De politiek is op zomerreces, maar dat wil niet zeggen dat de dames en heren wat rondlummelen, zo beweert de pr-machine van de overheid. Dat klopt. Het demissionaire kabinet heeft nog veel werk te doen en heeft haar tenten opgezet op veld 13 van camping Boschlust. We troffen de regering bijeen op de wekelijkse campingraad.
Minister 1: “Shit! Crisis!”
De MP: “Wat? Alweer één?”
Minister 1: “Ja, mijn luchtbed is lek”.
Minister 2: “Welja, een lek! Dat kunnen we er nog wel bij hebben”.
De MP: “Nou, dat zien we dan vanmiddag wel verder”.
Minister 3: “Eh, ben je niet bang dat de pers dat als het zoveelste uitstel ziet. Gebrek aan daadkracht en zo?”.
De MP: “Mwah, we zijn demissionair”.
Minister 3: “Jawel, maar ik stel toch voor dat we ons beraden over een passende oplossing”.
De MP: “We? Ik dacht dat we afgesproken hebben dat ieder zijn eigen verantwoordelijkheid heeft?”.
Minister 1: “Ik heb dat luchtbed anders wel van jou gekregen”.
De MP: “Maar ik heb het niet lek gemaakt. Je bent er vast met je puntige ellebogen doorheen gegaan”
Minister 1: “Pardon? Je beschuldigt me van ellebogenwerk?”.
De MP: “Je begrijpt best wat ik bedoel”.
Minister 4: “Nee MP, we hebben eigenlijk nooit begrepen wat je bedoelt. Leg eens uit”.
Minster 2: “Ja, nou je het zegt. Wordt het niet eens tijd voor wat duidelijkheid?”
Minister 3: “Precies! Vertel maar eens waarom we nou in de regen moeten zitten”.
De MP: “Luister, de Grieken …..”
Minister 1: “Nee, nou niet van richting veranderen”.
De MP: “Nee, maar het is natuurlijk wel zo dat de Grieken…”.
Minister 2: “De Grieken, de Grieken! Hebben die dat luchtbed geleverd?”
De MP: “Ha, kijk, de zon breekt al weer door!”
Minister 5: “Zei hij, met een grote grijns….”
Minister 1: “Ja, kun je nou nooit eens wat serieus zijn?”
De MP: “Ik zeg maar zo: een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd”
Minister 3: “Toe maar! Je hebt je verkiezingsmotto gevonden”.
De MP: “Hm, geen slecht idee”.
Minister 2: “Jongens, we dwalen af”.
Minister 5: “Nou, dan zijn we dichter bij huis dan we het laatste jaar ooit zijn geweest”.
Minister 1 leegde de regenlaarzen nog maar eens. Een plotselinge windvlaag, trok een bungalowtent uit de grond. Terwijl iedereen de rondvliegende haringen trachtte te ontwijken. scheurde het canvas van het campingstoeltje van minister 4, die klem kwam te zitten in het aluminium frame. De voorzitter rende door de plassen naar het hoofdgebouw, alwaar de pers hem stond op te wachten.
Op de persconferentie na de wekelijkse campingraad verklaarde de voorzitter dat we tot de enkels in het water staan. “Ik weiger de moed te laten zakken tot dat niveau”, zo verklaarde hij. Op de vraag hoe hij de toekomst zag, antwoordde de voorzitter: “Morgen is er weer een dag”.
Op aandringen van de pers, die wilde weten of het kabinet in staat was vandaag nog concrete maatregelen af te spreken, ontkende de voorzitter dat er onenigheid binnen de campingraad zou zijn en dat men tot een ferm besluit was gekomen: “Begin de dag met een lach”.
“Tegen beter weten in?”, vroeg een van de journalisten. “Ik weet niet beter”, verklaarde de voorzitter.