Alle technologie keert zich op enig moment tegen de mens. Dat is niet te voorkomen, omdat in alle technologie het menselijk tekort zit gebakken. Welk menselijk tekort? Onze genialiteit. Die ingenieuze kwaliteit om voor elk probleem een technologische oplossing te kunnen bedenken. Het optimisme daarover gaat zover, dat we minder bij onze fouten stilstaan, dan bij de lonkende perspectieven die de technologie ons biedt.
Zo vinden we de uitvinding van het vuur nog steeds geweldig en denken de bijna 50 duizend branden per jaar wel te voorkomen door betere brandmelders, brandblussers en brandwerend materiaal te ontwikkelen. Ergens in een afgezonderd laboratorium zit een doorgedraaide fysicus al jaren te knutselen aan de zelfdovende vlam. Die vlam heeft-ie al, hij kan er alleen nog geen warme chocola van maken, want net voor het pannetje op het vuur gaat, is het al uit. Voorlopig moeten we het doen met de zegeningen en de rampen van vuur.
Ja, hoor eens hier, zul je denken, die branden ontstaan niet door het vuur, maar door menselijke fouten met vuur. Het is een algemeen aanvaard idee dat technologie niet fout kan zijn. Mensen kunnen er wel foute dingen mee doen. Er zijn optimisten zijn, die dat probleem willen oplossen door de mens dan maar door technologie te vervangen. Dat idee is dan weer niet algemeen aanvaard. We gaan onszelf niet opheffen.
Hoe komen we dan uit die pijnlijke spagaat van genialiteit en brokkenmakerij? Door wat meer bij onze fouten stil te staan. Het ‘van je fouten kun te leren’, is meer een wandtegeltjeswijsheid dan een alledaagse bezigheid. Toch ligt daar de oplossing. Jammer alleen dat de brokken soms zo groot moeten zijn, voor de les geleerd is. Maar er is hoop. Een mooi voorbeeldje uit het nieuws van vandaag.
Minister Rosenthal pleit voor restricties op de export van internetfilters naar dictatoriaal geregeerde landen. In Brussel kwam de IDEA (International Digital Economy Accords ) bijeen en de minister mocht de mooie jongen uithangen, door de vrijheid van digitale meningsuiting te verdedigen. Daarbij refererend naar de opstanden in Tunesië, Egypte en Libië (hier de hele toespraak).
Rosenthal roemt een aantal gedragscodes, die handel met obscure regimes moeten beperken. Zijn collega Bleker overweegt de Kamer te betrekken bij het verlenen van vergunningen voor wapenexport.
Ook op dat gebied is een akelige les geleerd. Nederland had immers al eens technologie, in de vorm van allerhande wapentuig, geëxporteerd naar die landen? Naast internetfilters zijn wapens ook een geliefd middel tegen vrijheid van wat voor uiting dan ook. Nu Nederland meedoet aan het handhaven van de no-fly zone boven Libië, is het natuurlijk oppassen dat die technologie zich niet tegen ons keert. Bleker wil nu de regels voor wapenexport aanscherpen.
Mooie boodschappen. We gaan onze technologische speeltjes niet in de handen geven van kwajongens. We stoppen echter niet met het maken van dat soort technologie. Je weet maar nooit voor welke goede doelen je het zelf kan gebruiken. De technologie zelf is immers niet fout?
Nee, het is al heel wat dat gedragscodes en regels worden aangescherpt. Beter laat dan nooit, toch? De technologische genieën komen ooit nog wel met een slim stukje software, waarmee verstandige beslissingen eerder vroeg dan ooit worden genomen.
Tag archieven: wapenexport
Wapenexport in naam van Oranje.
Er wordt nogal wat ophef gemaakt over de mogelijke wapenverkoop, die schuilgaat achter het privébezoek van ons staatshoofd aan haar collega van Oman. Onnodige ophef, want wij weten wel beter, wat de ware redenen zijn voor het staatsbezoek dat geen staatsbezoek is.
Bovendien: zou ons staatshoofd zomaar allerlei afspraken schenden, louter omdat de sultan van Oman een lekker diner aanbiedt? Zo is onze Majesteit niet.
Het NRC zette keurig op een rij, wat de Europese afspraken zijn, als er wapentuig uitgevoerd moet worden. De Europese Raad stelde in 1998 een gedragscode op, waarin klip en klaar staat dat we geen militair spul leveren als dat de sociale ontwikkeling van een land belemmert.
Op dit moment is er in Oman een sociale ontwikkeling gaande. Zo mag je de demonstraties wel noemen. De Omani willen meer banen, hogere lonen, lagere voedselprijzen en meer democratie. De sultan beloofde al snel 50.000 banen en een salarisverhoging hier en daar. Hij aarzelt niet ministers te ontslaan, die volgens de demonstraten hervormingen in de weg staan.
Het gaat dus eigenlijk heel goed in Oman. De sultan luistert naar het volk en doet wat beloften. Met de Europese gedragscode in het achterhoofd, weet ons staatshoofd wel wat ze moet zeggen als de sultan tijdens het diner de lucratieve aanbieding van vier fregatten aan de orde stelt. Luister eens, zal Hare Majesteit zeggen, zet dat maar uit je staatshoofd. Je hebt je geld veel te hard nodig om je beloften waar te maken.
Zo is het maar net. Afspraak is afspraak. Wij hebben afgesproken geen militaire goederen te leveren aan landen waar de sociale ontwikkelingen en mensenrechten niet op orde zijn. Wat dat laatste betreft: in Oman zijn politieke partijen en vakbonden verboden. Misschien dat het onder druk van de demonstranten gaat veranderen, maar dagelijkse praktijk is het nog lang niet.
Laat Hare Majesteit in alle rust van het diner genieten. We mogen verwachten dat een zo integer staatshoofd als het onze, de sultan zal herinneren aan onze en zijn afspraken.
Het enige wapen dat Hare Majesteit exporteert is haar wapen van Oranje. Een wapen, van alle smetten vrij. Want de Oranjes hebben zich nog nooit voor het karretje van Neerlands bedrijfsleven laten spannen, als het ergens in de wereld niet pluis is. Toch?
Tweede hands code
Een gedragscode werkt alleen goed als er ook sancties op staan als die code niet wordt nageleefd. Aldus Frank Slijper van Campagne tegen Wapenhandel, in het NRC Handelsblad.
De gedragscodes over wapenleveranties werken slecht. Zo kan het gebeuren dat Nederland, ondanks een behoedzaam wapenexportbeleid, 5e staat op de top-10 van wapenexporteurs. Een aardig deel komt terecht in landen waar het droevig is gesteld met de mensenrechten of waar burgeroorlogen woeden.
Opvallende conclusie in het NRC-artikel: een van de twee belangrijkste wapenstromen die vanuit Nederland worden geëxporteerd zijn verouderde wapens. Het gaat dan niet om in Drenthe opgegraven vuistbijlen, ook niet om een sabel uit de Gouden Eeuw. Het betreft hier overtollig defensiematerieel.
Nou is het een goed principe om afgedankte spullen te recyclen. Het hoeft niet allemaal naar de vuilstort. Maar de nieuwe gebruikers van de welvaartsrestanten moeten er wel wat aan hebben.
Overtollige mobieltjes, computers, brillen, gereedschap, fietsen, er gaat al heel wat naar landen waar mensen weinig geld voor die spullen hebben. De 2e handsmarkt kan een leuk stukje ontwikkelingswerk zijn.
Maar wapens? Dat zijn geen leuke spulletjes voor de mensen die daarmee getroffen worden.
Ik meen me te herinneren dat na de oorlog van duitse soldatenhelmen vergieten werden gemaakt. Misschien moet er een wapen-export-code komen. Met als motto natuurlijk: van zwaarden tot ploegijzers. Voordat afgedankt legermateriaal wordt geëxporteerd, moet het verbouwd worden tot iets nuttigs. De code kan de afnemende landen ook daartoe verplichten, zodat de werkgelegenheid in die landen er ook wat aan heeft.
Van een tank kan wellicht een prima tractor worden gemaakt en een fregat kan een leuke vissersboot worden. Een uzi gaat gewoon hier de shredder in.
Nederland nummer 1 als meest innovatieve exporteur van omgebouwde wapens? Ik vrees dat zoiets van een veel te naïef idealisme is.