Wie zit er in een bestuur? Onder de lezers zitten vast mensen die voorzitter zijn van een sportclub of secretaris van een harmonievereniging. Zijn er onder hen die beide functies combineren? Dat kan dan handig zijn als de sportclub de competitie wint, een rondje door het dorp moet maken en op het plein verwelkomd moet worden met wat live muziek.
Wie wil er eigenlijk in een of ander bestuur zitten? Zijn er genoeg vrijwilligers om alle bestuursfuncties te vervullen? Geen idee. Maar ik vermoed dat op professioneel niveau er een ernstig tekort aan bestuursleden is. Heb je een vacature dan ligt het voor de hand als je iemand met bestuurservaring tegenkomt en die nog een gaatje vrij heeft zijn zij of haar agenda.
En zo gaat dat ook. Er is een groep mensen die van besturen hun dagelijks werk maken. In de commerciële sector bij tal van bedrijven, in de non-profit sector bij zorg-, onderwijs-, of belangenverenigingen. Om maar een deel te noemen.
Een bestuur komt niet dagelijks bij elkaar. Misschien ook niet wekelijks. Maar je mag er vanuit gaan dat de meeste besturen minstens maandelijks bij elkaar komen. Blijven er dus zo’n dag of 22 over voor de liefhebbers die dagelijks willen besturen. In de weekends wordt er niet bestuurd, natuurlijk. Dan is het toch niet gek dat iemand 22 bestuursfuncties heeft?
En zijn de vergoedingen een beetje redelijk, haal je er een even redelijk inkomen uit. Je kan wel gewoon werk doen, maar waar zouden we zonder bestuurders zijn?
Wie zijn er dol op besturen? Politici. Zelfs naast hun werk als volksvertegenwoordiger, hebben ze verschillende bestuursfuncties. Het volk vertegenwoordig je ook niet iedere dag, zeker de Eerste Kamerleden niet. Dus waarom het volk niet gediend door die broodnodige bestuursfuncties te vervullen? Hulde voor de betrokkenheid bij de samenleving, zou je zeggen.
Alles goed en wel, zegt de SP, maar het moet niet te gek worden. Ruim een jaar geleden nam de Tweede kamer een amendement van de SP aan, om het aantal nevenfuncties, dat een Kamerlid er op na mag houden, te beperken. Deels om belangenverstrengelingen te voorkomen, deels om te bevorderen dat bestuursleden en commissarissen hun werk goed kunnen doen. Een bestuurder met een overvolle agenda, kan bij een bedrijf of een organisatie wel eens iets over het hoofd zien. Gaat het dan fout, is hij of zij wel verantwoordelijk.
Bovendien, als al die bestuursfuncties maar door een beperkte groep mensen wordt bezet, krijg je concentratie van invloed en macht. En naar bijverschijnsel van het ‘old boys’ netwerk.
De SP ging de nevenfuncties van de Eerste Kamerleden na en kwam met een fraai overzicht (pdf!). Zes Eerste Kamerleden zitten aan het maximum aantal (neven)functies of gaan daar overheen. “Dat is 8 procent van alle senatoren; niet een te verwaarlozen percentage”, stelt de SP.
Die zes mogen er dus geen nieuwe functies meer bij aannemen, sommigen zullen zelf enkele functies moeten inleveren. Komen daardoor bedrijven of organisaties in problemen? Nee, stelt de SP, “van een ‘kaalslag’ absoluut geen sprake. Negenenzestig van de vijfenzeventig Eerste Kamerleden illustreren dit”.
Natuurlijk mag ook een parlementslid naast zij of haar werk een bestuursfunctie hebben. Elke andere ‘hardwerkende burger’ mag dat ook. Maar ik ben het eens met de SP dat de vrije tijd niet overladen moet zijn met nevenfuncties. Als ik, naast het bloggen, ook nog een stuk of tien bestuursvergaderingen moet afwerken, ben ik bang dat ik elke dag als een dweil op mijn werk arriveer.
En we moeten ook eens af van het begrip nevenfuncties. In sommige culturen is het heel gewoon de neven in de familie aan baantjes te helpen. Dat is helaas ook vaak de gewoonte in landen, die bekend staan om corruptie. Waarom wordt dat door velen veroordeeld, terwijl we hier precies dezelfde gang van zaken kennen. Het mag dan niet direct om familieleden gaan, maar ik denk dat de ‘old boys’ wel heel familiair met elkaar omgaan.
Old boys in Eerste Kamer.
Geef een reactie