Gemeenteraadsleden die tegen het gemeentebestuur getuigen. Kan dat? Mag dat? Een onderzoek naar die vraag maandenlang in de la houden? Mag dat? Kan dat?
De integriteit van burgemeester en twee raadsleden van de Brabantse gemeente Rucphen staat ter discussie. Een zaak die onderzocht is door hoogleraar staatsrecht Douw Jan Elzinga. De hoogleraar wordt er wel vaker bij geroepen als gemeentebestuurders en raadsleden in conflicten verzeild raken. Hij wordt immers gezien als de expert op gebied van bestuurlijk dualisme, sinds hij de regering van advies diende voor de Wet dualisering gemeentebestuur.
Voor het online magazine Binnenlandsbestuur.nl laat hij, als columnist, nog steeds zijn licht schijnen over bestuurlijke integriteit, bijvoorbeeld over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting voor volksvertegenwoordigers.
Ook al is Elzinga pleitbezorger voor een sterkere positie van gemeenteraadsleden, die net even iets meer vrije ruimte voor hun meningen mogen hebben, moeten gemeenteraadsleden wel op hun tellen passen. In 2005 leidde een onderzoek van Elzinga ertoe dat vijf fracties in de Amsterdamse gemeenteraad geld moesten terugstorten in de gemeentekas, omdat ze veel te ruimdenkend allerlei onkosten hadden gedeclareerd.
Hoogleraar Elzinga werd te hulp geroepen door de Rucphense burgemeester Everaers. Die was niet zo te spreken over de gemeenteraadsleden Ton Bergenhenegouwen (PvdA) en Guido Koenen (D66). Zij hadden bewoners uit Sprundel bijgestaan in een zaak tegen de gemeente, die een bestemmingsplan had gewijzigd om nieuwbouw mogelijk te maken. De bezorgde burgers procedeerden zelfs tot aan de Raad van State en argumenteerden onder andere dat het gemeentebestuur onzorgvuldig was geweest. In maart wees de Raad van State de bezwaren overigens af.
De twee gemeenteraadsleden hadden de bewoners geholpen met de voorbereidingen en ter zitting tegen het gemeentebestuur getuigt. Dat was voor de burgemeester aanleiding hoogleraar Elzinga te vragen de integriteit van de twee volksvertegenwoordigers onder de loep te nemen.
Het rapport was vlot af, maar op de uitslag moesten de raadsleden nog lang wachten. Nu brengt de burgemeester het rapport alsnog in de openbaarheid.
De gemeenteraadsleden zaten niet echt fout, concludeerde Elzinga, maar hun actie stond wel op gespannen voet met de gemeentewet en de gedragscode bestuurlijke integriteit. Zodra burgers een beroepsprocedure bij de bestuursrechter of de Raad van State starten, is het beter dat volksvertegenwoordigers zich terugtrekken en zeker niet gaan getuigen tegen de gemeente, aldus hoogleraar Ezlinga.
Een beetje fout dus? Met zo’n halfslachtige uitspraak bedwing je actieve volksvertegenwoordigers natuurlijk niet. De beide raadsleden verklaren dan ook stellig, dat ze bij een volgende gelegenheid het volk weer op dezelfde wijze zullen vertegenwoordigen.
De burgemeester zal ook niet blij zijn met de conclusie, Hij vond immers dat de raadsleden niets op die zitting van de Raad van State hadden te zoeken. De gemeenteraad was in meerderheid met het bestemmingsplan akkoord gegaan. Dat die twee raadsleden niet bij die meerderheid hoorde, mag geen reden zijn dan maar hun gelijk proberen te halen, door acties van burgers te ondersteunen. Dat is toch niet loyaal ten opzichte van de gebruikelijke democratie?
Er zal in Rucphen nog wel wat over nagepraat worden. Maar de zaak is wel van belang voor de ontwikkeling van het duale bestuur. Als een gezaghebbend expert als Elzinga het eigenlijk in het midden laat, hoe weten bestuurders en volksvertegenwoordiger dan hoe ze zich ten opzichte van elkaar moeten verhouden, zonder dat ze elkaars integriteit in twijfel trekken?
Even scherp gesteld: als de aanstaande coalitie de eerste bezuiniging realiseert en een getroffen volksdeel stapt naar de Raad van State of zelfs de rechter, mogen oppositionele Kamerleden tot en met de getuigenbank hun volk vertegenwoordigen?
Volksvertegenwoordigende integriteit
Geef een reactie