“In een tijd waarin het maatschappelijk vertrouwen in de wetenschap steeds belangrijker wordt, is het van wezenlijk belang dat het wetenschappelijk onderzoek zelf beantwoordt aan de hoogste ethische normen“.
(Quote uit persbericht NWO, betreffende themabijeenkomst over wetenschappelijke integriteit).
Toeval of niet, net op het moment dat wetenschappers boos zijn op minister Cramer, die foutloze wetenschap eist, omdat zij vindt dat haar integriteit geschonden is door wat rekenfoutjes in het IPCC klimaatrapport, is de KNAW (Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschap) druk doende een themabijeenkomst voor te bereiden die 8 maart gehouden zal worden.
“Nederland lijkt met een wetenschappelijke gedragscode (VSNU), het Landelijk Orgaan voor Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) en de gedragscode belangenverstrengeling van NWO de zaak goed op orde te hebben“, zo stelt de KNAW.
In 2001 hadden KNAW, NWO en VSNU al nagedacht over hoe wetenschappelijk wangedrag zoals plagiaat, het vervalsen of onvolledig weergeven van onderzoeksresultaten, kan worden voorkomen.
De bijeenkomst in maart kan ‘foutloze wetenschap’ aan de agenda toevoegen. Onvolledig weergeven van onderzoeksresultaten kan al tot heel vervelende maatschappelijke discussies leiden. Maar dan hebben we het misschien over doelbewuste manipulatie van de gegevens. De vraag is of het maken van onbedoelde fouten ook onder onjuist ethisch handelen valt. Minister Cramer vindt van wel.
Nu zal de reputatie van elke wetenschapper er niet beter op worden als er fouten worden gemaakt. Dus je mag aannemen dat een wetenschapper een rapport wel vier keer tegen het licht houdt, alvorens er mee naar buiten te komen.
Dat wordt lastiger als de druk wordt opgevoerd, omdat politici snel resultaten willen hebben, omdat het maatschappelijk vertrouwen in hen op het spel staat. Misschien is het aardig als de wetenschappers in maart elkaar ook voorhouden niet te zwichten voor tijdsdruk. Gedegen onderzoek kost tijd en kan zelfs jaren duren. Kwestie van beroepsintegriteit om voor degelijkheid te gaan en niet voor de waan van de dag.
Tag archieven: Cramer
Stil verkeer onmogelijk.
We hadden al stil asfalt, stille banden, geluidschermen en 80 km-zones, nu krijgen we er een plafond bij. De ministerraad ging vandaag akkoord met een wetsvoorstel van minister Cramer (VROM) om geluidsproductieplafonds in te stellen.
Alle maatregelen voor stiller verkeer zijn blijkbaar niet voldoende. De toename van geluid door groeiend verkeer kan door de huidige wetgeving niet worden beteugeld. Het geluidsproductieplafond moet daar een einde aan maken. Rond rijkswegen en hoofdspoorwegen worden maximale geluidwaarden vastgelegd, die ook bij groei van verkeer niet overschreden mogen worden. Met de maatregel hoopt men een miljoen woningen beter te beschermen tegen geluidsoverlast.
Gek dat de huidige wetgeving niet opgewassen is tegen de toename van verkeer. Regeren is vooruitzien, toch? Laat wat ingenieurs voorrekenen hoeveel geluid je kan dempen met zoab, geluidschermen en verlaging van snelheden, gooit het samen met een prognose van de te verwachten verkeerstoename in een computer en dan moet er toch iets uitrollen waar je goed beleid mee kan maken.
Zo werkt dat niet. De huidige wetgeving is vooral van toepassing op wijzigingen van auto- of spoorwegen. Ofwel: het asfalt en de rails. Er is geen rekening gehouden met wat er aan blik en staal overheen zal denderen. Goed dus, dat daar nu wel wat aan wordt gedaan. Regeren kun je ook beter laat dan nooit.
De oorzaak van de stijgende geluidsoverlast wordt dus toegeschreven aan de toename van het verkeer. Dat is lastiger aan te pakken dan het plaatsen van extra en betere geluidschermen, het bepalen van snelwegpanorama’s als geluidsbuffer of de campagne voor stille banden nog eens nieuwe leven in te blazen.
Hoewel er aan de elektrische auto nog wat nadelen zitten, is het voor het geluid heel aardig dat het kabinet 65 miljoen euro gaat besteden aan versnelde invoering van dat vehikel. Het gezoem van die auto’s kan de geluidsoverlast flink reduceren.
Grote vraag is: wat gaat de maximale waarde van een geluidsproductieplafond worden? In de huidige Wet Geluidhinder (pdf!) staat dat de geluidbelasting, veroorzaakt door de aanwezigheid van een weg, op de gevel van een woning niet meer dan 48 dB mag zijn. Ter vergelijk: gehoorschade treedt op bij 80 dB, verstoorde nachtrust bij 50 dB.
Het ministerie van VROM legt in haar FAQ uit dat een drukke verkeersweg op 10 meter afstand al 80 dB produceert. In diezelfde FAQ meldt het ministerie dat bij de geluidsdoelstellingen voor wegverkeerslawaai bij woningen nergens meer dan 70 dB te horen is.
Daar worden we niet wijzer van 48 of 70 dB? Wat al niet haalbaar is bij een drukke verkeersweg.
Het zou mooi zijn als het nieuwe geluidsproductieplafond de 48 dB als maximum stelt. Liefst nog een paar decibelletjes minder. Maar dan zullen er niet alleen meer en betere geluidsdempende voorzieningen moeten komen. Zolang heel het land niet in elektrische auto’s rondtuft, zal ook de toename van het verkeer zal ingedamd moeten worden. En da’s natuurlijk niet goed voor De Economie. Ik verwacht dat het geluidsproductieplafond de maximale geluidslast rond de 48 dB zal houden. Waarmee er weinig essentieels is veranderd.
Nederland rommelmarkt
“De ruimtelijke inrichting van Nederland verandert, dat is zeker. Maar om te weten of zij rommeliger wordt, moet je voor ogen hebben hoe Nederland eruit behoort te zien”. Dat zei Wim Derksen, directeur van het Ruimtelijk Planbureau, in een artikel van de VNG in 2007.
Misschien moet dat anders worden geformuleerd worden. De rommeligheid van het Nederlandse landschap wordt bepaald door wat iemand zich voor zijn ogen ziet afspelen. Zo vindt minister Cramer, verantwoordelijk voor Mooi Nederland, een snelweg natuurlijk niet het fraaiste element van het landschap, maar het is wel de locatie van waaruit je een mooi uitzicht hebt op zeer gewaardeerde panorama's.
Ze schreef een burgerraadpleging uit en distilleerde daar een top-tien van de favoriete snelwegpanorama's die door filerijders zijn aangewezen. Behalve de Veluwe, werden ook de Moerdijkbrug, de Brienenoordbrug en de Afsluitdijk bestempeld als hemelse uitzichten.
Ook vier provinciale bestuurders deden mee. De commissarissen der koningin kozen natuurlijk voor hun eigen provinciale asfalt, waar nog aardig wat natuur langs ligt.
De gezamenlijke Provinciale Milieufederaties doen de burgerraadpleging nog eens over. Tot juli kun je stemmen op één van de zes genomineerde rommeligheden in jouw provincie. Op de website verknipt landschap konden burgers plekken melden die hun een doorn in het oog waren. Tevens kon met oplossingen aandragen om die rommel op te ruimen. In oktober willen de Provinciale Milieufederaties aan de slag met het opschonen van de meest verrommelde plekken.
Hoewel minister Cramer met 13 miljoen euro zuinig ruimtegebruik wil stimuleren, verrommeling wil tegengaan en mooiere steden en landschappen wil creëren, vinden de Provinciale Milieufederaties dat de bestaande verrommeling ons landschap blijft ontsieren en ontstaat er nog steeds nieuwe verrommeling. Ze vinden het hoog tijd dat de verrommeling van Nederland echt wordt aangepakt en opgeruimd.
Wie wil stemmen moet op de website op een wat ingewikkelde manier de genomineerde plekken zien te vinden. En dan zie je dat er net zo verschilend over rommelig landschap wordt gedacht, als voer snelwegpanorama's.
Zo wordt een bouwlocatie bij Pijnacker (Zuid-Holland) een lastige puinhoop gevonden, die met geluidswallen en schermen aan gehoor en gezicht onttrokken zou moeten worden. Een recreatiepark in het Lauwersmeergebied (Friesland) mag nog zulke fraaie bungalows hebben, maar het aantal moet beperkt worden. In Zeeland zouden de borden weggehaald moeten worden, die actievoerders van de Groene Leugen in de akkers hebben geplaatst. De Groene Leugen is een initiatief van ondernemers die zich zwaar gehinderd voelen door milieuorganisaties.
Tja, de een zijn rommel is de ander zijn brood. Nederland is zo klein dat het niet veel moeite moet kosten het een beetje netjes te houden. Toch is dat tot één van de belangrijke problemen van dit land gebombardeerd.
Werken, recreëren en natuurbehoud moet samen gaan. Dat wordt dus puzzelen op de vierkante centimeter. En hoe lovend het ook is dat minister Cramer en de Provinciale Milieufederaties de burger raadplegen, zo kom je er niet uit. De “wisdom of the crowds” werk hier niet. Iemand die de Randstad ontvlucht om landschappelijk te gaan wonen, ziet natuurlijk liever geen loods van een betonbedrijf naast zich. En de boer, hij ploegt voort en ziet zijn akker niet graag onder water gezet.
Is Nederland te klein voor natuur? Of moeten we “rommel” tot onze natuur rekenen?
België in tas en as
De Belgen kopen veel te veel herbuikbare tasjes. Ze kosten amper wat, dus wie de vorige week gekochte tas vergeet, gaat niet terug naar huis om die netjes op te halen.
De supermarkttasjes vormen wereldwijd een grote plaag. Jaren geleden zag ik al, op een trip door een stukje woestijn, duizenden plastic tasjes meegevoerd worden door de woestijnwind. Een bizar gezicht.
Begin dit jaar vroeg GroenLinks aan milieuminister Cramer om maatregelen. Nou wil GroenLinks nooit meer geafficheerd worden als dictatoriale communisten, dus vroeg men de minister vrijwillige afspraken met de winkels te maken. En ja, mocht dat niet helpen, dan moesten de tasjes maar wat duurder worden.
Hoe duur moet zijn tasje wel niet zijn, wil zo'n maatregel effect sorteren?
In China koos men voor een radicaler besluit. Maar ja, dat zijn nog steeds van die communisten, niet waar? In China is dat plastic tasje verboden.
De oplossing is natuurlijk veel simpeler. Geen tasjes meer aanbieden. Die keuze zal niet snel worden gemaakt, want een deel van de verpakkingsindustrie stort dan in.
Maar men zou wel meer regie kunnen voeren. De supermarkt koopt wat tasjes in en als ze op zijn, dan is het gewoon een maandje wachten tot er weer een nieuwe voorraad is. Een jaar later wordt de tasloze periode twee maanden, het jaar daarop, een kwartaal. Wellicht gaan de klanten op den duur wat zorgvuldiger om met hun herbruikbare tasjes.
Mocht dat nou ook niet helpen, ja, dan gewoon stoppen met de productie van die dingen.
Het kan ook anders. Op momenten dat de winkel door de tasjes heen is, kan men ook een actie starten de tasjes weer terug in de winkel te krijgen.
De tasjes kunnen ook als “spaarpunten” gelden. De klant die er vjjf teruglevert krijgt 5 procent korting op zijn aankoop, Wie er tien teruggeeft krijgt 7,5 procent korting. Zoiets.
De teruggeleverde spaarpunttasjes gaan natuurlijk onmiddelijk weer de verkoop in.
Misschien moeten creatieve techneuten aan de slag. Is er niet een tas te ontwerpen die je de deur uit kan sturen om een boodschapje? Boodschappenlijstje intikken, klikken op de knop 'Start' en terwijl je lekker op de bank je favoriete soap ligt te kijken, komt het ding een uurtje later volgeladen terug.
Heeft u een andere oplossing?
Hoe ruim je rommel op
Als je een dakkapel op je huis wil zetten of een hek rond je tuin wil plaatsen, dan is daar een vergunning voor nodig die aan een aantal regels is gebonden. Die regels moeten voorkomen dat Nederland een rommelig uiterlijk krijgt.
Nou geldt hetzelfde voor bedrijven en gemeenten, maar blijkbaar is daar iets goed mis gegaan. Want ineens is er de taskforce 'Mooi Nederland'. Rijksoverheid (VROM, LNV, EZ), provincies (IPO) en gemeenten (VNG) gaan de krachten bundelen om de hoeveelheid rommel die bedrijventerreinen leveren grondig aan te pakken.
Diverse deelnemers in die taskforce hebben verschillende opvattingen over hoe mooi nederland is. Op de website van het VNG zegt een SGP-wethouder uit Kampen, die op reisjes naar Zeeland zowel mooi ingepaste bedrijfsterreinen ziet, als foeilelijke lokaties, dat het landschap ernstig wordt ontsierd. De directeur van het Ruimtelijk Planbureau vindt het te gemakkelijk om te zeggen dat je tegen verrommeling bent en zegt: “De ruimtelijke inrichting van Nederland verandert, dat is zeker. Maar om te weten of zij rommeliger wordt, moet je voor ogen hebben hoe Nederland eruit behoort te zien.”
Tja, nu maar hopen dat de taskforce in mei 2008 met het gevraagde advies kan komen. Minister Cramer van VROM zit ondertussen niet stil. Eerder dit jaar wilde ze weten hoe het landschap langs snelwegen er uit zou moeten zien. De snelwegen zelf laat ze natuurlijk met rust, gevoelig thema, maar wat de automobilist van achter zijn stuur wenst te zien, vind ze veel interessanter. En wat was het resultaat? De één geniet 's avonds en 's nachts van de verlichte raffinaderijen in het Rijnmondgebied, een ander prefereert een weidse blik over veengebieden bij Zoeterwoude. De Moerdijkbrug is voor iemand het meest mooie om naar uit te kijken, terwijl weer een ander wegzwijmelt bij de houtwallen essenrijen die het landschap doorsnijden bij Staphorst.
Tot zover de keuze van de burger. Provinciale bestuurders waren erg gecharmeerd van een blik op de Zeeuwse delta of van een rij windmolens lang het Tjeukermeer.
Zoveel zielen, zoveel uitzichten. Wat me terugbrengt naar de directeur van het Ruimtelijk Planbureau, die zich afvraagt of de rijksoverheid wel met straffe hand de regie over de inrichting van het landschap moet nemen. Want valt er uit zoveel meningen wel een algemeen beleid te formuleren?
Zijn vraag over wat we onder rommel verstaan, zal ook geen eenduidig antwoord opleveren. Duidelijk is wel dat als Nederland wordt vol geplempt met raffinaderijen of fabrieksloodsen het niet goed is voor de ecologsiche hoofdstructuur. Louter alleen weidse weiden en beboste bermen is een stuk frisser, maar dat kan onze economie weer niet hebben. Wat dan wel?
Architecten en planontwikkelaars zouden de opdracht moeten krijgen meer gevarieerd te bouwen. Daar wordt het nog rommeliger van, zeker. Maar dat kan ook mooier zijn. Als je nu langs neerlands snelwegen jakkert, trekken herhaaldelijk deja vues van gelijk uitziende bedrijfsterreinen aan je voorbij. Het is dat je TomTom zegt dat je ergens anders bent, maar het idee dat je geen meter opgeschoten bent wordt hier sterk door bevorderd.
Dat geldt ook voor woonwijken. Waar je ook bent in Nederland, het blijft frappant hoe verschillende wijken op elkaar lijken. De diversiteit aan inwoners mag ook tot uitdrukking komen in een diversiteit aan bebouwing.
Tot slot kan de overheid ook zeggen: laat de boel eens met rust. De overheid kan een halt toeroepen aan nieuw te bouwen bedrijfslokaties, die vervolgens jaren leegstaan. Laat bedrijven eerst de nu nog leegstaande complexen bezetten. Pas als een dringende noodzaak aan nieuwbouw is aangetoond, kan overwogen worden daar een leuk plekje voor uit te zoeken.
Stel je bent bevordert tot rijksbouwmeester. Hoe mooi zou jouw rommel nederland dan maken?
Ter elfder ure
Als jij denkt dat het 5 voor 12 is, meent een ander dat we ter elfder ure leven. Roept iemand dat het tijd om keuzes te maken is, wil een ander er een nachtje over slapen.
Na Al Gore komt nu ook Leonardo DiCaprio met een film over de de toekomst van de aarde. In The 11th Hour wordt nog eens uitgelegd dat mensen moeten beseffen een onderdeel van de natuur te zijn. Zonder die natuur ziet het er slecht uit. Een sprankje hoop biedt de film wel: het is nog niet te laat, als we maar wel slimmer en langzamer gaan leven.
In Eindhoven, Philip's lichtstad, denken ze dat het slim is, het licht uit te doen. Niet meteen, er is nog tijd genoeg, maar ergens in de toekomst moet reclame- en sierverlichting om 11 uur 's avonds uit. Daarmee geeft men gehoor aan de oproep van milieu-minister Cramer, die verlichting (de spaarlamp, de buitenverlichting) tot speerpunt van haar milieubeleid heeft gemaakt.
Dat helpt een beetje. Veel meer energiebesparing schijn je te halen als niet de verlichte reclames, maar de straatlantaarns uitgaan. Nou, doe het dan maar allebei, zou ik zeggen, maar laat de straatklokken alsjeblieft branden. Er moet toch ergens een lichtpuntje te zien zijn, zodat mensen het eens kunnen worden over hoe laat het nou werkelijk is.
Het is inmiddels ter elfder ure en keuzes worden beetje bij beetje gemaakt. Het voorbeeld van de buitenverlichting geeft echter wel aan dat je keuzes niet lichtzinnig moet maken. Tegenargumenten voor het uitdoen van de straatverlichting zijn bijvoorbeeld: meer kans op ongelukken in het verkeer en je geeft het holst van de nacht weer terug aan duistere figuren die minder goede bedoelingen hebben.
Ja hoor eens, zullen sommigen zeggen, dan blijft iedereen maar 's avonds lekker thuis. Op tijd naar bed en 's morgens gezond weer op. Dat kan, maar dat verhoogt de kans op een flinke babyboom. Vergrijzing opgelost, maar wel nog meer energieslurpende consumentjes.
In The 11th Hour wordt gesuggereerd dat slimmer en langzamer leven ons van de ondergang kan redden. De hierboven gegeven voorbeelden tonen aan hoe moeilijk het is zo slim te zijn dat je alle consequenties van een keuze kan tackelen. Langzamer leven is wellicht een betere aanpak. Je neemt de tijd om goed over keuzes na te denken, er desnoods een nachtje over te slapen. En langzaam wil ook zeggen dat je auto en trein minder kan gebruiken. In plaats van een snelle e-mail, rustig op de koffie bij je kennissen. En het tempo waarmee telkens weer nieuwe producten op de markt worden gebracht kan ook een stuk lager.
Zou het slim zijn om op veel gebieden eens flink op de rem te trappen? U mag het zeggen.