De scheiding tussen kerk en staat blijkt pas in te gaan bij het overlijden van de burger. Bij leven en welzijn kun je, met overheidssteun, stemmen op religieuze partijen, je kind naar het jeugdwerk van Youth for Christ sturen of naar een school met religieuze grondslag. In de praktijk van alle dag is de scheiding tussen religie en overheidsbeleid flinterdun. Tot je dood gaat.
Dan wordt het ineens lastig. Onder het bewind van een kabinet dat in overgrote meerderheid gelooft in een leven na de dood, blijkt nu dat de overgang naar het hiernamaals in een vloek en een zucht geregeld dient te worden. In ieder geval voor die mensen die in een verzorgings- of verpleegtehuis overlijden.
De financiering van die tehuizen is per 1 januari zo gewijzigd, dat de tehuizen alleen voor de direct geleverde zorg vergoed worden en niet voor het aantal bedden. Gaat er iemand dood, dan houdt ook de zorg op en het achtergebleven bed moet razendsnel gevuld worden, anders dreigen er exploitatietekorten.
Volgens de koepelorganisatie Actiz, kost een bed ruim € 150,- per dag. Per 1 januari krijgen de tehuizen nog maar € 55,- per dag en de boekhouders van de tehuizen hadden al snel uitgerekend hoe het ontstane gat gedicht kan worden. Na drie dagen moet een bed weer met een levende cliënt gevuld zijn. Voorheen had men 13 dagen de tijd. Meestal verdeeld in 7 dagen voor de familie om de spulletjes uit te zoeken en weg te halen en 6 dagen voor het tehuis om de kamer weer fonkelnieuw op te leveren voor de volgende patiënt. Da's niet zo leuk voor de nabestaanden en de door de overheid afgedwongen cliëntcentrale protocollen komen ook in de knel.
Vorig jaar hebben de belangenorganisaties al aan de regering gevraagd zich nog eens te bezinnen op de maatregel en een langere overgangstijd mogelijk te maken. Dat kan niet, is de reactie, want dat zou de schatkist 70 miljoen euro extra kosten.
De koepelorganisatie Actiz kreeg natuurlijk de cliëntenorganisaties over zich heen toen in Drenthe al besloten was de nabestaanden slechts drie dagen de tijd te geven. Na overleg is men gezamenlijk tot de conclusie gekomen dat zes dagen ook mogelijk moet zijn.
Gelovig of niet, de rituelen rond het overlijden krijgen weer meer aandacht. Dat heeft gevolgen voor de rouwperiode. Of de woonkamer van de overledene daar een rol in speelt, hangt af van hoe ieder daar over denkt. De verscheidenheid aan culturele en persoonlijke opvattingen is groot en de gewenste rouwperiode kan dus behoorlijk verschillen.
Maar niet alleen de beleving kan in de knel komen. Ook mensen die een veel nuchterder opvatting over het afscheid van hun dierbaren hebben, komen voor problemen te staan.
Drie dagen zal, puur praktisch geredeneerd, meestal voldoende zijn om dat kamertje in het tehuis te ontruimen. Alleen, wanneer kan in de agenda plaats gemaakt worden voor de laatste handelingen? In een tijd waar we. Volgens de ethiek van de huidige regering, langer en harder moeten gaan werken, is de periode vlak voor en rond het overlijden zelf al hectisch genoeg. Nu wordt men ook nog opgejaagd om de kamer leeg te maken. Even een dag of twee bijkomen van begrafenis of crematie is er niet meer bij. Laat staan dat je met de familie op je gemak de spulletjes kan doornemen en herinneringen ophalen of in alle rust de bestemming te bepalen van het meubilair, kleding, sieraden en de foto's.
Volgens een deel van dit kabinet mag er dan een leven na de dood zijn, maar voor de zorg daarvoor ben je aan de goden overgeleverd.