“Maar als een proces boven je eigen hoofd heeft gekletterd, dan bieden een harnas en een zwaard in een slaglinie geen betere bescherming dan de welsprekendheid aan de aangeklaagde die in gevaar verkeert”. Een zinnetje uit de Dialogus de oratoribus van Tacitus, een zeer oude Griek, maar gereanimeerd door Roderik van Grieken (die naam!), directeur van het Nederlands Debat Instituut. Oude Grieken als Tacitus, Aristoteles, Socrates en Plato worden gezien als de oerbronnen van de dialoog, het debat en de retorica.
In De Volkskrant betoogt Van Grieken dat de slotrede van heer Wilders, tijdens het proces dat boven zijn hoof hing, een prachtig geconstrueerd voorbeeld van retorica was. Een fraai staaltje doordacht taalgebruik, een parel “voor ieder mens met enig taalgevoel en kennis van retorica”.
Van Grieken ziet maar weinig goede sprekers in de politieke arena en zou willen dat er meer begenadigde sprekers als Wilders,. Rutte en Pechtold het woord voeren. Hij legt de schuld bij het onderwijs: “Generaties hebben in Nederland school verlaten zonder ooit echt kennis te hebben gemaakt met de kunst van het overtuigen. Laat staan dat men er mee geoefend heeft”.
Dat is ook maar retoriek. Meneer van Grieken moet ook aan zijn broodwinning denken. Zijn organisatie levert allerlei ‘producten’, waarmee je een fantastische spreker kan worden. Wie gelooft dat het onderwijs niets doet aan de kunst van het spreken, zal opgelucht ademhalen dat er nog zoiets is als het Nederlands Debat Instituut.
Aan het onderwijs kan het toch niet liggen? Of is de ouderwetse spreekbeurt verdwenen? Natuurlijk niet. Nu is een spreekbeurt nog geen debat, meer een lesje in spreken in het openbaar. Het kan het begin van een debat zijn en daar doen scholieren lustig aan mee.
Vorig jaar haalde Nederland voor het eerst een tiende plaats op het WK debatteren voor scholieren. Een grote stap voorwaarts. In 2008 werden voor het eerst de achtste finales gehaald met een zestiende plaats en in 2009 haalde Nederland een vijftiende plaats. In 2010 eindigde Nederland bovendien als beste team in de categorie ‘English as a Foreign Language’. Teamleden waren onder andere Elisabeth van Lieshout en Thom Wetzer, die in 2010 het Nederlands Kampioenschap Debatteren wonnen.
Nu zijn zij natuurlijk briljante leerlingen van een lyceum of gymnasium. Mark Rutte en Uri Rosenthal zaten op zo’n school, het Haagse Maerlantlyceum, dat overigens nog nooit een landelijke debatwedstrijd heeft kunnen winnen.
De Vara organiseert elk jaar de debatwedstrijd ‘Op weg naar Het Lagerhuis’, voor scholieren van 12 tot en met 18 jaar van VMBO, HAVO, VWO en de laagste klassen van het MBO, want debatteren moet van alle rangen en standen zijn.
Het Nederlands Debat Instituut, van de hierboven genoemde heer Van Grieken, organiseert ook debatcompetities voor alle typen scholen. De landelijke debatwedstrijd voor MBO-scholen, wordt al drie jaar op een rij door het ROC Tilburg gewonnen. In de categorie VMBO won dit jaar een Mavo uit Dordrecht. Je ziet het: er wordt oeverloos gedebatteerd in het onderwijs. Waarom zegt Van Grieken dan toch dat hele generaties de school hebben verlaten “zonder ooit echt kennis te hebben gemaakt met de kunst van het overtuigen. Laat staan dat men er mee geoefend heeft?”
Omdat hij de kunst van het debat belangrijker vindt, dan de inhoud. Zijn stelling is dat de inhoud nog zo verwerpelijk kan zijn, als het de boodschap in de juiste vorm wordt gegoten, zit daar de kracht mensen te overtuigen. Van Grieken constateert een gebrek aan retorisch begaafden en vindt dat een gevaar voor een gezonde democratie. Waren alle politici even bedreven in de retoriek, dan zou er veel gelijkwaardiger strijd zijn.
Een retorisch vraagje. Zegt hij nou uiteindelijk toch dat het zo jammer is dat de grootste onzin de meeste stemmen trekt?