Na de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart duurde het even voor elke gemeenten een nieuw bestuurd had, maar nu de meesten inmiddels aan het werk zijn, wordt duidelijk dat we een jaar van gemeentelijke armoe tegemoet gaan.
Begrotingen en meerjarenplannen zijn opgesteld. Hier en daar zelfs al goedgekeurd door gemeenteraden. Vooral welzijn en zorg worden gekort, meldde gemeente.nu al in augustus. Met name de vier grote steden pakken de armoe voortvarend aan. Ook cultuur krijgt een douw. Bibliotheken worden gekort, muziekscholen moeten sluiten en jawel, gemeenten geven het goede voorbeeld door ook het mes in zichzelf te zetten.
Den Haag (college van PvdA, VVD, CDA en D66) wil dat alle culturele en welzijnsinstellingen volgend jaar elk 7,7 procent inleveren. Rotterdam gaat er zo’n 1000 ambtenaren uitgooien en bezuinigt 250 miljoen op zichzelf.
Het zijn nog maar een paar voorbeelden. De gemeenten moeten wel, zeggen de burgemeesters en wethouders. Kabinetsmaatregelen dwingen ons ertoe. Ze kunnen het ook niet helpen dat er op de PGB’s (persoonsgebonden budgetten) moet worden gekort. Bijstanduitkeringen staan onder druk, dankzij de korting van Donner. En er hangt natuurlijk ook nog een fikse korting uit het gemeentefonds boven het hoofd.
De grote steden gaan er fiks tegenaan, elders in het land sputtert men nog wat tegen. Dat het gemeentefonds gehalveerd kan worden is onzin, menen de gezamenlijke gemeenten. Toch is de algemene consensus dat aan geen enkele bezuiniging valt te ontkomen.
Uiteraard worden plannen van een nieuwe kabinet gevreesd. De gemeenten hebben zo weinig vertrouwen in een minder pijnlijke uitkomst, dat nu dus al de botte bijl wordt gehanteerd. De burgers worden tevreden gehouden door minder lastenverzwaring in het vooruitzicht te stellen, hoewel gratis parkeren daar zeker niet onder zal vallen.
De gemeenten leggen de schuld ook bij het huidige kabinet, dat de schuld natuurlijk bij de kredietcrisis legt en het gemeentefonds kort houdt.
Het zwarte pieten zal de burger niet veel helpen. En alle participatieplannen ten spijt, de burger zal er ook nauwelijks invloed op hebben. Daar zijn de volgende verkiezingen voor.
Het woord is de komende tijd aan de gemeenteraden. Aangezien de colleges van B&W op een meerderheid kunnen rekenen, valt te verwachten dat een enkel detail wordt gewijzigd, maar de grote lijnen, en dus de grote bedragen niet.
De stem van de getroffen instellingen zullen wellicht gehoord worden, zonder dat men van plan is er echt naar te luisteren. Gemeentelijke colleges gaan natuurlijk niet eerst op een 100-dagen tour, met de kans het Balkenende-verwijt over zich heen te krijgen.
Bij veel culturele en welzijnsinstellingen zijn de werkgevers inmiddels begonnen hun personeel in te lichten over de bezuinigingen en vragen hun medewerkers plannen te maken hoe ze met minder geld toch nog veel overeind kunnen houden. Sommigen zijn al overgegaan tot vacaturestops en continueren de tijdelijke contracten niet langer.
Burgers zullen, na het snoeien in de lokale ambtenarij, merken dat de dienstverlening achteruit gaat. Want wat de gemeentebesturen daar ook voor mooie woorden over zeggen, haal je geld en mensen weg dan moet dat toch ergens te merken zijn.
De gemeenten gaan niet op de stoep van de regering staan, want er is (nog) geen regering. De burgers zijn erg afwachtend, want de stoepen van de gemeentehuizen blijven leeg. Ik ben benieuwd of dat het komend jaar zo al blijven.