De economie, dat complexe proces dat vaak omschreven wordt als een verschijnsel dat een geheel eigen leven wenst te leiden, die economie krimpt. Tegenvaller voor het kabinet, die ondanks de malaise wel het goede voorbeeld geeft. Geen paniekerige, extra maatregelen. Bovendien: de reële overheidsuitgaven stegen in het eerste kwartaal van dit jaar.
De burger houdt echter de vinger op de knip. Huishoudens gaven 2,4 procent minder uit dan vorig jaar. Ze spaarden wel meer (meer info bij het CBS). Er is dus wel geld, maar het staat vast. Is dat goed voor de economie?
Het lijkt wel of De Economie een voorschot neemt op de toekomst. Want er is nog veel meer krimp in aantocht. De bevolking krimpt. Natuurlijk is hiermee niet de lichaamslengte van de gemiddelde burger bedoeld. De groei daarvan stagneert en als je meerekent dat een mens wat kleiner wordt naar mate hij ouder wordt, is het totale netto resultaat dus krimp. Dat zal vast gevolgen hebben voor het volume in de woningbouw.
Het gaat echter over de aantallen burgers. De bevolking groeit nog wel, maar niet zo snel meer. Er zijn steeds minder kinderen, maar het aantal ouderen groeit. Ontgroening van de bevolking heet dat. Nu al zijn gevolgen van die ontwikkeling door heel het land merkbaar.
Bijna de helft (49%) van alle gemeenten hebben met bevolkingskrimp te maken. Deze gemeenten moeten zich bezinnen op zaken als woningbouw, werkgelegenheid, onderwijs en het levendig houden van hun gebied. Zolang er landelijk nog wat groei is, niks aan de hand. Maar door het kleine aandeel jongeren en de vergrijzing zal het de beroepsbevolking sterk in aantal dalen. Ofwel: een steeds kleiner deel van de bevolking moet de economie draaiende houden. Om maar één van de gevolgen van bevolkingsdaling te noemen.
Het CBS denkt dat over een jaar of vijfentwintig de bevolkingsgroei zal stoppen en de totale bevolking zal afnemen. Koppel je dat aan de ontgroening of vergrijzingstrends dan kun je je voorstellen dat De Economie denkt: ho, wacht even, maar dan heeft het geen zin nog meer te groeien. Slim wel, die Economie.
Was dat maar waar. De economische krimp van nu heeft louter met die vermaledijde kredietcrisis te maken en niets met toekomstverwachtingen over de omvang en aard van de bevolking. Wie de touwtjes van de economie in handen heeft, moet daar wel rekening mee houden.
Een kleiner en overwegend ouder volk betekent niet dat er minder geproduceerd moet worden. Misschien wel, ook goed. Maar de productie zal zich vooral op de veranderingen in de bevolking moeten richten. Langer leven en meer ouderen zal ongetwijfeld tot meer behoefte aan allerlei vormen van zorg genreren.
De Economie zal zich dus moeten omscholen. Minder volumegroei van zeepjes en soepjes, meer groei van efficiënte zorggerelateerde producten. Minder groei van op jongeren gerichte producten, meer groei van producten die menselijke arbeid kunnen overnemen.
We krimpen. De vraag is nu: zal De Economie kiezen voor het vasthouden aan het dogmatische adagium groei, of valt de keuze op krimp?