Er wordt alarmerend veel gecommuniceerd in Nederland. Nou is een goed gesprek nog altijd veel beter dan ondoordachte acties en zolang er wordt gepraat, wordt er niet gevochten.
Om duidelijk te maken dat men aan de andere kant van 112 meeleeft met de burger, wordt een alarmmelder na enkele dagen teruggebeld om te vertellen wat er met de melding is gedaan. Ook als er niets is gedaan, omdat hulpdiensten het te druk hadden, wordt dat opgebiecht.
Of je ook terug wordt gebeld als 112 je melding met een bandje heeft beantwoord, is onduidelijk. Tijdens de nieuwjaarsnacht overkwam dat Groningers die alarm wilden slaan. Het ministerie van Binnenlandse Zaken gaat nu onderzoeken hoe dat mogelijk was. De kans is groot dat het ministerie zal ontdekken dat de hulpdiensten het erg druk hadden.
Nu weten de meeste bellers wel wat er met hun melding is gedaan. Ze zijn vaak in de buurt van het voorval en kunnen met eigen ogen zien wat de reactie op hun oproep is. Toch is het een heel vriendelijke service daar nog eens met de beller over na te praten.
112: 'Goedemiddag, ik bel u even terug over uw melding van vier dagen terug'.
Burger: 'Ah! Da's mooi op tijd. Ik dacht al, waar blijft u!'
112: 'Hoezo, mijn collega's zijn toch ter plaatse geweest?'
Burger: 'Nou, ik heb niets of niemand gezien, hoor'.
112: 'Wacht even, u had toch gebeld over uw buurman?'
Burger: 'Dat klopt, ja'.
112: 'En dat was toch op woensdag 2 januari, om dertien uur twintig?'
Burger: 'Dat is korrekt'.
112: 'Ah, ik zie het al. We hadden ter zelfder tijd nog zestien andere meldingen'.
Burger: 'Ja, en?'
112: 'Wel, gezien de aard van uw melding hebben we de boodschap doorgegeven aan de vrijwillige reddingsbrigade'.
Burger: 'Wat zegt u nou? Hoe kan dat dan!?'
112: 'U meldde dat uw buurman tussen het wal en het schip dreigde te raken'.
Burger: 'Helemaal niet! Hij viel van de wal in de sloot, raakte van de drup in de regen, het water stond hem aan de lippen!'
112: 'Oh, zo. Nou, ook in dat geval had de vrijwillige reddingsbrigade uit moeten rukken'.
Burger: 'Niet gezien hier…'
112: 'Ja, dat kan ik me voorstellen. Het lijkt mij ook meer een geval voor de sociale dienst of het leger des heils.'
Burger: 'Nou, daar zat het probleem nou. Door een administratieve fout van de sociale dienst zelf was de uitkering gestopt en dat is tot op heden nog niet rechtgezet. Ondertussen kon buurman niet bij de voedselbank terecht, wachtlijst van drie maanden en het leger des heils had het te druk wegens de dalende temperaturen'.
112: 'Ach gut….'
Burger: 'Ja, en nou had mijn buurman, die niet zo goed voor zichzelf durft op te komen, al een hele week niets meer gegeten en gedronken. Ik weet niet hoe u daar over denkt, maar ik vind dat alarmerend!'
112: 'Nou, leuk is het natuurlijk niet…..'
Burger: 'Nee, dank u voor het begrip, da's hemeltergend beroerd.'
112: 'Hoe gaat het met u?'
Burger: 'Huh? Wabedoellu?'
112: 'Nou, bent u er ook zo beroerd aan toe?'
Burger: 'Nee, maar ik belde ook niet voor mijzelf, hè?'
112: 'Wel, mag ik u dan wijzen op uw eigen verantwoordelijkheid?'
Burger: 'Pardon? Ik dacht mijn plicht gedaan te hebben door u te bellen'.
112: 'Ja, dat was erg aardig van u. Uw betrokkenheid wordt zeer op prijs gesteld'.
Burger: 'Oh, nou, dank u wel.'
112: 'U heeft wellicht gehoord van de nota 'samen werken, samen leven' van onze regering?'
Burger: 'Ja, daar hoor je veel over. Maar ik vind het nogal ingewikkelde taal, dus helemaal begrijp ik dat nog niet.'
112: 'Mag ik u dan een handje helpen?'
Burger: 'Maar natuurlijk! Daar bent u toch voor?'
112: 'Wat de regering van u vraagt is de handen uit de mouwen steken en daar waar nodig een helpende hand te bieden.'
Burger: 'Ja, en hoe moet dat dan?'
112: 'Wel, in het geval van uw buurman, is het de bedoeling dat u zelf wat voedsel verstrekt en mocht u een kopje koffie of een beker melk kunnen missen, zou dat ook een substantiële bijdrage zijn.'
Burger: 'Da's alles?'
112: 'Nou, als u ook wat tijd kunt vrijmaken om af en toe eens een goed gesprekje met uw buurman kunt voeren, dan wil dat ook wel helpen.'
Burger: 'Goh! Mag ik u dan hartelijk bedanken?'
112: 'Waarvoor?'
Burger: 'Voor dit aardige gesprek. Ik heb er heel wat van opgestoken!'
112: 'Geen dank. Graag gedaan. En mocht er iets gebeuren bij u thuis, of in uw straat waar u echt niets aan kunt doen, bel ons dan gerust.'
Burger: 'Mag ik nog één ding vragen?'
112: 'Zegt u het maar.'
Burger: 'Het is geen alarmmelding, hoor.'
112: 'Vraagt u maar gerust, ik luister.'
Burger: 'Wie komt nu mijn buurman ophalen?'
112: 'Ophalen? Hoezo dat?'
Burger: 'Nou, die ligt inmiddels al twee dagen dood in zijn eigen huis.'
112: 'Mag ik u daar over een paar dagen over terugbellen?'