“De Woonbond pleit voor een landelijke code voor corporaties om voorzichtig om te gaan met huurders” (quote uit de Volkskrant over de sloop van goedkope huurwoningen).
In 2008 zouden er ruim elfduizend goedkope huurwoningen zijn gesloopt. Dat stelt De Volkskrant naar aanleiding van een eigen onderzoek onder 25 grote woningcorporaties.
Het bestand aan goedkope woningen is met 5 procent gekrompen, terwijl het aantal duurdere woningen met 13 procent is toegenomen.
Dat lijkt wel de heersende trend. Zo zijn er in 332 van de 443 gemeenten meer koop- dan huurwoningen. Landelijk is het aantal woningen met een WOZ-waarde van 1 miljoen euro of hoger met 33 procent toegenomen. Dat is overigens een schamele 0,4 procent van de totale woningvoorraad.
Dat er meer koop- dan huurwoningen zijn, wil nog niet zeggen dat het duurder wonen is. De maandlasten van huurwoningen kunnen soms hoger zijn, dan die van koopwoningen. In ieder geval zullen de meeste koopwoningen duurder zijn dan huurhuizen in de sociale sector.
En in die sector wordt aardig gesloopt, maar blijft de vervanging met goedkope woningen achter. Dat is voor een aantal huurders probleem één. De sloopt betreft vooral woningen die niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen en waarvan de corporaties renovatie niet effectief vinden.
Het tweede probleem is dat sommige huurders niet willen verkassen uit hun oude, vertrouwde buurt. Maar de corporaties vervangen de gesloopte huizen door duurdere woningen.
De overheid zou daar rekening mee kunnen houden in de maatregelen die men wil treffen tegen het woningtekort en de stagnerende nieuwbouw. Het ministerie van VROM kwam onlangs met het rapport “Verkenning effecten stimuleringsmaatregelen rond de woning bouw” (hier als pdf-document). Daar stond in dat de nieuwbouw de komende jaren sterk terugloopt. In 2010 zal de bevolking met 0,8 procent toenemen, maar daalt de woningproductie met 13,5 procent.
De Woonbond wil de corporaties een landelijke code opleggen, die er voor moet zorgen dat huurders niet worden weggejaagd uit hun buurten en dat er in overleg met de bewoners fraaie renovatieplannen worden opgesteld. Een code waar de Tweede kamer ook voor is en graag in 2011 ziet ingevoerd.
Ook hier moet een code dus gewenste maakbaarheid afdwingen. Terwijl we toch een woningwet hebben en de politiek kan bepalen wat en voor wie er wordt gebouwd.
Blijkbaar is de overheid te voorzichtig met de corporaties omgesprongen en is er nu een voorzichtigheidcode nodig om huurders te beschermen.
Blijven we met mooie codes te tekortkomingen van beleid dichtplamuren?