Investeren in onderwijs loont

Investeren in onderwijs loont Wilt u hier eens iets positiefs lezen over de laatste kabinetten Balkenende (III en IV)? Daar komt-ie dan: de investeringen in het onderwijs beginnen vruchten af te werpen. Een mbo-student is meer gaan kosten dan een student in het hoger onderwijs.

Nu zullen hier en daar de wenkbrauwen naar het plafond schieten. Investeringen leveren duurdere studenten op? Is dat dan de bedoeling?

Tja, één van de redenen dat het mbo het duurste vervolgonderwijs is geworden, is de toename aan leerlingen. Meer leerlingen kosten meer geld. Dat is nog geen investering, dat zijn gewoon de dagelijkse kosten. Steeds meer leerlingen blijven in het onderwijs na beëindiging van de volledige leerplicht. De grootste groei zat in het mbo (toename van 18 procent) en het hoger onderwijs (29 procent meer studenten).

Ondertussen kost een mbo'er bijna 2000 euro meer dan een hbo-student. Okee, er zijn meer mbo'ers dan hbo'ers. Maar er zijn meer redenen waarom een mbo'er aan de dure kant is.

De maatschappij al een tijdje te wachten op de betere vakman en de hoger opgeleide werknemer. Nou zit die maatschappij op wel meer zaken te wachten, waar dit kabinet een stuk minder investeringsbereid voor lijkt. Maar wat het onderwijs betreft lijkt het de goede kant op te gaan. Neem dat mbo. Een greep uit de investeringen die het kabinet heeft gedaan. Ik beperk me even tot het mbo.

Onder Balkenende III werd extra geld uitgetrokken voor meer stageplaatsen en leerbedrijven. Behalve in de gezondheidszorg is dat ook gelukt. In 2006 heeft een investering van 40 miljoen euro er toe geleid dat er genoeg leerwerkplekken zijn. Bovendien heeft men met 95 miljoen euro ondersteuning mogelijke gemaakt voor mbo'ers die het wat moeilijk hebben en dreigen uit te vallen. Balkenende IV doet er een schepje bovenop.
Het mbo krijgt twee jaar meer tijd (is geld) om
competentiegericht onderwijs te realiseren en krijgen bedrijven subsidie om nieuwe methoden voor praktijkleren te ontwikkelen. In augustus is een proef gestart om vmbo en mbo te combineren met als doel meer kans voor de leerlingen op een diploma op mbo2-niveau en hopelijk ook minder schooluitval. Het bijzonder eraan is dat leerlingen niet eerst een vbmo-diploma moeten halen, alvorens door te stromen en les krijgen op één locatie en met dezelfde vbmo- en mbo-docenten te maken hebben.

En wat te denken van de 116 miljoen dit jaar, bedoeld om de doorstroom vmbo-mbo-hbo te stimuleren en de studenten op ondernemerschap voor te bereiden. Om de zaak goed af te ronden doet het kabinet nog een duit in het mbo-zakje om er voor te zorgen dat het taal-en rekenniveau van mbo'ers wordt opgeschroefd.

Denk niet dat het mbo nu in weelde ronddobbert. Door het mbo met 155 miljoen euro te korten, denkt het kabinet de scholen te stimuleren hun leerlingen binnen te houden. Daartoe is de 2e teldatum ingevoerd. Hebben de mbo-instellingen op die datum nog steeds hetzelfde aantal leerlingen als op de 1e teldatum, dan kunnen ze alsnog die 155 miljoen krijgen.

Bovendien is het kabinet niet de enige die investeert in het mbo. Bedrijven zijn de belangrijkste particuliere geldverstrekker. Zij hebben meer betaald aan de stage- en leerwerkplekken. Ook de huishoudens, de ouders dus, hebben meer moeten bijdragen aan de lessen.

Maar goed, er zijn dus meer mbo-leerlingen die ook vaker hun diploma halen. En hoger onderwijs wordt steeds populairder. Althans, volgens de bronnen die u in de links hierboven aantreft (het CBS en de website regering.nl).

Borstklopperij van de overheid of komt de beter gekwalificeerde vakman en de hoger opgeleide werknemer er nu echt aan?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *