De overheid heeft het maar druk met de verloedering. De normen en waarden hebben ze aardig op peil, de jeugd onder curatele van Rouvoet's buro, hele wijken worden krachtig prachtig. En dan ineens gooien tuinen roet in het eten. Geen nood, deze regering weet ook dat kordaat aan te pakken. Met een handreiking.
Een handreiking is een mooi voorbeeld van gewenst burgermansfatsoen, hoewel dit begroetingsritueel soms ook aan verloedering onderhevig is. Je hebt mensen die kieskeurig zijn een hand te schudden, omdat een of ander religieus voorschrift de Mexicaanse griep al eeuwen geleden voorzien had. En je hebt mensen die een hand pakken om niet het bewuste lichaamsdeel, maar de mens erachter eens flink te schudden.
Toch hecht de regering aan de handreiking. De nieuwste heet Handreiking Aanpak Verloederde Tuinen. Er zijn namelijk tuinen die de leefbaarheid in de wijken teniet doen, zo stelt het ministerie van VROM. Met de handreiking kunnen gemeenten en woningcorporaties deze ergernis tegengaan. Bijvoorbeeld door gesprekken te voeren, lezen we op de website van VROM.
Mensen die een tuin hebben, weten wel wat een karwei het is die een beetje in het gareel te houden. Dat groeit en bloeit maar en je kunt er tegen praten wat je wilt, het is aan dovenetelsoren gericht.
Ik ben blij nu nog maar één stukje tuin te hebben. De voortuin is lang geleden door de overheid in beslag genomen. Niet wegens verloedering, maar omdat de overheid de grond voor eigen gebruik nodig had.
Ik moet zeggen dat de overheid meteen maatregelen trof om mogelijke verloedering tegen te gaan. De grond werd geasfalteerd en daarna vrij gegeven aan het verkeer. Elk sprietje dat nog de kop op steekt uit een enkel scheurtje, wordt genadeloos platgereden.
Maar de achtertuin is een probleem. Eerst was die volgezet met wat struiken die CO2 afvangen, plus nog wat zuurstofgevende gewassen. Dat was niet naar de zin van de buren. Hun strakgemaaide grasveldjes hadden te lijden onder overgewaaide zaadjes uit onze planten. Eenmaal geland op het gras van de buren, begonnen die te groeien en te bloeien en dat was tegen de natuur van de buur.
Praten hielp niet, want de buren dreigden naar de rechter te gaan. Omdat we de opvattingen van de rechter betreffende tuinonderhoud niet kenden, kozen we voor een andere aanpak.
Eigen groente en fruit kweken. We hadden de nodige kassen amper opgebouwd of daar stond de buurman aan de deur met een volledige welstandscommissie bij zich. De kassen moesten afgebroken worden. Zo gezegd, zo gedaan. Waarop de buren klaagden over het uitzicht. Het leek wel een stortplaats voor bouwafval.
Toen maar het voorbeeld van de gemeente gevolgd. De hele tuin geasfalteerd. En net toen we, met een feestelijke opening, het hek ontsloten om het verkeer er over te laten razen, stond de VROM-inspectie in de tuin. “Mogen wij u een handreiking doen?”, klonk het minzaam. Wij waren natuurlijk niet te beroerd om ook van die kant de felicitaties ontvangst te nemen.
“Nee, u krijgt van ons de Handreiking Aanpak Verloederde Tuinen”, sprak de inspecteur. Een nog grotere verrassing, dachten wij. Een prijs van de overheid voor onze voortvarende aanpak om de verwilderding van de tuin definitief te beëindigen?
Helaas. We zijn de komende jaren zoet met het afbetalen van de boetes en de laatste rekening van de hovenier. Die heeft goedgekeurde gewassen grindtegels gelegd, waarop een aantal potten met goedgekeurd groen staat. Met behulp van een door de gemeente gesubsidieerde kunstenaar ziet het er wel heel artistiek uit.
De buren vinden het prachtig. We horen, behalve hun kinderen en hun muziek, niets meer van ze.