De tandartspraktijk moet geliberaliseerd worden. Altijd al gedacht dat tandarts een vrij beroep was en dat elke gaatjesvuller geheel vrij was een praktijk naar eigen inzichten te vestigen.
Die indruk wordt de laatste tijd versterkt, omdat ik alleen al in mijn buurt een stuk of zes nieuwe tandartspraktijken zag verrijzen. Met allemaal eigentijdse en spitsvondige namen. Van DentalCare tot We love your mouth, van Tandheelkundig Centrum tot Praktijk Nooit Meer Gaatjes.
Na kindertandartsen en chirurgijnen die je niet alleen van je verstandskies, maar ook van je angst voor de tandarts verlossen, blijkt er nog een markt te zijn voor een scala aan nieuwe praktijken.
Hoewel in Nederland de tandarts dus een vrij beroep is, mag de eerste de beste stukadoor niet je gaatjes plamuren. Zelfs al zou hij er verstand van hebben. In Bloemendaal werd een man betrapt op illegale tandtechnische praktijken. Hij had wel een diploma basisarts, had ook tandheelkunde gestudeerd, maar die studie niet afgemaakt. Toch gaf hij zich uit voor kaakchirurg.
In al die gloednieuwe praktijken is het ook wild-west.
In februari berichtte het AD dat de NMT (Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde) meer controle wil in de commerciële tandartsketens, die meer aan de kassa dan aan de kwaliteit denken. Er zouden onbevoegde, buitenlandse tandartsen worden ingezet. Bovendien is het komen en gaan. Van praktijken, wel te verstaan. Van de een op de andere dag worden praktijken geopend, maar ook net zo snel gesloten. Allemaal niet goed voor de burger met kiespijn.
De Nza (Nederlandse Zorgautoriteit) wil de tandartsenpraktijk een oppeppertje geven, waar de consument beter van moet worden. Per 1 januari 2001 kunnen de prijzen voor mondzorg worden vrijgegeven. Uiteraard onder allerlei voorwaarden. Eén van die voorwaarden is dat de consument goed moet worden voorbereid op de nieuwe situatie “waarin zij worden geacht zelfstandiger keuzes te maken“.
Nou heb je al een vrije keuze welke tandarts je wil bezoeken. Bevalt het niet, dan kun je veel makkelijker overstappen naar een ander, dan bij een huisarts het geval is. Maar vanaf 2011 kunnen de tandartsen je dus ook lokken, door elkaar met hun prijzen te beconcurreren.
Concurrerende prijzen zullen dan vooral behandelingen betreffen die de laatste jaren uit het basispakket van de zorgverzekering zijn gehaald. Voor gaatjes vullen, plaatsen van een kroon of een brug is een aanvullende verzekering nodig. De premies voor die aanvullingen verschillen, omdat de aangeboden dekking ook verschilt.
Op de website tandarts.nl raad men je aan te “overleggen met uw eigen tandarts. De tandarts kan uw gebit onderzoeken en samen met u een inschatting maken van de te verwachten kosten in de toekomst, zodat een passende verzekering uitgezocht kan worden“.
Kijk, zo kun je een ware prijzenslag in je gebit verwachten. Maar worden we daar ook wijzer van? Een tandarts die zorgvuldig te werk gaat, kiest natuurlijk goed materiaal, neemt de juiste tijd voor een behandeling en levert goed werk, om een klacht te voorkomen. Als een tandarts zich nu gedwongen ziet tarieven te verlagen, zal toch ergens op de kwaliteit moeten worden ingeleverd.
Een andere optie is dat de tarieven gelijk blijven, maar dat er wordt gestunt met aanbiedingen. Een gaatje vullen in combinatie met een mondhygiënistische behandeling voor de helft van de prijs. Zoiets.
De Nza stelt voor de komende vijf jaar te experimenteren met vrije prijzen. Om te kijken of het inderdaad zo is dat “marktwerking leiden tot een betere prijs/kwaliteitverhouding en met vrije prijzen meer ruimte is voor innovatieve zorg.”
En nu maar afwachten wie de boer met kiespijn wordt.