Dankzij het opperhoofd van Balk I t/m IV probeert de samenleving nu al weer heel wat jaartjes uit de spagaat tussen goed en kwaad te komen. Goed en kwaad zijn even rekbare begrippen als normen en waarden, dus zal er wel nooit een einde aan die oefening komen.
In dat kader vandaag een hersenbreker over 'geld over de balk gooien'.
Aanleiding hiertoe is het laatste nieuws deze week over de topsalarissen in ons landje, de vastgoedfraude bij zeer gerenomeerde bedrijven en het bijkans onuitroeibare gesjoemel met uitkeringen.
Bij frauduleuze zaken is er al snel consensus over dat zoiets niet kan. Enige nuancering dat fraude met tandenborstels wellicht te vergoelijken valt, zolang grotere jongens ook de hele santenkraam oplichten, wordt nogal eens weggepoetst met de stellige opvatting dat het uit den boze is met gemeenschapsgeld te rotzooien. Uitkeringen worden tenslotte uit de staatsruif betaald en, behalve bij een paar overheidsprojecten, is er in de bouw sprake van een meer commercieel circuit, dat in ieder geval nog wat imposante gebouwen oplevert.
Maar het mag niet.
Bij topsalarissen ligt het wat ingewikkelder. Salaris is om te beginnen een afspraak tussen baas en werknemer. Voor het geld wordt gewerkt en bovendien: het valt allemaal wel mee. De nederlandse bobo ontvangt een fooi in vergelijking met zijn buitenlandse collega.
Nou wordt de vergelijking met andere landen ook wel eens getrokken als het om lerarensalarissen gaat, maar niemand is bang dat leraren daarom naar het buitenland zullen vertrekken, met alle schadelijke gevolgen voor ons land vandien.
Moeten we over toplonen minder moeilijk doen dan over fraudezaken?
Dat hangt er van af hoe je over geld denkt. Zo lang geld van de gemeenschap is en er oneigenlijk gebruik van wordt gemaakt, is het morele oordeel snel geveld.
Over al het geld dat in privé-eigendom circuleert, lopen de ethische opvattingen sterk uiteen. Toch verdient de hoogte van lonen een nadere beschouwing. Want hoeveel geld kan iemand op zijn bankrekening ontvangen, zonder dat de gemeenschap daar schade van ondervindt?
Laten we er eens vanuit gaan dat een inkomen best aan de riante kan mag zijn om in de primaire behoeften te voorzien. Geen klef supermarktwit, maar luxe broodjes, geen flatje maar een villa en omdat vrije tijd ook tot de eerste levensbehoeften mag worden gerekend: geen dagje naar het wijkpark maar elk jaar een wereldreisje.
Zelfs dan blijken er aardig wat mensen zoveel te verdienen, dat de bodem van de huishoudpot nog lang niet in zicht is. En wat doen die mensen met dat geld?
Okee, een zwembad in de tuin, elk gezinslid een cabriolet, extravagante verjaardagsfeestjes met dito kadootjes, dat moet allemaal nog kunnen. Ook al vinden sommigen het niet zo leuk dat het verschil tussen arm en rijk hiermee zo schrijnend zichtbaar wordt, je kan nog stellen dat het goed is voor de economie en dus voor de gemeenschap.
Zo'n zwembad en tuin is werkgelegenheid voor de mensen die dat spul moeten onderhouden en ook de aanschaf van luxe-artikelen dragen bij aan een tierelierende economie.
Er is soms wel een probleempje. Ik heb begrepen dat hoe hoger het inkomen is, hoe harder er wordt gewerkt. Werkweken van 60 tot 70 uur zijn normaal.
Mag ik met een voorbeeldje op kleinere schaal uitleggen wat hier problematisch aan is?
Een hardwerkende topambtenaar is tevens fanatiek jazzliefhebber. Zijn ideaal was meeriedelen op een contrabas. De liefde voor die muziek en dat instrument deelde hij met zijn buurman, die meende de uitkering te kunnen ontvluchten door van zijn hobby werk te maken en een toekomst in de muziek te zoeken.
De ambtenaar kocht een contrabas van uitstekende kwaliteit, maar had de tijd en de energie niet om op het ding te spelen. Het instrument stond onder te stoffen op zolder. De buurman kwam door geldgebrek niet veel verder, terwijl hij wel alle tijd had om iets moois met een bas te doen.
Netto-resultaat: twee wat mindere gelukkige burgers en er was geld uitgegeven dat nergens toe leidde. Dat lijkt mij onttrekking van gemeenschapsgelden.
Dat kan opgelost worden door veelverdieners minder uren te laten werken. Geef ze de tijd om met hun dure spulletjes ook wat te doen. Iemand die zwemt in het geld, moet natuurlijk ook ruim de gelegenheid krijgen in zijn zwembad rond te spartelen.
Waar besteden topverdieners hun overige geld aan? Nadat een deel van het inkomen is besteed aan concrete zaken als eten, drinken, wonen en plezier, blijft er toch nog wat geld over. Nu wordt het lastig om daar een bestemming voor te vinden.
Een deel wordt weggezet op spaarrekeningen. Dat geld circuleert niet. In 2005 riep Nout Wellink, baas van de Nederlandse Bank, de consumenten op minder te sparen en meer te kopen. Deze deskundige meent dus dat sparen niet heel erg goed voor de gemeenschap is. Sparen is geld onttrekken aan de gemeenschap.
En dan wordt aardig wat geld besteed aan aandelen. Een poging om met geld meer geld te maken. Zo lang dat lukt is er niks aan de hand, mits die meerwaarde maar op de een of andere manier weer wordt uitgegeven (is goed voor de economie en is dus goed voor de gemeenschap).
Helaas wordt dat vaak opnieuw aan nog meer aandelen uitgegeven. Hoe goed dat voor de gemeenschap is moge blijken uit de jacht naar nog meer waarde. Aandeelhouders dwingen bedrijven tot fusies, die ten koste gaan van personeel. Als die onmiddelijk ergens anders aan het werk kunnen is er ook niks aan de hand. Maar dit proces mag rustig oneigenlijk gebruik van gemeenschapsgeld worden genoemd als werknemers hierdoor van uitkeringen afhankelijk worden.
Dat geld definitief aan de gemeenschap wordt onttrokken als beurzen crashen, is nog rampzaliger. Maar over dit circuit heeft niemand wat te zeggen. Je mag er een mening over hebben op de verjaardagsborrel, maar het is ondenkbaar dat deze vorm van geldgebruik aan nadere regels wordt onderworpen.
Nu dan de hersenbreker van vandaag:
om een einde te maken aan normen en waardendiscussie betreffende bepaalde geldzaken, zou al het geld gemeenschapsgeld moeten zijn.
Via de hier bekende democratische wegen, heeft de gemeenschap het dan dus voor het zeggen over wat er met dat geld dient te gebeuren. De gemeenschap kan bepalen wat de hoogte van salarissen moet zijn, in plaats van dat overlaten aan onderhandelingen tussen de vrije krachten op de even zo vrije markt.
De gemeenschap bepaalt dan ook wanneer er sprake is van geld ontrekken aan de gemeenschap (= economie) en zal met een herdefiniëring van het begrip fraude moeten komen.
Zou er enige balans kunnen komen in het preciare evenwicht tussen goed en kwaad als we van alle privébezit, alleen het geld onder beheer van de gemeenschap stellen?
Of staat de privacy van het geld ook bij u hoog in het vaandel?