Situatie 1: Voel me niet zo lekker. Beetje vage klachten, maar die toch eens in de zoekmachine getikt. De eerste hit was meteen raak. Het kon van alles betekenen, maar de conclusie was wel: u gaat dood.Nou, dat was duidelijk. Dan heeft het ook geen zin naar de huisarts te gaan. Zonde van de tijd en de kosten.
Situatie 2: Op aanraden van moeders de vrouw wel naar de dokter gaan. Resultaat een operatie en een levenslang medicijnregime. Gecontroleerd door een heel moderne specialist. Die stelde een webpagina beschikbaar waar ik mijn zorgstaat op kon knallen.
Dinsdag was ik twee pilletjes vergeten in te nemen. Keurig gemeld, want wat moest ik nou? Ook dat werd meteen duidelijk. Pilletjes vergeten? Waardeloze patiënt. Medicinaal wangedrag. De specialist zou het doorgeven aan de zorgverzekeraar en binnen twee dagen lag er een aanmaning in de bus. Ik moest de pillen voortaan zelf betalen.
Twee fictieve situaties. In beide gevallen beantwoord ik absoluut niet aan het profiel van de ‘betere patiënt’ die tevens een ‘betere professional’ is.
De RVZ (Raad voor de Volksgezondheid en Zorg) adviseert een beetje werk te maken van Gezondheid twee punt nul. Want “internet verandert relatie tussen patiënten, artsen en verzekeraars ingrijpend”.
De overheid moet er voor zorgen dat het hele zorgcircuit de digitale vernieuwingen eens volledig tot zich neemt, misbruik van gegevens voorkomen en de zorgaanbieders stimuleren de sociale media te benutten.
Op de website van de RVZ wordt Gezondheid 2.0 geïllustreerd met een filmpje van een nierpatiënt, die via internet contact houdt met zijn specialist. Hij meet zelf zijn bloeddruk, houdt zijn dagelijks eten in de gaten en meldt de resultaten op een webpagina, die door de specialist wordt bekeken.
Ook kan de patiënt eventuele vragen of opmerkingen er op kwijt. De specialist kijkt er af en toe eens naar en reageert, indien nodig.
Dat digitalisering van delen van de zorg tot de ideale “kwaliteitsverbetering van het zorgsysteem als geheel” zal leiden is mooi. Dat Gezondheid 2.0 ook leidt tot “een beter geïnformeerde patiënt als gelijkwaardige partner bij de besluitvorming over behandeling maar ook bij zelfmanagement van chronische aandoeningen”, is fantastisch.
Dat het ook nog eens “kan bijdragen aan het verlagen van de zorgkosten en van de dreigende arbeidstekorten in de zorg”, is een misvatting.
Zoals meer sporten (heel gezond) tot meer blessures leidt en er dus een voorlichtingscampagne is opgezet om burgers voor te lichten hoe ze die blessures kunnen voorkomen, zo zal ook de digitale patiënt risico’s lopen op allerlei vormen van digitale stress.
En wie gaat er voor zorgen dat de medische netwerken goed functioneren? Of moet de dokter en de patiënt ook een volleerd ict’er zijn? De gevraagde beveiliging zal ook een lieve duit kosten.Wie betaalt alle digitale thermometers, bloeddrukmeters en hartmonitors, die op de pc aangesloten kunnen worden?
Er wordt hoog opgegeven van allerlei nieuwe technologie voor de zorg. Van robotica bij revalidatie, tot verpleging op afstand. Nu stelt de RVZ dat het reeds bestaande internet en sociale media ook een aardige verbetering van de zorg is.
Dat is ook allemaal zo. Ik zie de praktische voordelen wel. Maar die krijg je niet voor een paar stuivers. Wil het allemaal goed werken en de gewenste kwaliteit bieden, moet er nog veel worden geïnvesteerd in de ontwikkeling van die technologie. En laat dat nou behoorlijk duur zijn.
Tag archieven: RVZ
Zorg voor allen, welzijn ieder voor zich
De RVZ (Raad voor de Volksgezondheid en Zorg) heeft gisteren minister Klink geadviseerd hoe hij de uitgaven in de gezondheidszorg het beste kan beheersen. De zoveelste alarmklok die wordt geluid over de stijgende zorgkosten.
Als daar geen Deltaplan voor komt, zal het niet lang meer duren of we ” hebben geen geld meer voor andere belangrijke zaken zoals onderwijs, de fileproblematiek of het integratiebeleid. Ook burgers hebben dan geen ruimte voor extra koopkracht”.
Als we de kosten niet beter beheersen gaan over 10 tot 15 jaar alle extra inkomsten van de overheid naar de gezondheidszorg.
Tegelijkertijd meldde het CBS dat 1 op de 5 kinderen een chronische kwaal heeft en 1 op de 5 mensen fysiotherapie nodig heeft. De kinderen hebben vooral last van astma en bronchitis, maar migraine en vermoeidheid scoren ook steeds hoger. De fysiotherapie gaat vooral naar vrouwen van 65 jaar en ouder.
Om maar eens een paar kostenposten te noemen, waar we niet zomaar van af zullen komen.
Steeds maar meer aan de zorg uitgeven is geen optie, vindt de RVZ. Dat zou ten koste gaan van andere sectoren. De RVZ weet hoe het je betaalbare en kwalitatief goede zorg kan blijven leveren. Trefwoord: efficiëntie.
Zorgaanbieders en verzekeraars zijn nogal lui, omdat ze voor de stijgende kosten een beroep op de overheid kunnen doen. De RVZ ziet wel heil in meer concurrentie, waardoor aanbieders en verzekeraars gedwongen worden de beste kwaliteit voor de beste prijs te bieden.
De gevolgen van dat idee zijn nu al bekend. Kijk uw polis er maar eens op na en vergelijk die met polissen van concurrerende verzekeraars. Bent u een 65-jarige vrouw, let dan goed op de vergoedingen voor fysiotherapie. U zult aardig wat moeten bijverzekeren. Uw premie wordt wel wat hoger.
De RVZ stelt ook dat efficiënter gewerkt moet worden. De winst die dat oplevert moet niet naar hogere salarissen voor de artsen, maar in de kwaliteitsverbetering worden geïnvesteerd. Da's mooi, de vraag is wel: hoeveel efficiënter kan er worden gewerkt. Misschien is één machine waar 20 astmatische kinderen elke week hun pufje aftappen goedkoper dan elk kind zijn eigen inhaler?
Welke keuzes ook gemaakt zullen worden, de RVZ wil dat de politiek die keuzes vooraf maakt en niet achteraf gaat korten als bepaalde kosten tegen blijken te vallen. Maar kunnen beleidsmakers en politici voldoende overzien welke kosten over pakweg 10 jaar een aanslag op de begrotingen zullen doen? Tien jaar geleden was veel minder bekend over het groeiend aantal chronisch zieke kinderen en hoeveel fysiotherapie een vergrijsd volksdeel precies nodig heeft. Laat staan dat we nu kunnen weten welke nieuwe ziektes de kop op zullen steken.
Nou ja, stelt de RVZ, dan kan je altijd nog alleen de echte zorgkosten betalen. Een bed in een verpleegtehuis, de medicatie en een zalfje voor doorligwonden zijn echte zorg. Wie wat meer wil, moet er zelf voor betalen. Dus een wat luxer tehuis en wat welzijn, in de vorm van een beter bed en een verzorger die af en toe eens een wandelingetje met je gaat maken, komt voor eigen rekening. Mensen moeten dan wel de kans krijgen hiervoor te sparen of bij te verzekeren.
Met dat laatste advies dwingt de RVZ de overheid de koopkracht wel overeind te houden. En verzekeraars moeten natuurlijk geen last hebben van welke krisis dan ook, anders verdampt al dat spaargeld weer.
De RVZ heeft gelijk: we hebben hier een behoorlijk dure gezondheidszorg. De meest gebruikelijke beheersing van die kosten bestond tot nu toe uit bezuinigingen. Die hadden dan weer vervelende gevolgen. Minder personeel in de zorg, waardoor de werkdruk toenam, het vak minder aantrekkelijk werd, er nog minder personeel is en van armoe dan maar minder douchebeurten en wat meer vastbinden in verpleegtehuizen een gewoonte werd.
Ondertussen gingen de verzekeringspremies omhoog werd het eigen risico verplicht en worden allerlei regelingen voor de zoveelste keer overhoop gehaald (onder andere de AWBZ).
Het helpt niet, de kosten blijven stijgen. De krisis in de zorg is een feit?
Het gekke is, we zijn door de eeuwen heen gezonder gaan leven. Betere hygiëne, betere voeding, de artsenij werd ook steeds beter, met als gevolg dat we langer leven en niet aan het eerste de beste kwaaltje doodgaan. De kwaliteit is dus verbeterd, de gezondheid is beter beheersbaar geworden, alleen de kosten niet. Kinderen overlijden niet meer aan een heftige bronchitis en ouder worden we allemaal, wat meer werk voor de fysiotherapeut blijkt op te leveren.
Is het dan niet beter ook eens andere keuzes te bestuderen dan kostenbeheersing alleen? Efficiëntie en kostenbeheersing is altijd goed. Ook al zouden we hier alleen maar een paar keer per jaar niet meer dan een verkoudheidje onder de leden hebben. Helaas zijn we zo gezond nu ook weer niet en niemand kan voorspellen of we dat ooit zullen worden.
Welke keuzes dan? Minder hygiëne, slechter voedsel en niet meer investeren in betere artsen? Eén virusepidemietje zijn gang laten gaan? Dat helpt ook niet. Het resultaat zou zijn: minder mensen die elkaar kunnen helpen. Het eind van alle zorg.
Wat wel kan is een rigoreuzere aanpak. Een rookverbod in horeca en openbare ruimtes? Prima, maar halfslachtig. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. In dit geval overspannen kroegbazen, gestresste rokers en dus een groter beroep op de ziektewet. Weer stijgen de kosten.
Waarom de hele tabaksindustrie niet ontmanteld? De tabaksplantages worden akkers waar hoogwaardig voedsel kan worden verbouwd, de rest van de industrie zorgt voor de verwerking en distributie van dat voer.
Maar ja, da's geen vrijheid. Dan maar zo duur mogelijk gezond proberen te blijven. Toch?
Zorgelijke kosten.
Terwijl de bevolking tussen 2000 en 2006 met slechts 5 procent is toegenomen, zijn de kosten voor de gezondheidszorg meer dan verdubbeld. Een groei van ruim 56 procent. En het eind is nog niet in zicht. Alleen al de 'vergrijzing; zou meer zorgkosten met zich meebrengen.
Dat gaat uit de hand lopen, zegt minister voor zorg, Ab Klink. Da's trouwens nou weer wel een minister van 'geen woorden, maar daden' want volgend jaar zal hij het tekort op de zorgbegroting volledig op de burgers verhalen. Ingrepen in het basispakket van de zorgverzekering en een verplicht eigen risico moeten de kosten omlaag brengen.
Ook voelt Klink wel wat om ongezond levende mensen zelf meer voor hun eigen zorg te laten betalen. Rokers kunnen op hogere nota's rekenen. He reclameverbod voor de elektronische sigaret blijft echter gehandhaafd.
Maar ja, hoe kan je verder nog de kosten bestrijden?
Wel, daar heeft minister Klink een adviesraad voor. De RVZ (Raad voor de volksgezondheid) excelleert in uitermate gezonde adviesjes. Dat wil zeggen: gezond voor de staatsboekhouding en zorgverzekeringen. Twee jaar geleden kwam de RVZ bijvoorbeeld met het briljante plan om meer met een boekhoudkundige kosten-baten analyse te werken, voordat tot behandeling van een kwaal wordt over gegaan.
Een efficiënte kostenbeheersing noemt de RVZ dat. Lichtere gezondheidsproblemen zouden het met lagere of helemaal geen vergoedingen moeten doen. Last van zwemmerseczeem? Vervelend, maar je koopt maar een zalfje bij de drogist, geheel op eigen rekening. En als de kosten te hoog zijn in relatie tot de opbrengst van de behandeling dan zou er geen vergoeding uitgekeerd moeten worden.
De RVZ had zelfs een norm bedacht: een behandeling mag maximaal 80.000 euro per gewonnen levensjaar kosten. Gaat het meer kosten dan zou dat niet meer vergoed moeten worden. De RVZ vond dat een controversieel maar rechtvaardig idee.
Dit jaar liet de RVZ ook duchtig van zich horen. De AWBZ moet worden afgeschaft. De RVZ vindt het eigenlijk maar een zootje en denkt een betere zorg en een aardige kostenbesparing te bereiken door naar een andere financieringsstelsel uit te kijken.
En net zoals minister Klink, denkt ook de RVZ dat de burger voor een aanzienlijk deel van de kosten op moet draaien. Zeker als de burger niet meewerkt. Ongezonde vette veelvraten krijgen te maken met duurdere boodschappen, dankzij een vettax op snacks. Lastige patiënten, bijvoorbeeld mensen die de voorgeschreven medicijnkuur niet helemaal serieus nemen, moeten uit de behandeling worden geflikkerd.
De RVZ hamert er al jaren op dat we objectief naar de zorgkosten moeten kijken. Het moet niet zo zijn dat iedereen bij het minste geringste pijntje zijn hand op kan houden bij de verzekering om door de huisarts te worden vertroeteld. Dat is zo'n beetje het leidend principe van deze adviesraad.
En die club is nu dus door Klink gevraagd nog eens goed naar de kostenbeheersing te kijken. Alsof de adviezen van de laatste jaren niet goed genoeg waren. De RVZ zegt niet: luister Klink, we hebben de laatste jaar een paar prima voorstellen gedaan, ga daar eerst maar mee aan de slag.
Misschien heeft de raad wel in de smiezen dat die voorstellen meer controversieel dan rechtvaardig zijn. Voorlopig wordt ons leven niet gewaardeerd op 80.000 euro per jaar en is het parlement tegen het afschaffen van de AWBZ.
Maar vol enthousiasme heeft de RVZ een commissie benoemd die deze klus gaat klaren. Geheel conform de kabinetsambities betreffende de positie van de vrouw bestaat de commissie uit 15 mannen en 3 vrouwen, alvast een ongezonde verhouding voor de streefcijfers betreffende arbeidsparticipatie van de vrouw. Maar dat terzijde.
In oktober wil de commissie de scriptie af hebben en met een geinige presentatie komen. Ik doe wat schoten voor de boeg, geheel in lijn met de objectieve kosten-baten opvattingen van de RVZ.
– Kiezen trekken kunnen we zelf wel. Touwtje om de rotte kies, bevestig andere eind aan deurklink en laat iemand de deur met een klap dichtgooien. Het is even pijnlijk maar het scheelt heel wat aan tandartskosten.
– Been gebroken? Ga naar de Gamma, koop wat hout en gips en leg zelf een spalk aan. Metsel het zaakje naar eigen inzicht op creatieve wijze vast.
– Autorijden is ongezond. Fijnstof en CO2-uitstoot zijn gevaarlijk. Wie voor een wandelend en fietsend leven kiest, zal dus zelf de kosten voor hoestjes, benauwdheid en longtransplantaties moeten betalen.
– Scheiden is het duurst voor de zorg. Alleen mensen die tot de dood hun scheidt krijgen zorgkosten vergoed. Wie voor die tijd de banden verbreekt draait de rest van zijn/haar leven op voor de kosten.
– De vergrijzing: met de ouderdom komen de gebreken. Om dat zulks vanzelf spreekt, mag men ouderdomskwaaltjes ook zelf betalen.
– De gemiddelde leeftijdsverwachting ligt zo rond de 72 jaar. Vanaf het 65e levensjaar worden er geen peperdure behandelingen meer vergoed, want al zou iemand dan nog 7 jaar leven, die kosten kunnen ze nooit meer terugbetalen. Dat is niet efficiënt, dus kappen met die handel.
Iemand nog betere ideeën voor de RVZ-commissie?