Trage overheid? Welnee. Wordt er een motie ingediend, krijg je binnen 2 maanden antwoord en wordt een onderzoek beloofd. Vervolgens heb je binnen de volgende 9 maanden het antwoord op je bord: een stukje kip met een omeletje ernaast. Je had gevraagd om een omeletkip, maar die kan niet worden geleverd.
De combinatiekip. In februari was hier al een fantasietje te lezen over dit veelzijdige en duurzame stukje vlees. Om de zinloze dood van zo’n 30 miljoen jonge haantjes per jaar te voorkomen, diende Ernst Cramer (CU) in december 2008 een motie in en vroeg minister Verburg uit te vogelen of er kippen gefabriceerd konden worden die zowel als een prima legbatterij als een uitmuntend vleesproducent kunnen functioneren.
Nu zijn die functies gescheiden in legrassen en vleesrassen. De haantjes van legrassen worden massaal vernietigd. Om nutteloos gebruik van kippenvoer te voorkomen, natuurlijk.
In februari van dit jaar beloofde de minister een haalbaarheidsstudie en die is nu afgerond. Verbrug schreef meteen een brief aan de Kamer (pdf!) en deelde mee dat de combinatiekip niet op grote schaal mogelijk kan worden gemaakt. Combinatiekippen zijn te duur en niet goed voor het milieu. Bovendien lijkt de consument, hier of elders in Europa, de haantjes van combinatierassen niet te op het menu te willen. Aldus de minister.
De WUR (Wageningen Universiteit en Research centrum) heeft in het onderzoek vijf combinatierassen vergeleken met de leg- en vleesrassen en kwam tot de conclusie dat die laatste veel efficiëntere producenten zijn dan hun combi-genoten.
Citaat uit de brief van Verburg: “Hennen leggen vanuit een oogpunt van voergebruik en milieubelasting efficiënt eieren als ze veel eieren kunnen leggen bij een laag volwassen gewicht. Pluimveevlees wordt efficiënt geproduceerd als de kuikens in relatief korte tijd het slachtgewicht (circa twee kilogram) kunnen bereiken. Dit is alleen mogelijk wanneer de ouders van de vleeskuikens juist een hoog volwassen gewicht kunnen bereiken. Een hoog volwassen gewicht gaat echter weer samen met een relatief lage eiproductie. Het produceren van eieren en vlees met eenzelfde ras gaat derhalve gepaard met een fors hogere milieubelasting en fors hogere kosten in vergelijking met de gespecialiseerde leg- en vleesrassen. Dit verschil kan variëren van 50 tot 100%”.
Daar komt dan nog bij dat het vetmesten van haantjes voor consumptie niet rendabel lijkt. De minster schrijft: “Gelet op de huidige culinaire traditie in Nederland en naburige landen, de beperktewaardering van de slacht- en eetkwaliteit van deze dieren en vergeleken met de ontwikkeling van de (dalende) consumptie in Italië, schat de WUR de marktkansen voor dergelijke aantallen minimaal in”.
Jammer voor de haantjes van legrassen. Die blijven dus een heel kortstondig leven houden en blijven hooguit dienstbaar als voer voor dierentuinbewoners.
De CU haalt bakzeil. Hoewel minister Verbrug toch dezelfde religieuze principes er op na houdt als de CU, is ze niet gevoelig gebleken voor het argument dat het niet de goddelijke bedoeling is, levende schepsels ter wereld te brengen, louter om ze zo snel mogelijk te doden.
Vooralsnog mogen we blij zijn dat de coalitie het onderling wel eens is dat voor het menselijk leven andere principes gelden. Bijvoorbeeld dat ook jeugdige haantjes van 18 tot 20 jaar niet langer moet sneuvelen in Afghanistan.
Geen redding voor haantjes.
Geef een reactie