In de duisterheid die de waan van de dag soms is, schittert vaak genoeg een licht die de donkere poel doet flonkeren. Een waanzinnig cliché en of daar enige waarheid in zit, mag een ieder zelf beoordelen.
Het zou misschien van toepassing kunnen zijn op René Magritte. In bijna elke biografie (zie hier de engelse wikipedia, die uitgebreider is dan de nederlandse), wordt verwezen naar de zelfmoord van zijn moeder. Wat Magritte toen op 15-jarige leeftijd heeft beleefd, zou in tal van zijn werken terug te zien zijn.
Bijvoorbeeld in zijn schilderij Het rijk der lichten. De blauwe wolkenhemel, die er toch zonnig uitziet, verlicht blijkbaar niet de duisternis beneden, waar slechts een schamel schijnsel van een straatlantaarn het enige glimpje is. Waar de een daarin Magritte's kijk op het aardse bestaan in ziet, meent een ander dat hij België met een paar kwaststreken heeft samengevat.
Maar de surrealist Magritte is toch meer bekend om werken, die bij menigeen een glimlach provoceren. Dat is misschien ook Magritte's bedoeling geweest.
In 1946 schreef hij mee aan het manifest “Surrealisme en plein soleil” (Surrealisme in de volle zon). Een reactie op het Surrealistisch Manifest van André Breton en kornuiten. Door Magritte te zwaar op de hand en veel te dramatisch bevonden. Tegen de “schreeuw van de geest die tegen zichzelf keert en vastbesloten is om haar ketenen te verbreken, ook al moet dit gebeuren met behulp van materiële hamers!“, van Breton en zijn maten, wilde Magritte de lichtheid van vreugde en plezier stellen.
Het leverde hem hoon op van de serieuze surrealisten en Magritte hield zijn zonnige kijk ook maar kort vol. Tussen 1943 en 1947 maakte hij meer impressionistisch getinte doeken, licht als lucht en zon. om later toch ook meer dramatischer werken te maken. Zoals het hierboven afgebeelde Rijk der lichten, uit 1954.
België eert hem nu eindelijk met een museum. In het huis waar hij 24 jaren heeft gewoond, is gisteren, 20 mei, het Magritte Museum geopend door koning Albert en zijn eega Paola. Bijna het complete oeuvre bij elkaar. En dat mag toch een lichtende aanwinst heten.
Het museum is dan officieel geopend, het blijft voor het publiek dicht tot 2 juni. Pas dan gaat het regulier open, al mag het volk erop 30 mei ook een dagje gratis in. Niet gezeurd, het museum is er en Brussel ligt dicht genoeg in de buurt om er eens een bezoek te brengen (alhier de openingstijden).
Of België nu met recht het rijk der lichten kan worden genoemd? Zeker wel. De koninklijke opening gaf aanleiding voor twee reacties in Belgische kranten, die minstens zo vrolijk stemmen als sommige van Magritte's werken.
In De Standaard staat onder aan het artikel deze comment: “Albert en Paola in een museum, definitie van surrealisme, of een practical joke?”
In Het Laatste Nieuws wijst een zuiderbuur op de verstrekkende culturele waarde van een koningshuis: “Al goed dat we nog een koning hebben om een museum te openen. Anders bleef het misschien dicht“.
Die lichtjes geef ik maar even door.