Werknemers op het olieveld in Nafoora (Libië) zijn in staking. Daar komt voorlopig geen olie mee vandaan. Eén van de berichten op de zender Al Jazeera, over het uitermate onrustige Libië.
Gisteren leek het er even op of het regime van Kadhaffi (Gadaffi genoemd in de berichten uit die omgeving) zijn laatste uren beleefde. Een toespraak van een van zijn zonen, Saif, op een Arabische zender maakte duidelijk dat de Gadafficlan zich niet gewonnen wenst te geven.
Misschien verveelt het je als ik er over doorga of boeit het je helemaal niet. Dat behoort natuurlijk tot de vrijheden die wij hier kennen. Collegablogger Berend Quest hield gisteren een twitterenquête en vroeg wat lezers onder vrijheid verstaan. Zou je nu zo’n enquête in de landen in Afrika, Midden-Oosten en Azië houden durf ik te wedden dat er heel andere antwoorden uitkomen. Eén van die antwoorden is, dat men verveelt is geraakt van langdurige en dictatoriale regimes. Wat veel mensen nu boeit is een verandering van bestuur en staatsinrichting.
Blijkbaar kan een verandering in Libië niet door netjes naar de stembus te gaan. Volgens laatste twitterberichten worden in de hoofdstad Tripoli nu overheidsgebouwen en politiebureau’s in de fik gestoken. Dat had misschien niet zover gekomen, als Gadaffi even rustig had gereageerd als de overheid in Marokko. Of even snel veranderingen had aangekondigd als de regeringen in Tunesië en Jordanië. In Libië worden echter huurlingen ingezet om met scherp te schieten op de lokale bevolking. Er zijn al meer dan 330 doden gevallen.
Ondertussen is de hele regio in beweging. In zeker 14 landen vinden demonstraties plaats. Wat in Tunesië begon alk de jasmijnrevolutie, spreidt zich als een olievlek uit en inspireert zelfs tot ver daarbuiten. In China zijn eerste pogingen tot demonstraties verijdeld door de regering. Wat heeft dat allemaal met ons te maken?
Meer dan we misschien beseffen. De onrust in olierijke landen als Libië, Koeweit, Iran, Irak en Algerije kan gevolgen hebben voor onze economie. Als de stabiliteit in al die landen lang onzeker blijft, kan het vluchtelingenstormen op gang brengen (zie Tunesië) of op zijn minst een toename aan politieke vluchtelingen veroorzaken. Alleen die twee zaken al, kunnen er toe leiden dat ook wij voor nieuwe keuzes komen te staan.
Het gaat in die landen niet alleen om grotere vrijheid, het gaat ook om armoede. Het is niet voor iets dat de eerste toezeggingen die de regimes doen, verbetering van lonen en prijzen betreffen. Armoede is al eeuwen de bron voor onrust over heel de wereld. Onrust die er herhaaldelijk toe heeft geleid dat de V.S. en Europa gemotiveerd waren met economische en militaire middelen in te grijpen.
Het is voor iedereen, denk ik, begrijpelijk dat de bevolking dat soort onrust een keertje zat is. En wij? Moeten wij herhaaldelijk verdeeld raken als er weer eens over een missie, die rust en democratie moet helpen bewerkstellingen, gediscussieerd moet worden? Moeten we ook even verdeeld raken als er over immigratiestromen gepraat moet worden?
Of worden we onze eigen onrust ook een keertje zat? In dat geval is steun aan de protesterende mensen zeker op zijn plaats.
Het is moeilijk te bepalen wat voor steun dat moet zijn. Het minste is actief in de sociale media de berichten volgen en er over communiceren. Dat wordt in die landen zeker opgemerkt. Actievoerders zoeken wegen hun kanalen open te houden, de regimes proberen dat te verstoren of af te sluiten.
Verder kun je de jou bekende politici mailen en ze vragen hun acties te ondernemen. Veroordelingen van het geweld, sancties tegen de regimes die er op los knallen, het opzetten van hulp om ziekenhuizen te bevoorraden en het onmiddellijk stopzetten van elke wapenleverantie.
Wie meer ideeën heeft, mag het hier melden. Ondertussen kun je op Sargasso deze open draad volgen. Of volg zelf Al Jazeera en Libische twitteraars als ShababLiya en SultanAlQassemi. Wie de meest betrouwbare bronnen weet te vinden, mag dat ook hier melden.
Zouden we met elke vorm van aandacht of steun olie op het vuur gooien of is nu niets doen ook een keuze?
Tag archieven: Azië
Steun de roependen in de woestijnen.
Gisteren vroeg ik me af waarom het in de Nederlandse blog- en twittersfeer zoveel rustiger is over de protesten in de Noord-Afrikaanse, Midden-Oosten en Aziatische landen, dan tijdens de Egyptische rally’s. Treedt er mediamoeheid op? Zijn er twijfels over de aard en afloop van de protesten? Leeft het minder omdat er geen live televisiebeelden zijn?
Er is minder zichtbaar, maar de ernst is er niet minder om. In Bahrein en Libië heeft het leger mensen doodgeschoten. Toch gaan ook vandaag weer mensen de straat op om meer vrijheid te eisen. Voor morgen staan demonstraties gepland in Algerije en Marokko. In Jemen blijft het onrustig en ondertussen heeft ook Djibouti zich bij de ontwikkelingen aangesloten. Ook in Koeweit waren er protesten. Hier gingen statenlozen de straat op om een einde van hun pariabestaan te eisen.
Misschien wordt het ons teveel? Het is niet mee goed bij te houden. Wat op 17 december 2010 in Tunesië begon, had snel gevolgen in Jordanië, Jemen, Algerije. Egypte, Syrië, Bahrein, Iran, Libië, Irak, Djibouti en Oman (chronologische volgorde, zie dit NOS-overzicht).
Zowel in Tunesië als in Egypte, de twee inspirerende voorbeelden voor de andere landen, is de onrust nog niet voorbij. De overheid heeft toegezegd de gewenste veranderingen door te zullen voeren. Dat kost natuurlijk tijd. In die tijd is niet iedereen even gerust over de goede afloop.
In Egypte probeert het leger de rust te herstellen, onder andere omdat de economie flink te lijden heeft onder de openbare manifestaties. Er is een stakingsverbod afgekondigd. En dat maakt de mensen opnieuw argwanend. Een staking kunnen houden hoort immers tot een van die vrijheden waar het ze om te doen is? Misschien willen de Egyptenaren wel over tot de orde van de dag, maar zo’n verbod kan wel eens nieuw olie op het vuur zijn.
Maar goed, in Egypte is men een stapje verder dan in de andere landen. Waarom krijgen die niet de massale aandacht en steun, die de Egyptenaren mede heeft geholpen vol te houden? Worden in Libië, Bahrein, Iran en Irak andere eisen gesteld dan in Tunesië en Egypte?
Nee. In alle gevallen gaat het om meer vrijheid. Aan de basis van de onrust lijkt het hier en daar om rivaliteit tussen bevolkingsgroepen te gaan (Libië en Irak bijvoorbeeld), maar in wezen gaat het om protesten tegen de dominantie van regimes, die niet beroerd zijn om de bevolkingsgroep waartoe ze zelf behoren, met corruptie en geweld de overheersende posities en rijkdom toe te bedelen.
Hier voeren we discussies over wat vrijheid in moet houden. Wel of geen scherpe cartoons, wel of geen politieke partijen met een bedenkelijk programma. Die discussie moet ook worden gevoerd. Vrijheid is geen objectieve waarheid. Het is wel zo prettig dat je het daar over kan hebben, zonder van de straat geknald te worden. Dat is de enige reden, waarom de roependen in de woestijnen van Noord-Afrika en Azië onze steun verdienen.
Als we ze wel willen steunen, hoe kan dat dan? Om te beginnen door op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen. Het zal de media en hopelijk ook de mensen in die landen, niet ontgaan dat er massaal wordt afgestemd op de nieuwsgaring uit (onder andere) Bahrein, waar het leger zich heeft teruggetrokken, maar de politie nog wel optreedt tegen demonstranten. Of uit Algerije, waar de politie vandaag demonstraten van de straat knuppelt. Volg het nieuws over Marokko, waar de regering heeft beloofd rustig te reageren op de aangekondigde demonstraties van morgen. Volg ook de live blogs van Al JAzeera over Libië, Bahrein, Algerije en Egypte.
Verder kun je de sociale media gebruiken om te reageren op berichten die nog wel over de wereld worden gestuurd via Twitter, Facebook of Youtube. Libië heeft die kanalen dichtgegooid, maar dat betekent niet dat er op de vrije kanalen gezwegen moet worden over dat land.
Tot slot: Obama heeft het geweld veroordeelt. Dat kunnen we ook eisen van onze regering. Rutte en Rosenthal hoeven niet te wachten tot de EU-bijeenkomst op maandag. Rutte mag zijn weekendje skiën afbreken, om ambassadeurs van de gewelddadige regimes op het matje te roepen. Rosenthal mag nu al verzinnen welke concrete stappen hij gaat voorstellen. Dat mag, dat moet massaal getwitterd, geblogt en gemaild worden. Zoek de twitteraccounts van Rutte, Rosenthal en het ministerie van Buitenlandse Zaken maar op. Of stuur mails via de websites van Algemene Zaken (Rutte) en Buitenlandse Zaken.
Krijgen de roependen in de woestijn je steun?
Aardbeving, tsunami en gevolgen
Het leven is een film. Dat wil zeggen, volgens verhalen met een hoog broodje aap gehalte, speelt die film zich vaak af, net voor je geconfronteerd wordt met einde van dat leven, als je getroffen wordt door een ongeluk of een ramp.
Ik vraag me nu af of in landen rond de Grote Oceaan zich op dit moment taferelen afspelen, die doen denken aan rampenfilms. Films waarin de autoriteiten weten wat er op ze afkomt en de kijker in spanning wordt gehouden of ze de bevolking wel op tijd kunnen evacueren.
Na de aardbeving in Chili, geldt nu een tsunami-alarm. Binnen 17 tot 31 uur kan de tsunami de andere kant van de Grote Oceaan bereiken, De eilandengroep Juan Fernandez, tussen de Chileense kust en de Paaseilanden is al flink geraakt. Ook de Galaposeilanden zijn al getroffen en daar is het gelukkig meegevallen, Hoe het er aan toe zal gaan in Samoa, dat vorig jaar september al een tsunami over zich heen kreeg en Hawaï of Japan, moeten we afwachten en zullen we pas morgen weten.
Op CNN is de hele dag al nieuws over en uit Chili te volgen. Met ter afwisseling informatie over hoe de tsunami zich vermoedelijk zal ontwikkelen. De eerste beelden van de gevolgen van de aardbeving worden inmiddels vertoond. Echter (nog) geen beelden uit de landen waar men zich moet voorbereiden op de tsunami. Zijn de CNN-teams al lang vertrokken uit de bedreigde gebieden?
Of is het niet rampzalig genoeg? De eerste berichten melden dat het meevalt met de gevolgen van deze tsunami. In Australië is het alarm zelfs ingetrokken. Nu maar hopen dat het verder rustig blijft.
Dat er vooral veel materiële schade is en relatief weinig mensen zijn omgekomen, naar tot nu toe bekend is, mag misschien wel te danken zijn aan een combinatie van ervaring, geld en voortschrijdende techniek.
In Chili en Japan heeft men heel wat ervaring met aardbevingen en heeft men de mogelijkheid gehad diverse preventieve maatregelen te nemen tegen gevolgen van aardschokken. Zoals het maken van gebouwen die een schok kunnen verduren en waarschuwingssystemen.
Na de tsunami in Azië (2004) is aardig wat geïnvesteerd in verbetering van een waarschuwingssysteem. Maar of verschillende landen er ook wat mee kunnen? Dat hangt natuurlijk sterk af van hoe goed organisatie, menskracht en ondersteunende techniek ter plaats is geregeld.
De rijkste landen (o.a. Japan) zullen er meer mee kunnen, dan de armste landen. We zijn nog niet zover dat we aardbevingen en tsunami’s kunnen voorkomen. Afhankelijk van de kracht van deze natuurfenomenen, zullen ook nooit slachtoffers te voorkomen zijn. Wat wel kan is de welvaart mondiaal zo verdelen, dat wereldwijd iedereen zich zo goed mogelijk kan voorbereiden om het aantal slachtoffers te beperken.
Maar ja, het geeft natuurlijk wel een heel goed gevoel ruimhartig de portemonnee te trekken, als een land niet zo goed in staat is voorbereiding en adequate hulpverlening achteraf zelf te bekostigen.