“Codes zijn slechts inkt op papier”, stelde bestuursvoorzitter van de Rabobank op het Sustainability Congres in Den Haag, afgelopen donderdag.
De beste voornemens staan wel eens haaks op wat in de praktijk haalbaar is. De Rabobank wil graag een wezenlijke bijdrage leveren aan een duurzame wereld, maar hoe doe je dat, als er ook zaken gedaan moeten worden in China of Brazilië?
De Rabobank gaat dan te rade bij de eigen Commissie Ethiek. De bank, voortgekomen uit wat ooit banken met slecht lokaal belang waren (de coöperatieve Raiffeisen-bank en Boerenleenbank), doet nu wereldwijd zaken. Volgens de bestuursvoorzitter krijgt de bank dan ook te maken met controversiële zaken op het gebied van dierenwelzijn, ontbossing, genetische modificatie, mensenrechten en de wapenindustrie.
De ethische commissie van de Rabobank kan dan adviseren hoe te handelen. Noem dat “moresprudentie’. “Door bekendheid te geven aan deze moresprudentie wordt geprobeerd bij te dragen aan het ethisch handelen in de Rabobank-organisatie”, aldus de voorzitter.
Zou elke bank, of elk bedrijf dat in het buitenland opereert een ethische commissie moeten hebben, om de moresprudentie vast te stellen?
Nee, zou het antwoord kunnen zijn. Overbodig, want wat goed of slecht is zou iedereen als vanzelfsprekend dienen te weten. Maar de eigen mores kan wel eens hemelsbreed verschillen met die van andere, verre landen. De tijd is lang voorbij dat we met elk handelsschip ook een legertje missionarissen meestuurden, om ook de eigen moraal op te leggen.
Bovendien zijn er conflicten binnen die eigen mores. China wel willen helpen bij de opbouw van de economie, in de verwachting dat de welvaart voor de gewone Chinees zal toenemen, is nobel. Maar wat, als dat betekent dat je er ook de wereldwijde milieuvervuiling een handje mee helpt?
Een lening verstrekken om soja te verbouwen, in de wetenschap dat daar hele bossen voor gekapt moeten worden?
Ja, zou het antwoord kunnen zijn, een ethische commissie is hard nodig. Het zal voor de Rabobank geen prettige reclame zijn, dat alleen de Triodusbank en de ASN-bank het zoveel beter doen in de controversiële thema’s. Althans, volgens de eerlijke bankwijzer, die Oxfam Novib, Amnesty International, Milieudefensie en FNV Mondiaal hebben gelanceerd.
De Rabobank scoort voldoende op slechts 4 van de 8 thema’s als klimaat, mensenrechten of de wapenindustrie. En blijkt weinig goeds bij te dragen in sectoren als de landbouw, bossen, of visserij.
Maar of de zelf opgelegde moresprudentie er toe zal leiden bepaalde activiteiten alleen te financieren door wel de eigen mores op te leggen? Of beter nog: helemaal geen activiteiten ontwikkelen op gebieden waar het niet pluis is?
Wanneer zullen codes niet langer “inkt op papier” zijn, maar even geldig als de af te sluiten contracten?
Tag archieven: handel
Nederland – Rusland
Quote van de week:
“De manier waarop de Europese landen de zaak van de mensenrechten bij de Russen aan de orde stellen luistert nauw. Belerend optreden werkt averechts“.
Uit “De relatie tussen de Europese Unie en Rusland: een zaak van wederzijds belang” -advies van de AIV (Adviesraad Internationale Vraagstukken), opgesteld in opdracht van de Eerste Kamer.
De senioren in het parlement houden morgen (27 oktober) een openbaar symposium over de samenwerking tussen de Europese Unie en Rusland. De AIV stelt in de inleiding van het advies meteen aan de orde waarom niet iedereen zo gecharmeerd is van nauwere banden met Rusland. De Russen stellen zich uitermate 'assertief' op.
Staatssecretaris Heemskerk (Economische Zaken) spreekt van een “toenemend zelfbewustzijn”. In een interview in het Nederlands Dagblad constateert hij dat die assertiviteit zich onder andere uit in de handelsbetrekkingen. Buitenlandse bedrijven worden niet zonder meer met open armen ontvangen in Rusland. Ze moeten wat toe te voegen hebben. Assertiviteit, zelfbewustzijn, diplomatieke formuleringen voor: Rusland gedraagt zich als een ongelikte beer.
Dat is lastig als je tot de top vijf van handelpartners met Rusland behoort. En ja, we zijn tenslotte ook nog eens een monarchie die Russisch bloed in de ad'ren heeft, dus als je Rusland op de vingers tikt, schoffeer je ons staatshoofd ook een beetje.
Redenen genoeg voor de Eerste Kamer om zich morgen op het hoofd te krabben en te piekeren hoe Nederland nu verder moet met die Russen.
Het AIV-advies doet twaalf aanbevelingen. Vijf daarvan zijn “tips & trics” om de reeds bestaande handelsbetrekkingen te versterken. Zo wordt het eens tijd Rusland definitief in de WTO (World Trade Organization) op te nemen en zou Nederland meer investeringen van het midden- en kleinbedrijf moeten stimuleren, vooral in de land- en tuinbouwsector.
Wat betreft de mensenrechten en ontwikkeling van democratie stelt het AIV voor een pragmatische benadering te hanteren. Bespreek die kwestie vooral binnen de Raad van Europa.
Het kabinet kiest ook voor die strategie. De ene handelsmissie na de andere bezoekt Rusland, maar tegelijkertijd even over de mensenrechten keuvelen is er niet bij. In het genoemde ND-interview zegt staatsecretaris Heemskerk: “Het kabinet vindt dat we Rusland niet moeten isoleren. Bovendien komen met internationale handel ook andere normen naar Rusland”.
Het AIV en het kabinet huldigen dus het maakbaarheidsprincipe dat een bloeiende handel kan leiden tot verbetering van het sociale- en politieke klimaat in het land van de Russische beer.
Laten we er nu eens van uitgaan, dat ze daar gelijk in hebben. Welke handel kan daar dan het beste toe bijdragen? Ofwel: wat hebben de Russen dat goed is voor ons en wat hebben wij dat goed is voor de Russen?
Nu is het zo dat wij vooral gas, olie en steenkolen importeren en Rusland daar industriële en agrarische produkten voor terugkrijgt. Terwijl wij voor onze energie afhankelijk zijn van (onder andere) Rusland, is Rusland deels afhankelijk van Nederland voor voedsel.
Om te beginnen zou onze afhankelijkheid van externe energiebrandstoffen verkleind kunnen worden. Niet door hier dan maar de steenkolenmijnen weer open te gooien of kerncentrales te bouwen, maar meer werk te maken van alle andere mogelijkheden. Er is nog heel wat te winnen in kleinere oplossingen.
Een deel van de agrarische producten zouden meer aan Russische eisen kunnen voldoen. Dan moet Nederland wel snel de EU-richtlijnen in praktijk brengen en minder schadelijke stofjes op gewassen spuiten.
Daarmee is mijn vraag nog lang niet beantwoord.
Misschien liggen er kansen voor de ICT-sector en de medische technologie. De eerste moeten we voorzichtig mee zijn. Rusland zou best eens wat kunnen leren van de groeiende digitale controle over de burgers hier. Dat zou geen beste bijdrage aan de vrijheid van Russische burgers zijn.
Maar met behulp van betere medische technologie zou de Russische beer wellicht een stuk gezonder kunnen worden. En een gezond volk gaat misschien ook gezonder denken.
Wat denkt u? Is er handel te bedenken waar Russische en Nederlandse burgers beter van worden?