Het is vandaag Maria Boodschap en de minister-president heeft vandaag ook een boodschap.
Wij: “Wij hebben een boodschap!”
Zij: “Wij niet, jullie hebben een boodschap….”
Wij: “Nou moet u niet meteen…”
Zij: “Okee, okee, geintje. Welke boodschap hebben jullie dan?”
Wij: “Wij hebben zelfs twee boodschappen!”
Zij: “Ja, dat kennen we. Begin maar dan maar met de slechte boodschap”.
Wij: “Ha! Wij hebben alleen twee goede boodschappen!”
Zij: “Zoho, da's nieuws….”
Wij: “Boodschap één: we gaan niet bezuinigen”.
Zij: “Oh gotnogantoe, en dan komt er nu toch een slechte boodschap achteraan”.
Wij: “Nee, onze tweede boodschap is mogelijk beter dan de eerste”.
Zij: “Welja, kom maar op, overtreft uzelf eens een keertje…
Wij: “De tweede boodschap is: wij dragen allemaal ons steentje bij”.
Zij: “Dus toch!”
Wij: “Huh? Wabedoelu?”
Zij: “Met wij bedoelen jullie wij-de-mensen-in-het-land”.
Wij: “Dat is populair uitgedrukt. Wij hebben het liever over samen leven, samen werken”.
Zij: “En met steentjes bijdragen bedoelen jullie bezuinigingen”.
Wij: “Nee, met stenen bijdragen bedoelen wij: in tijden van crisis investeren in een toekomst van samen leven en samen werken”.
Zij: “Juist. En hoe gaat dat dan?”
Wij: “Wij hebben een pakket van maatregelen samengesteld”.
Zij: “Wij niet, jullie… Ons is niets gevraagd”.
Wij: “Kunt u nu eens bij de inhoud blijven?!”
Zij: “Een heel pakket! Jullie zijn zwanger van plannen! En wanneer gaan wij daar iets van merken?”
Wij: “Wij denken dat na een maandje of negen de resultaten zichtbaar zullen worden”.
Zij: “Waarom moet dat nu nog zo lang duren?”
Wij: “Wel, Aken en Keulen zijn ook niet op één dag gebouwd”.
Zij: “Ah! Jullie gaan grootse werken realiseren!”
Wij: “Dat dachten wij wel. Wij gaan zes miljard investeren in weg- en waterbouw, aanpak van de jeugdwerkloosheid, duurzame energie en het afschaffen van de vliegtaks”.
Zij: “En jullie gaan bezuinigen!”
Wij: “Nee, dat doen wij niet! Dat wil zeggen, dat doen we nu niet. Als de economie is aangetrokken, hetgeen naar onze verwachting niet zo lang meer zal duren, gaan we in 2011 vijf miljard bezuinigen in de collectieve sector”.
Zij: “Hm, jullie gaan dus nog niet bezuinigen. Maar de mensen in het land moeten wel bezuinigen?”
Wij: “Wij menen dat iedereen wel een verantwoordelijkheid heeft. Wij hebben dan ook de sociale partners dringend opgeroepen de lonen te matigen. In ieder geval worden de lonen in de collectieve sector bevroren”.
Zij: “Dat noemen jullie geen bezuinigingen? Die lonen worden toch door jullie gefinancierd?”
Wij: “Voor een redelijk deel wel ja. Maar mensen moeten zich daar geen zorgen over maken”.
Zij: Want?”
Wij: “Wel, de mensen gaan wat langer doorwerken en houden dus aan het eind van de rit meer over”.
Zij: “Wij moeten tot ons 67e wachten om te kunnen zien of ons huishoudboekje genoeg cashflow heeft?
Wij: “Wij niet, jullie…..”