De schatkamer van statistieken, het CBS, heeft eindelijk tijd gevonden wat cijfers op een rij te krijgen, die u hier al op 22 oktober 2011 kon lezen. Uit die cijfers blijkt dat een hoog overheidstekort eerder regel dan uitzondering is en dat landen als Griekenland niet de enigen zijn, die zich maar niet aan de afspraken van het Verdrag van Maastricht kunnen houden.
“Nederland overschrijdt al drie jaar de Europese bovengrens van 3 procent van het bbp”, stelt het CBS, maar “een dergelijke periode van hoge tekorten is echter niet uitzonderlijk”. De jaren voor het Verdrag van Maastricht (1993) was het wel vaker mis. In de periode 1980-1990 was het overheidstekort maar liefst 11 jaar achter elkaar flink groter dan 3 procent. Na het verdrag is het tot nu toe zes keer voorgekomen, waaronder dus de laatste drie jaar.
Het Verdrag van Maastricht heeft misschien wel een positief effect gehad. Na 1993 werd er vijfmaal een overschot gescoord, tegen één keer in de 24 jaren daarvoor.
Het overheidstekort zat sinds 1993 13 keer in de min, waarvan dus 6 keer boven de 3 procent. Slechts 5 keer viel het positief uit. Waarlijk geen geweldige prestatie waar met name twee mannen keiharde voorvechters zijn van de Maastrichtnorm. Mannen die het niet te beroerd zijn een vermanende vinger op te heffen tegen landen, die ook moeite hebben zich aan de norm te houden. We hebben het natuurlijk over de heer Zalm en zijn discipel Rutte.
Zalm eiste in 2003 sancties tegen Frankrijk en Duitsland, toen deze hun financiële problemen op wensten te lossen door het overheidstekort op te laten lopen. Zalm moest inbinden en Frankrijk en Duitsland kregen wat meer tijd en ruimte om hun tekorten binnen de afgesproken normen te krijgen.
Rutte moet feestelijke dagen beleven. Niks inbinden, maar de knoet erover. Griekenland moet diep door het stof. Nu is het Griekse overheidstekort wel aanzienlijk groter dan dat van Nederland. Maar dat heeft niet alleen oorzaken in Zuid-Europese losbandigheid. Griekenland werd na veel moeite pas in 2000 tot de Europese Monetaire Unie toegelaten. Zalm wist van de hoge tekorten, maar ging ook akkoord. Griekenland deed pogingen de tekorten weg te werken door, onder andere, worgleningen af te sluiten bij Goldman Sachs.
Rutte pleitte voor steun aan Griekenland. Niet om het land zelf te redden, maar de banken die vreesden dat Griekenland nooit meer al die leningen zou kunnen terugbetalen. Daar zat amper een Griekse bank bij.
Maar dat terzijde. Wat het CBS laat zien, is dat een overheidstekort nog steeds traditie is, ondanks het Verdrag van Maastricht. Ook in Nederland. Wat we wel zagen is dat het overheidstekort afnam als de economische groei steeg. De vraag is in hoeverre bezuinigingen effect hebben op de economische ontwikkelingen. Is overheidsbeleid slechts een druppel op een gloeiende plaat of een wezenlijke bijdrage om uit de misère te komen?
Rutte gelooft in dat laatste. Het terugdringen van het overheidstekort wordt door dit kabinet aangeprezen als wonderolie voor een haperende economie. Voorlopig kan hij niet anders dan zich voegen in de traditie van overheidstekorten boven de 3 procentnorm. Misschien bereikt hij het ideaal van een overheid zonder grote tekorten, door eens na te denken over een wezenlijk andere economie? Want een economie gebaseerd op leningen en schulden lijkt zijn beste tijd nu wel gehad te hebben.