Limburg stijgt, Groningen daalt.
Stel Nederland voor als een plat vlak. Dat moet niet zo moeilijk zijn. We staan om onze platheid bekend. Er zijn zelfs Nederlanders die daar trots op zijn. Dus teken de kaart van dit land op een A4-tje, hou het horizontaal voor je en laat het noorden zakken en het zuiden stijgen. Als je die beweging even volhoudt, staat heel het land ondersteboven.
Niks nieuws, zul je zeggen, Nederland staat wel vaker op zijn kop. Jawel, meestal opgeschud door mediamieke relletjes. Maar wie had gedacht dat onze eigen bodem de boel verantwoordelijk is voor het omkieperen van de bekende verhoudingen?
De afdeling luchtvaart- en ruimtetechniek van de TU Delft laat weten dat Neerlands bodem beweegt. Zo langzaam dat we het in de drukte van alledag nauwelijks merken. In vijftien jaar tijd is Zuid-Limburg tien centimeter omhoog gekomen en in Noord-Holland is een daling van 3 centimeter geconstateerd.
In het zuiden is de bodem in beweging door stijgend grondwater in de lege mijnen. Het noorden daalt vanwege de gaswinning.
Zo zie je maar wat verandering van energiegrondstoffen teweeg kan brengen.
Die paar centimeters bodembeweging in tientallen jaren, hebben wel grote gevolgen. Ondergrondse pijpleidingen en kabels kunnen breken, dijken kunnen scheuren. Het kost aardig wat geld om die zaken weer te repareren.
De metingen zijn gedaan met behulp van satellieten en radartechniek. Professor Hanssen van de TU Delft stelt dat er wel belangrijker zaken zijn om te ontdekken dan water op Mars. Hij pleit er dan ook voor dat Nederland vooral geld steekt in zijn technologie: “Europa doet er verstandig aan om te stoppen met de bemande ruimtevaart en zich te concentreren op die gebieden waar het echt voorop loopt, zoals aardobservatie”.
Met onbemande ruimtevaarttechnieken (de satellieten) is relatief goedkoop de toestand van ons land te spotten. We willen natuurlijk wel weten hoe snel Groningen ten onder gaat en Zuid-Limburg er bovenop komt. Maar met welke snelheid dat staat te gebeuren is nu niet nauwkeurig te meten.
Professor Hanssen mist nog wat data omdat “de Nederlandse overheid ('Staatstoezicht op de Mijnen', de toezichthouder) er nog niet voor wil zorgen dat de satelliet 'aanstaat' op het moment van overvliegen”.
Kwalijke zaak, vindt de professor. “De overheid heeft als taak de mensen volledig in te lichten over deze bodemdaling en gevolgen hiervan. Onafhankelijke, verifieerbare satellietmetingen zouden daarbij een grotere rol moeten spelen”.
En dus moet er geld bij. Niet om Mars, maar ons eigen land te ontdekken. Ja, en om jezelf te leren kennen, is afstand nemen soms goed. Volgens de TU Delft is de ruimte dus de beste plek om Neerlands bewegingen te doorgronden.
Vervolgens moeten de conclusies wel serieus genomen worden. Er rijzen lastige vragen. Moeten we accuut stoppen met gaswinning en de kolenmijnen in ere herstellen om het land op zijn plaats te houden?
Zouden we het nieuwste Deltaplan moeten laten voor wat het is en alle energie steken in een diepgaande bodemsanering? Of pappen en nathouden. Dijkje hier verhogen, bergje daar afgraven.
Of is het maar beter Nederland terug te geven aan zijn meest oorspronkelijke oerstaat: het water en de moerassen. Onze verre voorouders, die uit alle windstreken hierheen kwamen, hebben dat moeras gemaakt tot wat het nu is. Met kolenmijnen en gaswinning. Met onze huidige kennis zouden we zo'n moeras toch veel beter kunnen ontwikkelen, zonder nare bijverschijnselen?
Wie weet oplossingen, zodat alle hoop op een droge toekomst niet in de beweeglijke bodem wordt geslagen?