Wat kun je doen met gebieden die maar niet tot economische bloei komen? Gebieden waar de industrie maar niet van de grond wil komen, waar dienstverleners het vertikken hun bedrijven te vestigen. Waar zelfs dwangmaatregelen van de overheid, het verhuizen van ministeries, niet leiden tot de gewenste dynamiek van een welvaartsbolwerk als de Randstad.
Geen nood, er zijn nog meer oplossingen. Als de welvaart niet vanzelf uit de bodem schiet, dan breng je de welvaart er naar toe. Beter gezegd: je dumpt er de welvaartsresten onder de grond. Een schitterend stukje werkgelegenheid creëer je bijvoorbeeld door kernafval in de Friese klei of in de zoutlagen van het noorden op te bergen. De COVRA (Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval) zoekt zich rot naar geschikte opslagplaatsen. Bijna overal stuit het op verzet. De Friezen gaan bij voorbaat al dwarsliggen, omdat de klei- en zoutlagen niet stabiel genoeg zouden zijn.
Eerder was op dit weblog al te lezen dat het vorige kabinet voorbereidingen trof om CO2 in het noorden op te slaan. Ook dat zien veel Friezen, Groningers en Drenthe niet zitten. Behalve de gezamenlijke noordelijke werkgevers. Zij schreven een brief aan de kakelverse premier, want ze zijn het niet eens met een stukje uit het regeerakkoord. VVD en CDA hebben de CO2-opslag voor zich uit geschoven en willen pas verder met de plannen als er een nieuwe kerncentrale komt.
Slim bedacht van het kabinetje, want dan kun je het verzet tegen zowel de kerncentrale, als de opslagplaatsen voor kernafval en CO2 in een klap aanpakken.
Nou moet u niet denken dat de regering alleen maar allerlei welvaarstresten in het noorden wil dumpen, omdat die gebieden gemiddeld wat armer zijn dan de Randstad. Een praktijk die we kennen van nog veel armere gebieden waar afgekeurde medicijnen in de bevolking worden gestort of waar we onze opgebruikte computers dumpen. Nee, onze overheid is serieus bezorgd over ieders veiligheid.
De vorige regering kwam met een ondergrondse nota, waarin ze verklaarde dat dichtbebouwde gebieden hooguit geschikt zijn om een wirwar aan kabels voor ons pc-gebruik onder de grond te stoppen, maar meer riskanter materiaal moet je niet onder een flatgebouw willen.
De wijde Friese velden zijn natuurlijk wel geschikt. Het enige risico is, dat de commissaris van de koningin een radioactief eerste kievitseitje krijgt aangeboden. In Drenthe en Groningen rommelt het ondergronds, dus daar alstublieft geen CO2- en kernafval wegmoffelen.
Tag archieven: ondergronds
Regering gaat ondergonds
De demissionaire regering gaat ondergronds. Wie de demissionaire streken van dit kabinet wil volgen, zal dus ook de kop in het zand moeten steken.
Waarom? Omdat het Rijk, samen met provincies, gemeenten en waterschappen, meer gebruik wil maken van de kansen die de ondergrond biedt. De boodschap uit de Beleidsvisie duurzaam gebruik ondergrond waarmee de ministerraad op voorstel van minister Huizinga van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft ingestemd, aldus een persbericht uit de ministerraad van vandaag.
De motivering lijkt wel een ronkende passage uit een of ander verkiezingsprogram: “Hiermee kunnen de mogelijkheden die de ondergrond biedt voor verbetering van de kwaliteit van de bovengrondse leefomgeving, beter worden benut en kan tegelijk een solide basis worden gelegd voor het realiseren van de kabinetsdoelstellingen op het gebied van klimaat, energie, water, mobiliteit en landbouwbeleid”.
Maar deze regering is toch eigenlijk klaar met het werk? Het is aan een nieuw kabinet om een dergelijke visie te formuleren. Gelukkig is een beleidsvisie nog geen wet en hoeven we ons om dit demissionaire besluit niet druk te maken. Of zit er een addertje onder het gras?
Ondergronds is het al een volle boel. Kabels, leidingen, tunnels, parkeergarages en natuurlijk opslagruimten. De vandaag vastgestelde beleidsvisie stelt dat die ondergrondse drukte het bovengrondse leven aangenamer maakt. Zeker, zaken als televisie, internet, gas, water, en licht komen gedeeltelijk via het ondergrondse tot ons.
Maar, zo waarschuwt het kabinet, we kunnen niet zomaar van alles onder de grond plempen, want het kan beperkingen voor het bovengrondse leven betekenen. Boven een gasleiding kan je niet alles bouwen.
Dus wil het kabinet nationale en regionale belangen waarborgen en in een gezamenlijke aanpak met provincies en gemeenten een mooie ondergrondse structuurvisie ontwikkelen.
Een van de zaken die de regering graag ondergronds wil hebben, is CO2. Daar is in Barendrecht heel wat om te doen geweest en nog steeds staan die plannen onder druk. In november 2009 negeerden de toenmalige minister van VROM (Cramer) en haar collega van Economische Zaken (Van der Hoeven) allerlei protesten en zetten de plannen door.
In januari dit jaar ging een meerderheid in de Tweede Kamer akkoord met CO2-opslag in Barendrecht. Om begin maart toch wat gas terug te nemen: de plannen mochten verder ontwikkeld worden, maar de in demissionaire staat mochten er voorlopig geen vergunningen worden afgegeven.
Half maart werd de crisis- en herstelwet aan de Eerste Kamer voorgelegd, met daarin de plannen voor de CO2-opslag. Dat was tegen het zere been van de Energieraad, die hier een trucje in zag vaart te maken met de kabinetsplannen.
Vervolgens kwam er eind maart een onderzoek boven water, waaruit bleek dat twee gasvelden onder Barendrecht helemaal niet geschikt waren voor de geplande CO2-opslag. Dezelfde minister Van der Hoeven had om dat onderzoek gevraagd, maar de resultaten tot dan toe niet bekend gemaakt.
Je kunt, in de Barendrechtse kwestie, dus wel zeggen dat het kabinet al een fraai voorbeeld heeft gegeven van wat zij het “waarborgen van nationale en regionale belangen” noemt.
Mevrouw Cramer is op VROM vervangen door mevrouw Huizinga, die nu met de ondergrondse beleidsvisie op de proppen komt. Waarin het vooral gaat om dat er samenhang moet komen in boven- en ondergronds bouwen. Om knelpunten op te lossen, zoals “de aanleg van gasleidingen waarbij bovengronds een externe veiligheidszone in acht moet worden genomen”. Een van de punten waar de inwoners van Barendrecht zich juist druk om maken.
Er is, zo stel het kabinet “meer regie en een betere afstemming nodig”. Een extra aanwijzing om de CO2-opslag er door te drukken?
Eerdere artikeltjes over de demissionaire doordrammerij waren hier te lezen op 25 februari en 19 maart.
Dan maar de lucht in?
Gezinnen in de stad. Ze komen nog voor. Eigenlijk is het een raadsel waarom mensen die kinderen krijgen niet onmiddellijk verhuizen naar gebieden waar ruimte is om buiten te spelen. Waar ze hun kroost niet het internet op moeten jagen om verband tussen een plak kaas en een koe tussen de oortjes te krijgen.
Afijn, voor de eigenheimers die hun nazaatjes in metropolische turbulentie willen grootbrengen, moet woonruimte worden bedacht. Jong en aanstormend architectonisch talent mogen ideeën leveren voor “De verticale stad voor gezinnen”. De hoofdprijs voor degenen die het beste ontwerp indienen: een reis naar Marseille om daar de Unité d'Habitation van Le Corbusier te bezoeken.
Le Corbusier’s “eenheid van wonen” moet blijkbaar de inspiratie vormen voor een nieuwe visie op verticaal wonen en leven. Le Corbusier moet, net als menig ander architect, opgegroeid zijn met de blokkendoos. Stapelen met beton, veel meer stelt het gebouw niet voor. Vernieuwend was de gedachte wonen met voorzieningen, als tuinen en winkels, te combineren in een en dezelfde hoop beton.
Zoals vaak gebeurt als noviteiten op de wereld worden geplempt, waren er mensen die dachten dat deze woonvorm tot grote ellende kon leiden. Bewoners van het complex zouden wel eens ziek kunnen worden, zelfs hartstikke gek,van al dat beton en de beperkte mobiliteit, omdat men voor een brood en een pak melk de straat niet meer op hoefde. Behalve een paar gevalletjes hoogtevrees, viel het allemaal wel mee.
Vandaag zitten we nog meer dan in de tijd van Le Corbusier met een ruimtelijk probleem. Er moet snel woonruimte bijkomen, maar de beschikbare ruimte wordt alsmaar kleiner. Niet alleen door bevolkingsgroei en gezinsaanwas, ook door bescherming van natuurgebieden en landschapsbehoud. De oplossing ligt voor de hand. Geen ruimte meer op de grond? Dan maar de lucht in!
Geen hemelstormend idee, want inmiddels zijn de begrippen torenflat en wolkenkrabber nietige blokkendoosjes, vergeleken bij de meest recente oprisping in Dubai: Burj Dubai. De 828 meter hoge “unité d’Habitation” telt 1044 appartementen, wat kantoren en een hotel.
Maar is hoogbouw nou een goede habitat voor gezinnen?
Er zijn mogelijke voordelen. Binnentuinen waar het kroost veilig kan spelen, een pak luiers is een etage lager te halen.
Nadelen zijn er ook. Zijn de liften wel groot genoeg om vier volwassenen en evenveel robuuste kinderwagens te vervoeren? Hoeveel konijntjes zullen wel niet van de balkons worden gegooid, door explorerende kinderen? En, angstwekkend toekomstbeeld, wat voor volwassenen zullen die kinderen worden, die in de cruciale periode van wasdom, gewend zijn op alles en iedereen neer te zien?
Kan het dan anders? Zeker wel. Op het plaatje hier linksboven zit u een impressie van de Habitation Taupinière. Het molshoopwonen.
Om aan de behoefte van enige skyline te voldoen bouwen we terpen. Op de tekening ziet u bij 1 een tweetal gebouwen. Elk met vijf geschakelde gezinswoningen, in eveneens terpachtige vorm.Ondergronds (zie 2) bevinden zich a) recreatieve voorzieningen, zoals tuinen, fitnesszalen en zwembaden. Bij b) een laag assorti winkels. Daaronder, bij c), parkeergarages en de laagste laag biedt ruimte voor machines die warm water uit de bodem putten en die afval composteren ten behoeve van de energievoorziening.
Elke Habitation Taupinière is kleinschalig, om de intimiteit en persoonlijkheid te garanderen. De geschakelde woningen zijn van natuurlijke materialen gemaakt en op de molshoop zelf kan gerecreëerd worden, door de liefhebbers van echte buitenlucht. Zonder last van hoogtevrees te hebben.
Het is natuurlijk jammer voor wormen, kevers, pissebedden en ander ondergronds gedierte. Maar daar zullen we er toch al niet zoveel meer van hebben. Ze hebben al lang moeten wijken voor buizen, kabels en heipalen onder flatgebouwen.
In de nieuwe 'verticale stad' wonen gezinnen wel naast elkaar en niet op elkaar. Voor de broodnodige voorzieningen kan men dan heerlijk onderuit zakken.