Het is 2003. Mark Rutte is staatssecretaris van Sociale Zaken onder Balkenende II. Heel even maar, want een jaar later moest hij partijgenote en collega op Onderwijs vervangen, omdat haar baas, de CDA minister van Onderwijs, haar staatssecretaris niet meer kon luchten of zien.
In dat jaartje op Sociale Zaken kreeg Rutte de ‘Wet werk en bijstand’ erdoor. Die verving de Algemene Bijstandswet, de Wet inschakelingen werkzoekenden en nog wat regelingen. Het doel was het realiseren van werk boven inkomen te stellen. Die wet had onder andere prachtige reïntegratieprojecten tot gevolg.
Het is 2011. Die wet, zijn eigen wet dus, gooit Rutte nu in de prullenbak, want hij heeft een veel beter plan: de Wet werken naar vermogen. Die vervangt de Wet werk en bijstand, de Wet op de sociale werkvoorziening (Wsw) en nog wat regelingen. Het doel is werk boven inkomen (pdf- zie bldz. 20) te stellen. De wet heeft onder andere tot gevolg de afbraak van de sociale werkvoorziening.
Zoek de zeven verschillen.
De Wet werk en bijstand heeft, volgens critici, een godsvermogen gekost. Maar Rutte is niet te beroerd zijn eigen geldvretende wet te vervangen door een wet vol bezuinigingen. Geïnspireerd door zijn peetvader Gerrit Zalm, is een overschot op de rijksbegroting het Grote Doel. Zalm was ook de man die niet wist wat een halfje bruin brood kostte en armoede maar een relatief begrip vond. In een interview met het AD in 2005 zei Zalm: “Alleen met nul mensen in de bijstand zal de armoede weg zijn. Dat zal dus niet gebeuren”.
Nu werd Zalm gezien als de premier achter de premier (Balkenende). Mark Rutte is Zalm in status voorbij gestreefd en zal zijn peetvader nu een lesje leren. Nul bijstandtrekkers onmogelijk? Ha, let maar eens op vadertje Zalm!
Rutte moest natuurlijk de juiste partners vinden voor zijn ideaal. In 2004 pleitte hij samen met Melanie Schultz-Van Haegen nog voor een socialer gezicht van de VVD en hield zelfs een samengaan met D66 en PvdA voor mogelijk. Waar hij dat geloof heeft verloren is niet helemaal duidelijk, want we weten inmiddels welke samenwerking hij wel heeft gezocht.
In het Kamerdebat vandaag, waar de oppositie Rutte hard op zijn sociale gezicht probeerde te timmeren, verdedigde Rutte de noodzakelijkheid van zijn bezuinigingen: het kost echt teveel, mensen. Maar Rutte is niet alleen beter dan zijn peetvader, hij is ook de meester van de handreiking. Hij beloofde in de aanloop naar Prinsjesdag extra secuur te kijken naar de koopkracht van degenen die getroffen worden door zijn beleid.
Extra secuur? Oh nee, hè? Hij zal toch niet denken dat er nog meer te halen is aan de onderkant van de samenleving?