Nederland bestaat voor 27 procent uit Wetlands. Da's engels voor “Waterrijke gebieden, moerassen, vennen, veen- of plasgebieden, natuurlijk of kunstmatig, blijvend of tijdelijk, met stilstaand of stromend water, zoet, brak of zout, met inbegrip van zeewater, waarvan de diepte bij eb niet meer is dan zes meter” (quote op website LNV).
Maandag 2 februari is het de Wereld Wetlands Dag. Dan moet iedereen er op gewezen worden hoe vitaal belangrijk die natte gebieden zijn. Het LNV (ministerie voor Landbouw, Natuur en Visserij) legt uit dat wetlands onmisbaar zijn “vanwege hun ligging op internationale trekroutes van vogels, dienen als kraamkamer voor vissen en andere zeedieren en zijn belangrijk voor de mens: voor visserij, recreatie, scheepvaart, waterberging tegen overstromingen, drinkwatervoorziening of als aantrekkelijke woonomgeving“.
Waar Nederland ooit worstelde met het water, ligt het nu overhoop met de ruimte. Want 43 gebieden tot wetland benoemen is nobel en goed voor de libel, de meerkoet, de brasem, het riet en de gele lisdotter, maar er moet ook gewoond, gewerkt en gerecreëerd worden. En daar wringt het. We hebben zoveel gewonnen op het water voor onze behoeften, dat we vergeten zijn hoe belangrijk al dat nat is.
Is ook niet nodig, want laat de Chinezen maar hun water besteden bij de fabricage van onze T-shirts. En natuurlijk moet het Amazone-gebied beschermd worden, belangrijk als het is voor het wereldse klimaat. Wij zijn veel te klein voor zo'n oppervlakte aan beschermde natuur.
Die 43 wetlands hier zijn al een hele mooie bijdrage aan het behoud van noodzakelijk water. Niet alleen bekende gebieden als de Biesbosch en de Waddenzee horen daarbij. Pittoreske oorden als Rottige Meenthe ook. Niet ver van het IJsselmeer waar mooie plannen voor liggen.
Het IJsselmeer moet het blauwe hart van Nederland worden, lezen we in een artikel in het NRC. “Sinds enkele maanden ligt een toekomstvisie bij het kabinet om de matige waterkwaliteit van Markermeer en IJmeer een enorme ecologische oppepper te geven. Dat moet het mogelijk maken de zuidwestelijke hoek van de voormalige Zuiderzee bij de Randstad te trekken. Door Almere uit te breiden. Door waterrecreatie te bevorderen. En een brug of tunnel aan te leggen tussen Almere en Amsterdam“.
En dan wil de Deltacommissie ook nog dat het noordelijke deel als zoetwaterbuffer gaat dienen. Hard nodig bij droge zomers en omdat de Zeeuwse wateren niet langer geschikt zijn voor die functie. De voorzitter van Bouwend Nederland, Elco Brinkman, vindt dat het prima te combineren is met uitbreiding van de Randstad richting IJsselmeer. In het zuidelijke deel moeten we aan de slag, vindt hij, en “bezwaren van politieke, juridische of ecologische aard” opzij zetten omdat “hier een nationaal belang in het geding is“.
Het is natuurlijk tobben met zoveel mensen en zo weinig ruimte. Dus worden 'en-en' opties gekozen. De meeste wetlands hebben niet alleen de functie van waterleverancier, maar zijn ook recreatiegebieden en economische bronnen. Maar waarom dat idee dan niet helemaal toegepast op de hele delta, die Nederland is?
Verklaar heel het land tot Wetland. Dat zou betekenen dat het niet alleen in de Weerribben verboden is een colablikje in het moeras te gooien, als je er op een zonnig dagje doorheen fietst. Het betekent ook dat de grachten in de steden, de sloten langs de snelweg en de vijvers in de tuinen beschermd moeten worden tegen oneigenlijk gebruik.
We leven niet met het water, we wonen het uit. Geheel conform de principes van Elco Brinkman's nationale belang. Omdat we zo'n hekel hebben aan natte voeten en we gezond water wel elders uit de wereld kunnen importeren?