Minister Ter Horst heeft gesproken en de PVV kan gerust zijn. Mocht de partij het land regeren, dan wordt van ambtenaren niets anders verwacht dan wat ze nu ook doen. Ambtenaren die het dienen van het land niet met hun geweten in overeenstemming kunnen brengen omdat de samenstelling van het kabinet hun niet bevalt, moeten opstappen.
Minister Ter Horst beantwoordde vragen van de PVV, die de partij stelde naar aanleiding van een onderzoek onder ambtenaren en waaruit bleek dar 70 procent het een drama zou vinden als de PVV het land gaat regeren. Nog meer ambtenaren, 85 procent, denkt dat de bestuurlijke kwaliteiten van de PVV matig tot slecht zijn. Ruim 50 procent zegt niet onder een PVV-minister te willen werken.
De PVV wilde van de minister weten wat zij er nu van vindt dat “meer dan de helft van uw ambtenaren die betrokken zijn bij het onderzoek aangeven niet onder een PVV-bewindspersoon te willen werken“.
De minister hield zich wijselijk op de vlakte: “Nederlandse ambtenaren zijn vrij in hun politieke voorkeur. Het past een bewindspersoon daarom niet hier meningen over te ventileren“.
Wel voegde ze haar kijk op de politiek-ambtelijke geschiedenis aan toe: “Voor zover mij bekend is, ook in voorgaande kabinetsperiodes, in algemene zin nooit gebleken dat ambtenaren een gebrek aan loyaliteit ten opzichte van een bewindspersoon van welke politieke kleur dan ook vertoonden“.
Op de vraag of een eventuele weigering van een ambtenaar om voor een PVV-bewindspersoon te werken, in strijd is met de ambtseed, antwoordde de minister: “Zoals hun ambtseed aangeeft, dienen ambtenaren immers bovenal de wet te respecteren. Een ambtenaar die zich om andere redenen niet kan verenigen met het beleid dat hij moet uitvoeren, zal ten slotte een andere baan moeten zoeken“.
Het ARAR (Algemeen Rijksambtenaren Reglement) noemt in artikel 51 die ambtseed. Elke ambtenaar dient die eed af te leggen. De mogelijkheden om daar onderuit te komen zijn vrijwel nihil. Toch kan een ambtenaar in het nauw komen, want hoe zou hij/zij lid 2 en 4 van artikel 58 interpreteren, als een situatie niet naar de zin is?
Daarin is bepaald dat een ambtenaar verplicht kan worden tot andere werkzaamheden dan waarvoor hij eigenlijk is aangenomen, in uitzonderlijke tijden als oorlog, maar ook andere buitengewone omstandigheden. Bij de toepassing van dit voorschrift wordt zoveel mogelijke rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de ambtenaar.
Zouden de ambtenaren die vrezen voor een PVV-regering, die “buitengewone omstandigheden” en “persoonlijke omstandigheden” zo kunnen interpreteren, dat ze hun gezworen democratische verplichtingen niet na hoeven te komen?
Bij werkweigering in dit kader, kan door toetsing door een rechter worden bepaald of een ambtenaar zijn biezen dient te pakken. Jammer dat er nog geen onderzoek onder rechters is gedaan, hoe zij denken te vonnissen onder een PVV-regering.
Nu zullen er aardig wat mensen zijn dat de ambtenaren zo'n standpunt innemen omdat ze vrezen voor hun baantje. De PVV heeft immer de afslanking van de overheid op het programma staan. Anderen zullen stellen dat hier alweer de ambtelijke minachting voor de parlementaire democratie blijkt.
Een eerder onderzoek liet zien dat ambtenaren niet zo'n hoe pet op hadden van de bekwaamheden van de parlementariërs. Ruim driekwart vindt dat de Kamerleden onvoldoende juridische kennis heeft. Ruim de helft vindt dat ze ondeugdelijke wetten aannemen en 46 procent zou blij zijn met minder Tweede Kamerleden.
Het huidige standpunt over loyaliteit onder PVV-bewind riekt dus sterk naar ambtelijke beïnvloeding van de publieke opinie. Hadden de ambtenaren dan niet mee moeten doen aan dat onderzoek en hun mond stijf gesloten moeten houden?
Zeker niet. Niet allen de ambtenaar, ook elke burger zou zich moeten afvragen of er omstandigheden kunnen zijn, waar grenzen liggen aan loyaliteit jegens de democratie. Bijvoorbeeld als er partijen gaan regeren die van plan zijn een deel van de bevolking van die democratie uit te sluiten. Of die grondwettelijke rechten slechts wensen voor te behouden aan een select deel van de burgers.
Toch is het voor de beurt gepraat. Regeringsdeelname van de PVV mag dan in de peilingen een optie zijn, of het er in de praktijk ook van zal komen is sterk de vraag. Wat dan wel een interessante vraag is: hoe denken ambtenaren over hun loyaliteit aan andere partijen, die standpunten van de PVV sluipenderwijs in hun programma's opnemen, in de hoop een deel van het PVV-electoraat voor zich te winnen?