Het kabinet houdt zich niet aan de Code voor interbestuurlijke verhoudingen, schrijft de VNG in haar magazine. De verenigde gemeenten kijken misnoegd terug op een jaar samenwerking met Rutte I. Daar is alle reden toe, want de ergste storm rond het bestuursakkoord lijkt voorbij te zijn, maar de partners zijn er nog lang niet helemaal uit.
In 2004 werd de Code voor interbestuurlijke verhoudingen opgesteld, waarin werd afgesproken dat de het Rijk beleidsvoornemens die van invloed zijn op het lokale bestuur, de gemeenten zo vroeg mogelijk met de gemeenten bespreekt.
Het kabinet Rutte brengt die beleefdheid niet op. “Zo kregen de gezamenlijke gemeenten welgeteld zes weken om de Wet werken naar vermogen te beoordelen”, schrijft de VNG. En dat niet alleen. Het kabinet verzuimt ook vaak de financiële consequenties duidelijk te maken.
Zo kan er niet gewerkt worden. Afspraak is afspraak, stelt het VNG. Dat moet ook voor Rutte I gelden.
De gemeenten worden door het Rijk zwaar onder druk gezet. Meer taken, minder geld. En dan ook nog eens geschoffeerd worden. Het kabinet lijkt zich te gedragen als een directeur die een irritant gebrek aan communicatie vertoont of omgangsvormen geheel naar eigen inzicht hanteert.
Daar moet Rutte I toch een beetje mee oppassen. Zure boodschappen zijn al lastig te verteren, als die ook nog eens van de een op de ander dag door de strot worden geduwd, ontstaat er vanzelf verzet.
De gemeenten zijn zeker niet tegen bezuinigingen, maar wel tegen onbeleefdheid. Is dat de boodschap van de VNG?
Dat is dan enigszins gedwongen. Het kabinet bleek lang doof voor inhoudelijke argumenten tegen het Bestuursakkoord. We horen weinig meer over de ontwikkelingen op dit moment, maar ga er rustig van uit dat het kabinet die doofheid zo lang mogelijk vol wenst te houden. Misschien dat daarom de VNG het over een andere boeg gooit: onbehoorlijk bestuur.
Als Rutte er al op gaat reageren, valt zijn antwoord te voorspellen. Het is misschien allemaal niet zo netjes, dus sorry, maar we gaan wel zo door, omdat er nog een heel land terug gegeven moet worden aan de burgers. Daarmee suggererend dat hij niet anders kan.