De verkoop van huurwoningen moet de toekomst van de woningcorporaties veilig stellen. Voor dat idee heeft de ‘enfant terrible’ van de woningcorporaties, Jan Sinke, steun gekregen van Arthur Docters van Leeuwen (VVD), Hans Hillen (CDA) en Sweder van Wijnbergen (PvdA).
Sinke, directeur woningstichting De Veste in Ommen, is al jaren de luis in de pels van de overheid. Het begon met zijn aanvaring met ex-minister van VROM, Ella Vogelaar. Sinke kondigde aan met zijn corporatie uit het huidige bestel te stappen en volledig commercieel te gaan. Uit onvrede met de belastingheffing op de winsten van de corporaties. De minister verbood de plannen van Sinke, de rechter bevestigde het gelijk van de minister en nu loopt er nog steeds een beroepsprocedure. Jan Sinke vecht door.
Hij had daar twee redenen voor. Hij vindt dat de corporaties de keuzevrijheid moeten hebben zelf te beslissen over hun vermogen. En hij vond de maatregel een sociaal-democratisch gedrocht, dat door PvdA’ers was bekokstoofd, zo zegt hij in 2008 in een interview in De Stentor.
In zijn weblog op dagblad De Stentor, verwijst Sinke naar het dictatoriale gedrag van de Venezuelaanse president Chavez. Met een soort van ‘dat krijg je er nou van als je alleen sociaaldemocraten aan de macht hebt”, vestigde Sinke zijn hoop op VVD en CDA. Die “moeten zich weer nadrukkelijk gaan bemoeien met een sector die zo belangrijk is voor de kwaliteit van het wonen en leven”. Sinke’s weblog is hier te lezen. Het citaat komt uit het artikel van 31 mei met de titel Patria, socialismo o muerte!.
Overigens doet het verwijt, dat de maatregel uit een PvdA onderonsje voortkwam, wat vreemd aan. Het idee voor de winstbelasting zou tot stand gekomen zijn uit een overleg tussen de minister en “enkele wethouders van grote steden, enkele directeuren van grote corporaties en mensen van het ministerie”, zei Sinke in 2008.
Tja, hoe kom je tot ideeën en tot de uitvoering daarvan. Toen Jan Sinke even later van een vastgoedplatform de Trendsetter Award mocht ontvangen, werd hem gevraagd waar zijn vernieuwingsdrang vandaan kwam. “Een idee komt op, wordt getoetst intern en tot wasdom gebracht. Ik krijg veel ruimte van mijn omgeving”, antwoordde hij. Tot zover de overeenkomsten in de besluitvorming.
Sinke was vooral boos op het feit dat de betrokkenen destijds louter PvdA’ers waren. Waar of niet, het maakte niet uit, reageerde Vogelaar. Haar besluiten worden immers getoetst door het parlement? Het kabinet van CDA, PvdA en CU ging met het plan akkoord, evenals een Kamermeerderheid met daarin de VVD.
Blijkbaar komt Jan Sinke nu terug op zijn oproep dat VVD en CDA zich meer met de sector moeten bemoeien. Er dreigde ineens een coalitie met VVD en CDA tot stand te komen. In het Financieel Dagblad zegt het trio dat Sinke’s plan ondersteunt, dat “een nieuw rechts kabinet de druk op de corporaties en de huursubsidie zal opvoeren”. De corporaties moeten dus “verantwoord inkrimpen”.
Voorlopig kunnen ze opgelucht ademhalen. De coalitie-onderhandelingen zijn mislukt. In het actieplan van Sinke, Docters van Leeuwen, Hillen en Van Wijnbergen omvat natuurlijk de afschaffing van de winstbelasting voor corporaties. Op zich een goed punt, hoewel de corporaties natuurlijk niet onnodig grote vermogens hoeven op te bouwen. Er zijn wel andere methodes te bedenken om de corporaties te controleren op wat zij met winsten doen.
De verkoop van huurwoningen, een ander punt uit het actieplan, ligt gevoelig. Jan Sinke ziet het als middel om geld te genereren voor nieuwbouw en renovatie. Het moet echter niet ten koste gaan van de voorraad sociale woningen. De overheid gaat alleen maar dwars liggen als die voorraad te klein dreigt te worden.
Voor verkoop hebben de corporaties alle instemming van de overheid. Ook bij de maatregelen voor staatssteun, nu corporaties last hebben van de kredietcrisis. Een corporatie die steun aanvraagt, wordt wel aan banden gelegd, betreffende het toewijzen van huurwoningen. Maar in hetzelfde besluit staat toch echt dat de corporaties huurwoningen mogen verkopen, om een beetje uit de lasten te komen.
Dat kan lucratief uitpakken voor de corporaties. Vorig jaar verscheen een artikel in het economisch bulletin Z24, waarin wordt uitgelegd hoe corporaties in 2007, 1,5 miljard winst konden maken op de verkoop van huurwoningen. De crisis zorgt echter ook bij de corporaties voor stagnatie in de verkoop van woningen. Geen nood. Dat wordt opgelost door bij nieuwe huurders een hogere huur te cashen. Waarmee het voor starters natuurlijk lastiger wordt aan een betaalbaar huisje te komen.
De woningcorporaties proberen zich onder de overheidsbemoeienis vandaan te vechten. Ze menen, veel beter dan de overheid, de sociale woonsector te kunnen bedienen. Zullen zij dat veel beter kunnen dan de overheid? Dat hangt af van welke overheid (kabinet, gemeentebesturen) de dienst uitmaakt.
Maar welk bestuur er ook zit, welke garanties kunnen corporaties bieden voor een verantwoorde sociale woningbouw, zonder incidenten als een cruiseschip en te hoge salarissen voor de top?