Elk kabinet kent wel zo zijn richtingenstrijd. Het huidige kabinet kent twee hoofdrichtingen: de gelovigen en de ongelovigen. Die laatste hebben, in de persoon van Jet Bussemaker, vorige week weer eens het onderspit moeten delven.
Het gevolg: een grote kans op toekomstige slachtoffers onder vrouwen die het risico op borstkanker in zich dragen.
Nu het kabinet heeft vastgesteld hoe groot de kansen en gevolgen van bepaalde rampen zijn, dreigt er ook een richtingenstrijd te ontstaan tussen de gelovigen zelf. Het totale kabinet meent dat er een kleine kans is op wateroverlast. Het CDA meent dat er desondanks stevige actie moet worden ondernomen.
Hoe zal de reactie van de CU hier op zijn? In de programma's van CDA en CU is niets terug te vinden over “god's water”. Het CDA zegt hiermee toch een groot voorstander te zijn van menselijk ingrijpen om dat water vooral niet over god's akkers te laten lopen.
Gezien de recente opstelling van de CU valt te verwachten dat die met een meer bijbelse oplossing zal komen: laat god's water vooral stromen, we bouwen wel een hedendaagse ark van Noach.
Als de PvdA daarmee akkoord gaat, krijg je nog wel gedonder over wat er allemaal mee mag op die boot. De voor IVF bestemde eitjes mogen van de CU niet mee.
Maar dat allemaal terzijde. In hoeverre is de ferme taal die het CDA hanteert om de watersnood hoger op de lijst van kansrijke rampen te krijgen?
Als we kijken naar een overzicht van de laatste 10 eeuwen stormvloeden, is statistisch gezien de kans groot dat we deze eeuw met minstens 2, maximaal 6 overstromingen te maken krijgen.
eeuw |
11 |
12 |
13 |
14 |
15 |
16 |
17 |
18 |
19 |
20 |
21 |
aantal |
1 |
5 |
9 |
5 |
5 |
6 |
3 |
2 |
2 |
6 |
6? |
Na de watersnoodramp in 1953 zijn er geen stormvloeden meer geweest, die tot desastreuze gevolgen hebben geleid. Het water uit zee beukte nog wel regelmatig op de kust, maar nu werd het water uit de rivieren steeds lastiger.
In 1993 moesten 120.000 mensen geëvacueerd worden om het wassende water van de Limburgse Maas te ontlopen en in 1995 verlieten 250.000 mensen in Midden-Nederland huis en haard om dat dijken van Rijn, Maas en Lek het dreigden te begeven.
In onze 21e eeuw is het (nog) niet tot zulke toestanden gekomen. Begin 2007 was er wel een flinke storm (7 doden), maar tot gigantische wateroverlast kwam het niet.
In november vorig jaar was het wel raak. De zeeweringen hielden het goed, maar de paarden die bij het Friese Marrum ingesloten waren door het water, spraken tot ieders verbeelding.
Het is dus niet alleen het zeewater dat tot rampen kan leiden, de rivieren spreken een woordje mee. Hevige regenval is de oorzaak. En als de rivier keurig binnen de dijken blijft, kan het grondwater ons nog parten spelen.
In Noord-Holland hebben zo'n 40.000 woningen regelmatig last van dat grondwater. Als er niet snel wat wordt gedaan aan verbetering van de rioleringen, dreigt er een grondwaterramp, meent Bouwend Nederland.
Bij wateroverlast door regen, zeker in combinatie met overlopende riolen, bestaat er een risico voor de volksgezondheid. Bacteriën en virussen kunnen tot vervelende kwaaltjes leiden.
Kortom: het water “bedreigt” ons van alle kanten. Gelukkig bijkomstigheid: we hebben tenminste water. Hoewel het kabinet ook daar in de toekomst problemen voorziet (hitte en droogte – grotere kans, kleine gevolgen).
Over de oplossingen voor de oprukkende wateroverlast verschillen de meningen ook. Dijken wel of niet verhogen, gebieden wel of niet beschikbaar maken als waterbekkens, regenwater wel of niet in de rioleringen laten lopen, een nieuw deltaplan, meer land voor de kust. Al die oplossingen zijn gebaseerd op uiteenlopende prognoses.
Maar één ding lijkt mij zeker: als door al die richtingenstrijdjes te laat aan maatregelen wordt begonnen, bestaat er een grote kans (met grote gevolgen) dat we bij de eerstvolgende watersnoodramp overgeleverd zijn aan politici van CDA, CU en PvdA, die kibbelen over wie en wat er in de ark van Balkenende geladen mag worden.
De kans is echter klein dat die richtingenramp ook wordt opgenomen in de scenario's van de overheid.