Democratie dient oudheidkundige attractie te blijven.

EkklesiaGriekenland staat bekend als de moeder der democratie. In de Griekse oudheid ontstond een vorm van volksheerschappij waarbij rechts de vingers zou aflikken, als die vandaag zou worden ingevoerd,. Iedereen, behalve slaven, vreemdelingen en vrouwen, mocht stemmen over belangrijke publieke zaken. De term volksheerschappij was dus schromelijk overdreven.

De oude Grieken deden hun best wat te maken van hun democratie. Zo voerden ze de Ekklesia in. Een volksvergadering waar alle vrije burgers, rijk en minder rijk, zich mochten uitspreken over publieke kwesties en voorstellen voor wetten mochten indienen. De Ekklesia was wel aan regels gebonden, die de ondergang van de directe democratie inluidden. Het volk bepaalde niet wat er op de agenda stond, maar een raad van 500 volksvertegenwoordigers stelde de onderwerpen vast. Die raad bestond overigens uit vrijwilligers, die maximaal twee jaar zitting hadden in de raad. De voorzitter van de Ekklesia werd door loting bepaald. Allemaal nog redelijk democratisch, in de letterlijke zin van het woord. Maar hier werd wel de kiem gelegd voor het ontstaan van politieke kasten en daarmee de scheiding tussen wetgevers en stemvee.

Die vorm van democratie is ons bekend en hoe tevreden we er ook over zijn, het leidt regelmatig tot gemor onder het volk. De Mauro-kwestie en de Occupybeweging zijn daar actuele voorbeelden van. Een goede wetgever kijkt dat niet zomaar aan, maar luistert goed en komt tot compromissen waar een meerderheid van het volk mee kan leven. Zodoende kan de indirecte democratie, de regenteske variant van volksheerschappij, een lang leven beschoren zijn, zonder bestorming van regerings- en parlementsgebouwen te hoeven vrezen.

De eurocrisis is zeker een kwestie van groot publiek belang. En laat nou de Griekse premier George Papandreou, ineens op het idee komen het Griekse volk een stem te geven in de beslissing de Europese steun te accepteren of niet. De reacties op deze poging tot directe democratie zijn van tirannieke aard. De beurskoersen kelderden meteen. Aandeelhouders en hedgefondshouders chanteren de democratie met een nieuwe crisis. Collega’s van Papandreou schieten uit hun slof. Zij hebben immers al moeite genoeg hun eigen democratieën in het gareel te houden, omdat niet elke burger blij is met het Europese noodfonds en de hulp aan Griekenland. Ze hebben het net een eensluidend akkoord voor elkaar gekregen. Een Grieks referendum gooit roet in het eten.

Dat de politieke leiders onderling in discussie gaan om Papandreou te overtuigen dat een referendum hier en nu misschien niet het beste middel is, hoort tot de processen van de democratie zoals we die nu zijn gewend. Maar dat aandeelhouders buiten het stemhokje om hun invloed laten gelden, is ronduit bizar en antidemocratisch. De beurzen zijn dictatoriale jojos geworden.
Eigenlijk komen de reacties van de aandeelhouders en diverse Europese leiders hier op neer: beste Papandreou, haal het niet in je hoofd een Ekklesia te organiseren. Democratie is leuk, maar alleen als oudheidkundige attractie. De democratie is een ruïne en dat moet vooral zo blijven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *