Behalve zo'n 110.000 loodgieters zijn er ruim een miljoen andere leidinggevenden. Loodgieters geven u een leiding voor uw sanitair, centrale verwarming of riolering. Die andere ambachtslieden geven leiding aan mensen. Ik weet niet wat makkelijker is.
Een beginnend loodgieter verdient wel iets meer dan een beginnend academicus. Dat verschil wordt gauw ingelopen als de hoge opgeleide een leidinggevende functie weet te krijgen. De loodgieter kan na jaren last van zijn rug krijgen, de leidinggevende kan al gauw de rug op van zijn werknemers en dan ligt een burn-out op de loer. Een loodgieter verbrand hooguit zijn handen aan de gasbrander als-ie een leidinkje moet fitten.
Onderschat de werkdruk van loodgieters overigens niet. Er zijn er veel te weinig van, dus ze werken zich een slag in de rondte om het werk gedaan te krijgen.
Het lijkt een erg scheve verhouding: slechts ruim 100.000 loodgieters tegenover ruim 1 miljoen andere leidinggevenden. Zou de behoefte aan sturing zoveel groter zijn dan aan sanitair en cv's ? Of is het nu eenmaal zo dat je altijd baas boven baas hebt?
Dat laatste is zeker het geval. De ploegbaas geeft leiding aan wat uitvoerenden, de manager geeft leiding aan de ploegbazen en de directie geeft leiding aan de managers. En dan zijn er nog bedrijven waar een raad van bestuur leiding geeft aan de directie.
Nu is “leiding geven” ondertussen bijna net zo'n taboewoordje als “baas” en heet het tegenwoordig managen of aansturen. Ondergeschikten heb je ook niet meer. Dat zijn medewerkers of soms heel sjiek employees geworden.
De hiërarchie is er niet minder door geworden. Uiteindelijk hakken de leidinggevenden de knopen door en beslissen zij wie wat doet, hoe dat gedaan moet worden en wie wordt aangenomen of ontslagen. Natuurlijk, niet zonder te luisteren naar de werkvloer en in overleg met de ondernemingsraad. Dat hoort bij het moderne leidinggeven. Maar gelijkwaardige collega's zijn een leidinggevende en een werknemer niet.
Dat 14 procent leiding geeft aan de overige 86 procent is misschien nog aan de lage kant. Mag ik dat met een voorbeeldje illustreren?
Toen ik vorig jaar een min of meer leidinggevende functie kreeg was het bij de collega's ineens over met de zelfsturing en eigen verantwoordelijkheid. Bijna elk probleempje werd op mijn bord gegooid, terwijl ze de jaren daarvoor zelf oplossingen moesten bedenken. Dat ging vergezeld met de opmerking dat men blij was dat er weer eens leiding op de werkvloer aanwezig was.
Dat vind ik vreemd. Het tekende wel het ongemak dat sommige mensen voelen bij de begrippen “zelfsturing” en “eigen verantwoordelijkheid”.
Voor een deel ligt dat aan slecht leiding geven. Een team dat inderdaad knopen doorhakt, maar nooit een complimentje krijgt of te stelselmatig te maken krijgt met het terugdraaien van besluiten door de managers, zo'n team houdt wel een keer voor gezien. Dat geldt ook voor teams die in hun bewegingsvrijheid ernstig worden beperkt. Zeker als niet goed wordt uitgelegd waarom die beperkingen er zijn. Zo zal het niet in elk bedrijf gaan, hoop ik.
Voor een ander deel willen sommige mensen verantwoordelijkheden helemaal niet. Gewoon het ding doen waar ze goed in zijn en verder geen gedoe. Moeten die mensen een manager over zich heen krijgen die net op een training heeft geleerd hoe hij het beste uit zijn mensen kan halen om ze vervolgens met beperkte verantwoordelijkheden op te zadelen?
Dat er een miljoen leidinggevenden zijn zegt, behalve over een traditionele hiërarchie-cultuur, ook iets over het grote aantal mensen dat graag de leiding uit handen geeft. Pas als men die opeist hebben we waarschijnlijk nog maar twee procent leidinggevenden nodig.