Openheid is één ding, teamgeest een ander en in het gebied daartussen valt het kabinet.
Het zijn rare tijden. Het kabinet moet dit land door de crisis loodsen. Het is dan een heikele klus elk jaar met een goed doortimmerde begroting te komen. In de aanloop naar de voorjaarsnota lijkt het wel of sommige leden van het kabinet aan hun spreektijd binnen de wekelijkse ministerraad niet genoeg te hebben. Dat kan, maar waarom zagen ze aan de poten onder dit toch al zo breekbare kabinet?
In de Volkskrant wordt zelfs over de tussenformatie gerept. Alsof het kabinet opnieuw wordt samengesteld en er een nieuw regeerakkoord moet komen. Leuke vondst en misschien doet Rutte er verstandig aan een externe tussenformateur aan te wijzen. Eentje die de misëre enigszins objectief kan bekijken en het kabinet door deze zware tijd heen kan helpen.
Nu kan, zoals bij elke gewone formatie, ook een tussenformatie mislukken. Verschillende betrokkenen doen erg hun best daarop aan te sturen. Dat geldt met name voor het CDA en de PVV.
Het CDA zoekt een weg uit haar eigen crisis en heeft behoefte aan nieuwe leider. “Ikke!”, roept Bleker, om dat vervolgens te ontkennen. Een traditie binnen het CDA, waarvan we bij Piet-Hein Donner hebben kunnen zien waar dat toe leidt. Hoe groter de ontkenning, hoe zekerder het aanvankelijke statement.
Zowel CDA als PVV doen hun best de eenheid binnen de gedoogconstructie te ondermijnen. CDA stelt een soort vlaktaks voor, met gevolgen voor de hypotheekrenteaftrek. Wilder eist echter een garantie dat er nooit aan dat belastingvoordeel getornd zal worden. Die zal hij van de VVD wel krijgen, maar als dan ook nog meer geld van ontwikkelingshulp afgaat, zit het CDA in een lastige positie.
De zogenaamde tussenformatie kan dus stranden omdat het CDA zich genoodzaakt ziet op te stappen. Echt opstappen zal de partij niet, maar ze heeft ruime ervaring in het opblazen van kabinetten. Zodanig, dat een andere partij de schuld ervan krijgt. Geen ongevaarlijke strategie, want de laatste keer dat het CDA zoiets flikte, moest de partij een behoorlijk stemmenverlies incasseren.
Waar nog niemand aan heeft gedacht, is dat Rutte zelf het ineens niet meer ziet zitten. Hoe onvermoeibaar de jonge vader des vaderlands ook lijkt, ergens moet ook hij een breekpunt hebben en het wankele CDA en de provocerende PVV spuugzat zijn.
Het hoeft niet het definitieve einde van een kabinet Rutte te zijn. Rutte heeft al een aanbod gekregen van de SP. Natuurlijk ontkent Rutte de mogelijkheid met de SP te regeren, maar die ontkenning ontkent hij nog in hetzelfde interview. “Je moet nooit iemand uitsluiten”, zo hield hij de deur op een kiertje open.
Op naar Rutte II, een minderheidskabinet met een blauwrood randje?