December staat al bol van de tradities. Sinterklaas, Kerst, de jaarwisseling en de hoop op een Elfstedentocht. Sinds een paar jaar kunnen we er een traditie aan toevoegen: de belangstelling voor dakloosheid.
Over tradities gesproken: van oudsher mogen daklozen van een brede belangstelling genieten rond de Kerst. De burger wordt buitengewoon genereus en schenkt kerstpakketten, organiseert maaltijden of gaat een dagje met heel het gezin vrijwilligerswerk doen op een van de kerstdagen.
De koude temperaturen genereerde ook altijd enige belangstelling. De pers schreef verhalen over daklozen die kou trotseren of de extra opvang indook.
De trouwe lezer weet dat ik in een daklozenopvang werk. Elk jaar weer kunnen we in deze tijden het journaille aan de deur verwachten. Dit jaar is de belangstelling groter dan ooit. Bijna dagelijks staan er in de kranten berichten over de extra winteropvang die diverse gemeenten hebben georganiseerd.Het wekt dan ook geen verbazing dat de cijfertjesboer, het CBS, ook wat geeft te melden over Neerlands dakloosheid.
We hebben ongeveer 17,5 duizend zwervers. Veel, hè? Toch is dat maar 0,11 procent van de bevolking. Dat haalt het niet bij de 1,47% daklozen die er volgens de VN op heel de wereld zijn. Amerika (0,98%) en heel Europa (0,36%) tellen niet alleen in percentages, maar ook in werkelijke aantallen veel meer daklozen. Landen als Frankrijk, Duitsland. Groot-Brittanië en Spanje verslaan ons landje eveneens met groot gemak. Al gauw zo’n 30 tot 70 duizend meer daklozen. België telt slechts 500 minder daklozen, Zweden heeft er weer zo’n 300 meer.
Die cijfers moeten we niet te nauw (of te ruim) nemen. Elk land heeft moeite de daklozen keurig in beeld te krijgen. Alleen al omdat de definitie van dakloosheid kan verschillen.
De Federatie voor Opvang zegt dat de CBS-cijfers slechts een topje van de ijsberg zijn. Terecht zegt de Federatie dat de warme belangstelling voor daklozen niet moet stijgen als de temperatuur bijna evenredig daalt. De Federatie stelt vervolgens de CBS-telling aan de lage kant is.
Dat heeft te maken met de definitie die in Nederland wordt gehanteerd. Hier hebben we het over dak- en thuislozen. Een term die ik talloze keren moet uitleggen aan buitenstaanders. Want wat is het verschil tussen geen dak boven je hoofd hebben of geen thuis onder je kont?
De Federatie heeft het vorig jaar zelf ook onnodig ingewikkeld gemaakt door juichend te roepen dat er bijna geen daklozen meer op straat zijn. Hebben we dan ook minder thuislozen? Of juist meer?
In de reactie op de CBS-cijfers zegt de Federatie dat een groot aantal mensen op de rand van dakloosheid balanceert. Dat mag ook wel wat beter worden uitgelegd. Niet iedereen is continu dakloos. In de echte zin van het woord. Geen huis, maar op straat. Niet dat we ze daar nog veel zien. Dat klopt, want ze bivakkeren in grote getallen en steeds vaker in de dag- en nachtopvangcentra. Ze hebben dus een maatschappelijk dak boven hun hoofd en zijn dan volgens sommige statistieken niet langer echt dakloos.
De groep thuislozen is aanzienlijk groter. Een thuisloze is iemand zonder sociaal netwerk en die moeite heeft zelfstandig en zonder begeleiding voor zichzelf te zorgen. Een hedendaags stereotype voorbeeld: uw paranoïde schizofrene buurman. Zorgt regelmatig voor overlast. Vervuilt zijn huis of staat ineens van zijn dak te schreeuwen. Net zo vaak tot de hele buurt het wel genoeg vindt en de vele aanklachten tot een gedwongen opname leiden.
De man krijgt een adequate behandeling. Dat wil zeggen: in een week tijd wordt uitgezocht welke pilletjes het best aanslaan. Nog een week wordt bekeken of meneer de pilletjes wel slikt en of ze een beetje helpen. Als dat goed gaat wordt de rest verstrekt, inclusief in afsprakenkaartje waarop staat wanneer hij voor zijn herhalingsrecept moet terugkomen, en meneer mag naar buiten.
Inmiddels is hij wel door de woningbouwvereniging uit zijn huis gezet, wegens de talloze klachten. Dat is één manier om dakloos te worden.
De draaideurdakloze. Soms gaat het een poosje goed en woont hij op zichzelf of in enige vorm van begeleid wonen. Tot de mafkees weer doordraait of zich niet aan de regels kan houden en hij weer op straat staat.
Zo vergaat het ook veel mensen die net geen psychiatrische ziekte hebben. Ook mensen met een zeer lage intellectuele en emotionele intelligentie, vervallen bij herhaling in dakloosheid. Eigenlijk hebben we het over mensen met een chronische ziekte en/of handicap.
Nou zijn er voor tal van chronische aandoeningen uitstekende voorzieningen. Voor de dak- en thuisloze is er de maatschappelijke opvang. Nooit ruim bedeeld met subsidies en waar de komende tijd aardig op bezuinigd gaat worden. Waarom? Omdat alle hulp van de afgelopen jaren toch niet blijkt te werken.
Hebben ze eindelijk geleerd te vegen en te schoffelen, zijn ze nog niet capabel voor een normale baan. Zitten ze eindelijk in een leuke creatieve dagbesteding, gooien zo nog de klei tegen het plafond. En als je daar wat van zegt reageren ze met een grote bek en gaan weer aan de drank en drugs. A-sociale sodemieters zijn het. Met dat gedrag kiezen ze zelf voor armoe en dakloosheid.
Zo zit dat niet. Natuurlijk is het mooi als ze, net als elke andere zieke of gehandicapte, zoveel mogelijk participeren in de maatschappij. Maar net als elke andere chronisch zieke of gehandicapte zijn er specifieke beperkingen, waardoor dat nooit helemaal zal lukken.
De hulpverlening en begeleiding zal anders moeten en dat kan als wordt erkend dat het om chronisch zieke mensen gaat. Of de financiering dan ook beter wordt, valt te betwijfelen. Want we leven in een tijd waarin het lijkt of elke kwaal de schuld van de patiënt zelf is.
Ondertussen bedankt voor alle belangstelling in deze dagen. Leuk dat de gemeente geen doodgevroren dakloze op haar geweten wil hebben. Extra opvang met overwerkend personeel, extra uitzendkrachten en beveiligingspersoneel. Mag ik uw belangstelling ook als al dat extra’s wordt teruggetrokken en de bezuinigingen ons werk in de kou laten staan?