Tag archieven: Bussemaker

Regen? Staatsteun!

Regen? Staatsteun!

Wie meent dat dit kabinet lak heeft aan welk solidariteitsprincipe dan ook, heeft het mis. Festivals die dreigen om te vallen door storm en tegenwind, worden gered door minister Bussemaker. Ze heeft het aanzienlijke bedrag van 500.000 euro in het ‘Slecht Weer Fonds’ gestort.

Festivalorganisaties die door slecht weer ten onder dreigen te gaan, kunnen subsidie uit dat fonds krijgen. Zoals dat bij staatssteun hoort, dienen de getroffen organisaties de hulp terug te betalen zodra ze zichzelf weer kunnen bedruipen.

Misschien een goed voorbeeld voor andere ministeries. Minister Kamp kan een fonds volstorten ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf, voor ondernemers die dreigen te verzuipen als braderieën worden afgelast.  Minister Schippers kan sportverenigingen helpen die bij elke wolkbreuk toernooien moeten stopzetten.

Gezamenlijk kunnen de ministeries een Deltaplan tegen regeldruk regendruk opstellen. Want wie wordt er nou niet op kosten gejaagd door slecht weer?

Mantelzorg of dekmantel?

Mantelzorg of dekmantel? Morgen, op de dag van de mantelzorg, worden veel van de 1,6 mantelzorgers in het zonnetje worden gezet. Het “mantelzorgcompliment” zal hier en daar worden uitgereikt. De gelukkigen ontvangen 250 euro.
Staatssecretaris Bussemaker (VWS) zal ook de Nationale Mantelzorgprijs uitreiken. Die wordt toebedeeld aan een persoon of organisatie die mantelzorgers ondersteunt. De prijs: een kunstwerk en een oorkonde.

Mantelzorg begint een markt te worden. Eigen verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, naastenliefde, allemaal dekmantels die de tekortkomingen van de zorg moeten verhullen. Het eerbetoon aan de mantelzorgers is een wel erg minimaal steuntje in de rug.
Voor alle duidelijkheid: ik heb niets tegen mantelzorgers. Zorgen voor elkaar is, neem ik aan, voor de meesten van ons volstrekt normaal. Als het nodig is, doen we het zo goed en zo lang als dat mogelijk is. Waar ik wel wat tegen heb is, onder de mantel der godsvrucht, ofwel die beruchte normen en waarden, van de zorg een markt voor vrijwilligerswerk te maken.

De meeste mantelzorg, en zeker dat stukje dat voor die beloning van € 250,- in aanmerking komt, is vaak heftig werk. Soms zelfs niet te doen zonder je baan op te zeggen. Het verlies aan inkomsten kun je dan wel uit het pgb (persoonsgebonden budget) halen, maar kom je na jaren zorg wel weer aan een baan?

De ruimte voor mantelzorg gaat kleiner worden,
denkt het SCP. In een in oktober verschenen rapport stelt het SCP dat “de beleidsdoelen 'meer en langer werken' en 'meer zelf zorgen voor zieke en gehandicapte verwanten' op gespannen voet met elkaar staan”. Ofwel: wie op zijn 60e al de zorg voor een erg zieke partner op zich neemt, heeft er dankzij de AOW-plannen zomaar twee zware jaren extra bij gekregen, als de partner lang genoeg doorleeft.
Het SCP stelt ook dat “er komen daardoor meer mantelzorgers met een geringere draagkracht en een grote draaglast”, omdat in de toekomst meer ouderen mantelzorg zullen verlenen.

In juni 2009 deed de
voorzitter van de SER een aantal suggesties om de mantelzorgers het wat makkelijker te maken. Onder andere door wettelijke regelingen op gebied van zorgverlof en arbeidsduurverkorting soepeler te hanteren voor mantelzorgers. Niet alleen wat duur betreft, ook wat de achteruitgang van inkomen.
Verder pleitte hij voor uitbreiding van de openingstijden van publieke diensten, om de combinatie van werk en zorg makkelijker te maken. Helaas vergat hij te vermelden dat in dat kader de voornemens to beperking van de koopzondagen ook wel naar de prullenbak kunnen (zie ook eerder artikel op dit weblog).

Een kunstwerk, een oorkonde en 250 euro? Als de staatssecretaris de mantelzorgers echt wil belonen, dan zou ze met substantiële wijzigingen in het kabinetsbeleid moeten komen.
Laten we ondertussen alle mantelzorgers sterkte toewensen.

Is er nog zorg na de dood?

Is er nog zorg na de dood?

De scheiding tussen kerk en staat blijkt pas in te gaan bij het overlijden van de burger. Bij leven en welzijn kun je, met overheidssteun, stemmen op religieuze partijen, je kind naar het jeugdwerk van Youth for Christ sturen of naar een school met religieuze grondslag. In de praktijk van alle dag is de scheiding tussen religie en overheidsbeleid flinterdun. Tot je dood gaat.

Dan wordt het ineens lastig. Onder het bewind van een kabinet dat in overgrote meerderheid gelooft in een leven na de dood, blijkt nu dat de overgang naar het hiernamaals in een vloek en een zucht geregeld dient te worden. In ieder geval voor die mensen die in een verzorgings- of verpleegtehuis overlijden.

De financiering van die tehuizen is per 1 januari zo gewijzigd, dat de tehuizen alleen voor de direct geleverde zorg vergoed worden en niet voor het aantal bedden. Gaat er iemand dood, dan houdt ook de zorg op en het achtergebleven bed moet razendsnel gevuld worden, anders dreigen er exploitatietekorten.

Volgens de koepelorganisatie Actiz, kost een bed ruim € 150,- per dag. Per 1 januari krijgen de tehuizen nog maar € 55,- per dag en de boekhouders van de tehuizen hadden al snel uitgerekend hoe het ontstane gat gedicht kan worden. Na drie dagen moet een bed weer met een levende cliënt gevuld zijn. Voorheen had men 13 dagen de tijd. Meestal verdeeld in 7 dagen voor de familie om de spulletjes uit te zoeken en weg te halen en 6 dagen voor het tehuis om de kamer weer fonkelnieuw op te leveren voor de volgende patiënt. Da's niet zo leuk voor de nabestaanden en de door de overheid afgedwongen cliëntcentrale protocollen komen ook in de knel.

Vorig jaar hebben de belangenorganisaties al aan de regering gevraagd zich nog eens te bezinnen op de maatregel en een langere overgangstijd mogelijk te maken. Dat kan niet, is de reactie, want dat zou de schatkist 70 miljoen euro extra kosten.
De koepelorganisatie Actiz kreeg natuurlijk de cliëntenorganisaties over zich heen toen in Drenthe al besloten was de nabestaanden slechts drie dagen de tijd te geven. Na overleg is men gezamenlijk tot de conclusie gekomen dat
zes dagen ook mogelijk moet zijn.

Gelovig of niet, de rituelen rond het overlijden krijgen weer meer aandacht. Dat heeft gevolgen voor de rouwperiode. Of de woonkamer van de overledene daar een rol in speelt, hangt af van hoe ieder daar over denkt. De verscheidenheid aan culturele en persoonlijke opvattingen is groot en de gewenste rouwperiode kan dus behoorlijk verschillen.
Maar niet alleen de beleving kan in de knel komen. Ook mensen die een veel nuchterder opvatting over het afscheid van hun dierbaren hebben, komen voor problemen te staan.

Drie dagen zal, puur praktisch geredeneerd, meestal voldoende zijn om dat kamertje in het tehuis te ontruimen. Alleen, wanneer kan in de agenda plaats gemaakt worden voor de laatste handelingen? In een tijd waar we. Volgens de ethiek van de huidige regering, langer en harder moeten gaan werken, is de periode vlak voor en rond het overlijden zelf al hectisch genoeg. Nu wordt men ook nog opgejaagd om de kamer leeg te maken. Even een dag of twee bijkomen van begrafenis of crematie is er niet meer bij. Laat staan dat je met de familie op je gemak de spulletjes kan doornemen en herinneringen ophalen of in alle rust de bestemming te bepalen van het meubilair, kleding, sieraden en de foto's.

Volgens een deel van dit kabinet mag er dan een leven na de dood zijn, maar voor de zorg daarvoor ben je aan de goden overgeleverd.