingediend om minister Leers te bewegen een zogenaamd kinderpardon in te stellen. Zie voor de laatste update in dit exceldocument (in 213 gemeenten motie aan de orde geweest, 167 gemeenten voor).
Veel lokale VVD’ers lijken vergeten te zijn dat er uitzonderingen mogelijk zijn. Zeker, ook raadsleden van andere partijen stemmen tegen de zgn. motie kinderpardon, maar met name uit de VVD-hoek wordt fel strijd gevoerd tegen deze lokale moties.

Twee argumenten worden veel aangevoerd: regels zijn regels en dit is geen lokaal onderwerp maar een zaak van de landelijke politiek. Over die regels: als het om een eigen partijlid gaat, moeten die regels soepeler worden gehanteerd.
Maar lokale VVD-fracties zijn niet altijd tegen moties over onderwerpen waar eigenlijk het Rijk over gaat.  Een vluchtige quickscan van gemeentelijke websites, levert al een aardige oogst op.

15 december 2008:De VVD werd bongenoot van, onder andere, de SP en diende een motie in voor een betere luchtkwaliteit, die zou worden aangetast door de verbreding van de snelwegen A1 en A10. De motie was gericht aan de Tweede Kamer.

8 november 2011: In een overzicht van afgehandelde moties in de gemeenteraad van Hoorn vonden we een mede door de VVD ingediende motie waarin het college van B&W werd opgroepen de Tweede Kamer te vragen Noord-Holland Noord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte toe te voegen als greenport. Uiteraard van lokaal belang, maar een plaatselijke scholier die al meer dan 8 jaar op een beslissing van de IND wacht, is dat niet?

14 en 15 december 2011: In Nijmegen en Veghel dienden de VVD-fracties de motie Maximale beleidsvrijheid in. Onderwerp zijn de decentralisaties op gebied van Jeugd, AWBZ en Wet werkend naar vermogen. In de moties worden de colleges van B&W opgeroepen bij minister, staatssecretaris en Tweede Kamerleden een maximale beleidsvrijheid voor het lokaal bestuur te bepleiten. Zie hier de motie uit Nijmegen (pdf) en hier die uit Veghel.

In de Besluitenlijst 23 februari (pdf) van de gemeente Zwartewaterland lezen we dat de motie voor een goede kwalitatieve basiszorg met behoud acute verloskundige zorg voor Meppel en omgeving, mede door de VVD is ondertekend. In de motie wordt gevraagd deze ook op te sturen aan de minister en de fracties van de Tweede Kamer.
Hier staat lokaal belang sterk voorop (behoud van zorg), maar wil men blijkbaar wel bemoeienis van het centraal bestuur.

Op 20 maart 2012 komt een hele leuke motie aan de orde in de gemeenteraad Westland. In de motie Treurige vertrekregeling (pdf) wordt B&W verzocht bij kabinet en Eerste Kamer aan te dringen “de Wet norm Topinkomens zo spoedig mogelijk te doen behandelen om buitensporige beloningen en riante vertrekregelingen voor bestuurders en leden van de Raad van Toezicht niet langer mogelijk te maken”. De motie is mede ondersteund door de plaatselijke VVD.

En vorige week, 27 maart, was de VVD mede-indiener van de motie aansluiting Hoevelaken als eis. Het verkeersknooppunt Hoevelaken gaat op de schop en in de motie wordt  het college wordt gevraagd bij het Rijk er op aan te dringen dat bij de oostelijke aansluiting in de aanbesteding wordt meegenomen wegens het grote belang voor Hoevelaken.

In 25 gemeenten hebben 62 VVD-raadsleden voor de motie kinderpardon gestemd. In 3 gemeenten was de VVD ook mede-indiener. Zij vonden dit ‘landelijke onderwerp’ blijkbaar van genoeg lokaal belang om een signaal af te geven aan de minister.
De tegenstemmende raadsleden die het maar een landelijke kwestie vinden, moeten op zijn minst met geheugenverlies te kampen hebben gehad.

Eerdere artikelen over dit onderwerp, met daarin onder andere een weerlegging van argumenten die tegenstanders hanteren:
23 maart: Gemeenten en kinderpardon.
1 maart: Gemeentelijke oneigenlijkheid over kinderpardon?
16 februari: Gemeenteraden moeten geen Tweede kamer spelen?
15 februari: Gemeenten versus Rijk.
8 februari: Pardon? Kinderpardon!

Kinderpardon en andere moties

GemeenteMet de zogenaamde ‘motie kinderpardon’ roepen gemeenteraden hun colleges van B&W op, er bij minister Leers op aan te dringen een initiatiefwet van PvdA en CU aan te nemen. Die wet beoogt een pardon voor asielkinderen die door toedoen van de overheid 8 jaar of langer in Nederland zijn.

Het is niet de enige motie die over een landelijke thema gaat en tot doel heeft bij kabinet en/of Tweede Kamer aan te kloppen. De laatste weken passeren ook moties over een statiegeldregeling voor plastic flesjes, het opslaan van kernafval en het opslaan van biometrische gegevens (bijvoorbeeld de vingerafdruk op paspoorten).
Al deze moties worden vooral ingediend door aan de landelijke oppositie verbonden partijen. PvdA, GroenLinks, CU en D66 zijn behoorlijk actief. De deelname van het CDA is erg wisselend. In sommige plaatsen mede-indiener, in andere plaatsen tegenstanders van die moties. De VVD is voor het overgrote deel tegen deze moties.

Met name VVD-raadsleden komen met het argument dat het kinderpardon een onderwerp voor de landelijke politiek is en dus niet in de gemeenteraad thuishoort. Desondanks hebben in 24 gemeenten 60 VVD’ers voor deze motie gestemd. In twee gemeenten was de VVD zelfs mede-indiener van de motie.
De VVD’ers ( en ook raadsleden van CDA en D66) die met dit specifieke argument op de proppen komen, hebben flink boter op hun hoofd. Er zijn namelijk zaken denkbaar waar de VVD wel een motie steunt of indient, betreffende een zaak die bij kabinet of parlement moet worden aangekaart.

In een overzicht van afgehandelde moties in de gemeenteraad van Hoorn vonden we een motie van 8 november 2011. Motie: Greenport Noord-Holland Noord (VVD, D66, VOCHoorn en Fractie Tonnaer. Unaniem gesteund), behandeld bij de begroting 2012. Tekst: In deze motie wordt uitgesproken: De Tweede Kamer der Staten Generaal op te roepen Noord-Holland Noord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte toe te voegen als greenport; Het college te vragen de uitspraak van de gemeenteraad van Hoorn kenbaar te maken bij de Tweede Kamer der Staten Generaal.

Nog fraaier is de motie Treurige vertrekregeling (pdf), die 20 maart 2012 in de gemeenteraad Westland aan de orde kwam en ondersteund werd door de VVD.
In de motie verzoekt de raad het college van B&W de motie en een begeleidende brief naar het Kabinet en de Eerste Kamer der Staten-Generaal te sturen met het dringende verzoek om de Wet norm Topinkomens zo spoedig mogelijk te doen behandelen om buitensporige beloningen en riante vertrekregelingen voor bestuurders en leden van de Raad van Toezicht niet langer mogelijk te maken.

Niet alle moties die de VVD steunt of indient halen een meerderheid. In Gemert-Bakel komen we in de Besluitenlijst raadsvergadering 8 maart 2012 de motie St. Nicolaascomité tegen. De motie riep op uit te spreken dat het comité voor subsidie in aanmerking komt nu de doelgroep, jeugd, tot één van de doelgroepen van het subsidiebeleid behoort. De motie haalde het niet.
Geen echt landelijk thema, maar wel enigszins gerelateerd gezien de reactie van de lokale partij Dorpsbelang. Die diende een motie in waarin afkeuring wordt uitgesproken over het door de regeringspartijen CDA en VVD gevoerde bezuinigingsbeleid alsmede de door deze partijen doorgezette decentralisatie van taken zonder toereikende middelen voor de gemeenten. Deze motie werd wel aangenomen.

Met de ‘motie kinderpardon’ gaat het goed. In iets meer dan de helft van alle gemeenten is de motie aan de orde geweest. Een overzicht van die gemeenten, met cijfers, stemverhoudingen en verdere details vind je in dit exceldocument. Hieronder een samenvatting in wat het zou betekenen, als je de stemverhoudingen relateert aan het aantal inwoners.

Motie

 

Eerdere artikelen over dit onderwerp, met daarin onder andere een weerlegging van argumenten die tegenstanders hanteren:
4 april: Lokale en landelijke (e)moties.
23 maart: Gemeenten en kinderpardon.
1 maart: Gemeentelijke oneigenlijkheid over kinderpardon?
16 februari: Gemeenteraden moeten geen Tweede kamer spelen?
15 februari: Gemeenten versus Rijk.
8 februari: Pardon? Kinderpardon!

Historische peilingen?

PeilingEn jawel, de volgende peiling is binnen. De Politieke Barometer (Ipsos Synovate) geeft de SP 29 zetels. Vier dagen geleden mocht de SP bij Peil.nl van Maurice de Hond  32 zetels incasseren. Allebei de peilingen vallen dus hoger uit dan die van 12 januari, toen TNS Nipo 26 zetels voor de SP peilde.

Over de betrouwbaarheid en betekenis van deze peilingen ga ik het nu niet hebben. Het meest betrouwbaar zijn de koffiedikkijkers die het tot nu toe als beste de verkiezingsuitslagen wisten te peilen. Al jaren is dat Ipsos Synovate. Maar sinds ook deze onderzoekers internet als medium gebruiken, zijn de verschillen tussen peiling en verkiezingsuitslagen ineens wat groter geworden.

Er zullen nog heel wat peilingen volgen en voorlopig is er nog geen sprake van verkiezingen. De pers weet wel raad met de peilingen en heeft het over een historische zege voor de SP.  Als we het gemiddelde van de drie peilingen nemen, dan klopt dat. De SP piekte slechts één keer. Bij de verkiezingen van 2007 scoorde de partij 25 zetels. Met drie zetels meer dan de VVD was de SP de derde grootste partij van Nederland geworden.

Het werd niet beloond met regeringsdeelname. CDA en PvdA moesten weinig van de SP hebben en strikten de CU om aan een Kamermeerderheid voor hun coalitie te komen.
Het CDA haalde bij de daarop volgende verkiezingen een historisch laag aantal zetels en in de peilingen zakt de partij alleen maar verder weg. De VVD scoorde heel goed in 2010, maar evenaarde niet de piek van 38 zetels, die de partij in 1998 haalde en mede daardoor het Paarse kabinet van Wim Kok mocht prolongeren.

De PvdA haalde in 2010 slechts 1 zetel minder dan de VVD, maar echt fantastisch was dat niet. Drie minder dan bij de verkiezingen in 2007 en dramatisch minder dan PvdA’s piekmoment in 1977. Met 53 zetels leek het electoraat het hieraan voorafgaande kabinet Den Uyl te belonen. De PvdA scoorde tien zetles meer, maar het CDA wist de partij slinks uit de regering te houden. Kabinet Van Agt I, met CDA en VVD, was een feit.

Gewoon voor de lol, draaien we de zaken eens om. We gaan niet naar de peilingen kijken als  een mogelijke prognose voor de toekomst, maar kijken terug in de tijd. Laten we het historisch gemiddeld aantal zetels per partij vergelijken met het gemiddelde van de drie peilingen. Uitgebreid te zien in dit exceldocument en samengavat te bekijken in de afbeelding onder dit artikel.

En ja, dan mogen we van een historisch hoogtepunt voor de SP spreken. Maar liefst 18 zetels meer, dan de partij gemiddeld over de jaren van haar bestaan scoorde. De PvdA en het CDA kunnen van een groot gepeild dieptepunt spreken, met respectievelijk 22 en 36 zetels minder dan hun historisch gemiddelde.

Alle overige partijen scoren wat hoger in de peilingen dan hun historisch gemiddelde. Dat moet voor het CDA en de PvdA toch te denken geven. En dat doen ze nu dus ook. Werk aan de winkel voor de twee partijen die gewend waren de grootste twee te zijn.

Peilingen