De stad moet teruggegeven worden aan de mensen. Dat staat in een rapport dat het Wetenschappelijk Instituut van het CDA vandaag presenteerde. De overheid moet zich uit de stad terugtrekken en ruimte maken voor initiatieven van de burgers. Dat wil de stad zo want die “vraagt om mensen die geïnspireerd hun maatschappelijke taak oppakken, bijvoorbeeld in de buurt, in het onderwijs, op het werk of op de sportvereniging. Dat is essentieel voor een leefbare stad“.
De stad terug aan de mensen. Het werd tijd. Heeft u nog wel eens een stad met mensen gezien? Het CDA niet. Die ziet alleen nog steden met veel overheid. Dat klopt wel. Veel camera's en wat er nog aan mensen rondloopt zijn toezichthouders, parkeerwachten, straatvegers en meer blauw op straat om bepaalde initiatieven van de burger in de gaten te houden. Maar dat zal het CDA niet bedoelen.
Wat het CDA ook met dat rapport beoogt, de plank wordt vreselijke misgeslagen. Als ik in mijn stad rondkijk, zie ik burgers, mensen ook, die enthousiast deelnemen aan tal van initiatieven. Al dan niet door de overheid geïnitieerd.
De buurt netjes houden zodat de “Gouden buurtklinker” in de wacht gesleept kan worden, autoloze middagen om de kinderen op straat te laten spelen, buurtfeesten om de samenhang in de straat te vergroten, dichters aan huis, huiskamerconcerten, Nationale Burendag, acties voor een speelterreintje, meer groen in de stad, dialogen aan ronde tafels, een middagje zwerfvuil rapen en wie liever recreëert, gaat met gezin of kennissen naar de koopzondag.
Ja, soms hoor je de deelnemers wel eens klagen over de opkomst bij bepaalde activiteiten. Er mogen wel meer mensen, burgers ook, aan meedoen, vinden ze. Maar het gebeurt allemaal wel.
Als het CDA bedoelt dat er wat meer naar de mensen, of burgers, geluisterd kan worden en ze wat serieuzer worden genomen als ze eens een plannetje lanceren, ja, dat kan soms wel wat beter. Maar verder leeft de stad, pardon, leven de mensen wel en doen ze al aardig wat hun dingetjes in de stad.
Overbodig rapport.