“De ruimtelijke inrichting van Nederland verandert, dat is zeker. Maar om te weten of zij rommeliger wordt, moet je voor ogen hebben hoe Nederland eruit behoort te zien”. Dat zei Wim Derksen, directeur van het Ruimtelijk Planbureau, in een artikel van de VNG in 2007.
Misschien moet dat anders worden geformuleerd worden. De rommeligheid van het Nederlandse landschap wordt bepaald door wat iemand zich voor zijn ogen ziet afspelen. Zo vindt minister Cramer, verantwoordelijk voor Mooi Nederland, een snelweg natuurlijk niet het fraaiste element van het landschap, maar het is wel de locatie van waaruit je een mooi uitzicht hebt op zeer gewaardeerde panorama's.
Ze schreef een burgerraadpleging uit en distilleerde daar een top-tien van de favoriete snelwegpanorama's die door filerijders zijn aangewezen. Behalve de Veluwe, werden ook de Moerdijkbrug, de Brienenoordbrug en de Afsluitdijk bestempeld als hemelse uitzichten.
Ook vier provinciale bestuurders deden mee. De commissarissen der koningin kozen natuurlijk voor hun eigen provinciale asfalt, waar nog aardig wat natuur langs ligt.
De gezamenlijke Provinciale Milieufederaties doen de burgerraadpleging nog eens over. Tot juli kun je stemmen op één van de zes genomineerde rommeligheden in jouw provincie. Op de website verknipt landschap konden burgers plekken melden die hun een doorn in het oog waren. Tevens kon met oplossingen aandragen om die rommel op te ruimen. In oktober willen de Provinciale Milieufederaties aan de slag met het opschonen van de meest verrommelde plekken.
Hoewel minister Cramer met 13 miljoen euro zuinig ruimtegebruik wil stimuleren, verrommeling wil tegengaan en mooiere steden en landschappen wil creëren, vinden de Provinciale Milieufederaties dat de bestaande verrommeling ons landschap blijft ontsieren en ontstaat er nog steeds nieuwe verrommeling. Ze vinden het hoog tijd dat de verrommeling van Nederland echt wordt aangepakt en opgeruimd.
Wie wil stemmen moet op de website op een wat ingewikkelde manier de genomineerde plekken zien te vinden. En dan zie je dat er net zo verschilend over rommelig landschap wordt gedacht, als voer snelwegpanorama's.
Zo wordt een bouwlocatie bij Pijnacker (Zuid-Holland) een lastige puinhoop gevonden, die met geluidswallen en schermen aan gehoor en gezicht onttrokken zou moeten worden. Een recreatiepark in het Lauwersmeergebied (Friesland) mag nog zulke fraaie bungalows hebben, maar het aantal moet beperkt worden. In Zeeland zouden de borden weggehaald moeten worden, die actievoerders van de Groene Leugen in de akkers hebben geplaatst. De Groene Leugen is een initiatief van ondernemers die zich zwaar gehinderd voelen door milieuorganisaties.
Tja, de een zijn rommel is de ander zijn brood. Nederland is zo klein dat het niet veel moeite moet kosten het een beetje netjes te houden. Toch is dat tot één van de belangrijke problemen van dit land gebombardeerd.
Werken, recreëren en natuurbehoud moet samen gaan. Dat wordt dus puzzelen op de vierkante centimeter. En hoe lovend het ook is dat minister Cramer en de Provinciale Milieufederaties de burger raadplegen, zo kom je er niet uit. De “wisdom of the crowds” werk hier niet. Iemand die de Randstad ontvlucht om landschappelijk te gaan wonen, ziet natuurlijk liever geen loods van een betonbedrijf naast zich. En de boer, hij ploegt voort en ziet zijn akker niet graag onder water gezet.
Is Nederland te klein voor natuur? Of moeten we “rommel” tot onze natuur rekenen?